Inleiding ondernemings- en faillissementsrecht (PRI3002)
Institution
Maastricht University (UM)
Book
De kern van het ondernemingsrecht
Een beknopte samenvatting van de verplichte stof (literatuur en arresten) voor het derdejaars blok Inleiding ondernemings- en faillissementsrecht. Deze samenvatting bevat mede alle relevante aantekeningen uit de hoorcolleges en de onderwijsgroepen.
De BV, art 2:175 BW. Kenmerkend is dat deze een of meer in aandelen overdraagbaar kapitaal heef.
3 functes aandelen:
1. Middel om vermogen aan te trekken, art 2 BW: Inbreng verplichtng: aandeelhouder moet
vermogen aan de BV ter beschikking stellen hij verkrijgt 1 of meer aandelen
2. Stemrecht in de aandeelhoudersvergadering is hier in beginsel aan verbonden 2:228, een
aandeel is 1 stem dus hoe meer aandelen hoe machtger.
3. Winstverdelingsfuncte: 2:216 ieder aandeel geef in beginsel recht op een gedeelte van de
winst (dividend)
Een Bv is besloten, aandelen zijn dus niet vrij verhandelbaar. Zij moeten eerst aan de mede
aandeelhouders worden aangeboden art 2:195.
Aandeelhouders/ bestuurders zijn niet aansprakelijk voor hetgeen in de naam van de BV is verricht.
Zie art 2:175 gunstg aansprakelijkheidsregime.
De statuten zijn voor iedereen openbaar 2:180
NV, het minimum kapitaal voor een NV bedraagt 45,000 euro (art 2:67 BW) Daarom kiezen mensen
eerder voor een BV.
Aandelen hebben dezelfde functe als bij een BV:
Aansterken vermogen (2:80 BW) Stemrecht 2:118 BW, winstverdeling 2:105
De aandelen staan niet op naam en zijn dus vrij overdraagbaar, bij een Nv kan het dus voorkomen
dat je niet weet wie er allemaal aandeelhouder zijn.
De rechtspersoon
Een RP is zelf drager van rechten en plichten en is dus een rechtssubject (kan rechtshandelingen
verrichten).
Art 2:1-2:3 is een gesloten systeem ( niet vrij andere RP op te richten dan die in boek 2 zijn genoemd)
BV en NV zijn rechtspersonen.
Voordelen rechtspersoon: beperkte aansprakelijkheid. Makkelijke manier om kapitaal aan te trekken
Eenvoudige manier om eigenaarsbelang over te dragen.
Duale structuur: wet heef bepaald dat er verplicht 2 organen moeten zijn BV, NV, vereniging,
coöperate, niet de stchtng want die heef een ledenverbod
Eenmanszaak
1 natuurlijk persoon drijf de zaak, er is dan geen onderscheid tussen privé en zakelijke schulden. Er is
sprake van één vermogen. Art 3:276/277 BW, geen onderscheid zaak en privé verhalers.
Vereniging en stchtng
Niet geschikt als ondernemingsvorm zij mogen namelijk geen winst uitkeren art 2:26 lid 3
Een stchtng heef geen leden, ledenverbod 2:285 lid3, een verenging wel dus die heef ook een
ledenvergadering.
bij een rechtspersoon staat het privé vermogen los van de rechtspersoon.
Organisates zonder rechtspersoon kennen geen scheiding van vermogen. Er is dan sprake van
directe vermogensrechtelijke betrokkenheid.
Verhaal bij een niet rechtspersoon (vof, cv):
Men spreekt van een afgescheiden vermogen, een zaaksvermogen. Er is dus een zaaksvermