Juridisch periode c
Verbintenissenrecht begrepen
Hoofdstuk 1: verbintenissenrecht: plaatsbepaling
Verbintenis: een juridische relatie tussen twee (of meer) partijen, waarbij de ene partij
verplicht is tot een op geld weerbare prestatie waarop de andere partij recht heeft.
De verplichting om iets te doen of te laten: prestatie.
Een verbintenis moet ook worden nagekomen, anders ben je aansprakelijk voor de gevolgen.
Verbintenissen ontstaan uit de wet of uit overeenkomst.
Verbintenissen uit overeenkomst
Uit overeenkomsten komen rechten en verplichtingen: verbintenissen.
Art. 6:217 Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding, hieruit moet blijken dat de
lid 1 BW
wil van de twee partijen overeenstemt.
Bij het nakomen van een verbintenis, stopt deze: tenietgaan.
De twee partijen die horen bij een verbintenis zijn rechtssubjecten. De persoon die recht
heeft op de prestatie is de schuldeiser, de partij die de prestatie moet verrichten is de
schuldenaar.
Als de verbintenis niet (goed) wordt nagekomen is er sprake van wanprestatie. Dit is een
tekortkoming in de nakoming.
Prestaties om iets te doen kunnen bestaat uit: betaling van een geldsom, levering van een
goed of het verrichten van een dienst, of een combinatie hiervan.
Verbintenissen uit de wet (onrechtmatige daad)
Een van de belangrijkste bronnen van verbintenissen is onrechtmatige daad. Hierbij ontstaat
aansprakelijkheid onafhankelijk van de wil. Bij een onrechtmatige daad volgt de verbintenis
direct uit de wet door de feitelijke handeling.
Voor aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad kun je een WA-verzekering sluiten (tegen
wettelijke aanspraakbaarheid).
Verbintenissen uit de wet (rechtmatige daad)
Onverschuldigde betaling: iemand maakt per ongeluk geld over naar jou. Hij had hier geen
verbintenis voor. De wet bepaald dan dat er een verbintenis ontstaat om dit terug te betalen,
geen rekening houdende met wil.
Ongerechtvaardigde verrijking: als er sprake is van een op geld weerbare verrijking die niet
rechtvaardig was. Er was geen goede reden, dus de wet bepaald dan het onverschuldigde
bedrag terug betaald moet worden.
Zaakwaarneming: als je bijvoorbeeld op vakantie bent en je buurman lost een noodzakelijk
probleem aan het huis op. Bij terugkeer van vakantie ben je verplicht de kosten te vergoeden
die de buurman heeft gemaakt.
, Privaatrecht
Het verbintenissenrecht is onderdeel van het
privaatrecht.
Het goederenrecht regelt de relatie van een
persoon tot zijn goederen. Alle goederen zijn
samen het vermogen.
Het faillissementsrecht regelt hoe een
natuurlijk persoon of rechtspersoon failliet kan
worden verklaard
Handhaving van het publiekrecht gebeurt door de overheid. Bij de handhaving van het
privaatrecht ligt het initiatief bij de burgers en rechtspersonen zelf. De rechtssubjecten
dienen zelf actie te ondernemen bij het privaatrecht.
Materieel recht: recht hebben
Formeel recht: recht halen
Hoofdstuk 2: rechtsfeiten
Rechtsfeiten: alle feiten waar het recht wel gevolgen
aan verbindt (feiten met een rechtsgevolg).
Art. 3:33 Rechtshandeling: bewuste menselijke handeling.
BW Vereist een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich
door een verklaring heeft geopenbaard.
Met wil wordt bedoeld dat het moet gaan om een
bewuste verklaring die gewild moet zijn. Deze
Art. 3:37 verklaring kan in elke vorm geschieden tenzij anders is
lid 1 BW
bepaald.
In dit artikel staat dat als de wet een vorm
Art. 3:39 voorschrijft, hieraan voldaan moet worden. Anders is
BW er geen rechtshandeling.
Rechtsgevolg: een verandering van rechtspositie.
Rechtspositie: geheel aan rechten en verplichtingen
dat je op een bepaald moment hebt.
Art. 6:213 Dit artikel bepaald dat een overeenkomst een
BW meerzijdige rechtshandeling is. (Er zijn minimaal 2
partijen nodig).
Overeenkomsten waaruit verbintenissen voortvloeien
worden verbintenisscheppende overeenkomsten/
obligatoire overeenkomsten genoemd. Ook zijn er familierechterlijke overeenkomsten zoals
het huwelijk.
Wederkerige overeenkomst: overeenkomst waarbij beide partijen een verplichting op zich
nemen.
, Niet-wederkerige overeenkomst: slechts één partij neemt een verplichting op zich
(eenzijdige overeenkomst).
Overeenkomsten zijn rechtsfeiten omdat de rechtsgevolgen verbintenissen zijn.
Voor een overeenkomst is wilsovereenstemming tussen de partijen vereist.
Onrechtmatige daad en rechtsmatige daad zijn ook rechtsfeiten. De wil van de betrokkenen
is hier niet van belang. Deze verbintenissen ontstaan dus niet op grond van een
Art. 6:162
wilsovereenstemming, maar uit de wet. De verbintenis van de schadevergoeding bij een
BW
onrechtmatige daad staat los van je wil. Een feitelijke handeling is een rechtsfeit, omdat er
een rechtsgevolg aan verbonden is.
Blote rechtsfeiten: zonder handeling is er sprake van een rechtsgevolg. Geen sprake van
daadwerkelijke handeling, het gebeurt gewoon. Omdat het recht er wel rechtsgevolgen aan
verbindt, is er wel sprake van rechtsfeiten.
Wanneer werkt een verklaring?
Art. 3:37 Een gerichte verklaring moet de andere partij hebben bereikt om haar werking te hebben.
lid 3 BW Dan is er sprake van een rechtshandeling. Als de verklaring nooit iemand heeft bereikt, kan
de rechtshandeling ook geen rechtsgevolgen hebben.
Bij een mondelinge verklaring komt deze gelijk aan. Een schriftelijke verklaring daarentegen
niet. Het bereikt hebben van de schriftelijke verklaring is het eerste moment waarop
redelijkerwijs kennis kon worden genomen van de verklaring.
Art. 3:37 Van dit artikel kan worden afgeweken. Dit artikel is regelend recht, er mag van worden
BW afgeweken maar als partijen niets regelen, vult dit artikel de leegte op.
De tweede zin van lid 3 bepaald dat wanneer een verklaring tot wie zij was gericht niet of
niet tijdig heeft bereikt, deze toch haar werking heeft indien het niet of niet tijdig bereiken:
1. Het gevolg is van zijn eigen handeling, of
2. Een handeling van een persoon voor wie hij aansprakelijk is, of
3. Van andere omstandigheden die zijn persoon betreffen en die rechtvaardigen dat hij
het nadeel draagt.
Eenzijdige rechtshandelingen: rechtshandelingen die door de wilsuiting (verklaring) van één
persoon tot stand komen. Bij sommige rechtshandelingen kan het beoogde rechtsgevolg
door de wil van één persoon in werking treden (testament en opzegging contract).
Meerzijdige rechtshandeling: de rechtshandelingen waarvoor de verklaring van meer
personen vereist is.
Gerichte rechtshandeling: is gericht tot een bepaalde persoon of personen en moet, om
haar werking te hebben, deze persoon hebben bereikt.
Ongerichte rechtshandeling: hoeft niemand te bereiken om haar werking te hebben en kent
geen duidelijke geadresseerde.
Het opstellen van een uiterste wil (testament) is dus een eenzijdige, ongerichte
rechtshandeling. Het rechtsgevolg treedt strikt genomen pas in bij het overlijden van de
erflater.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller myrthejager. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.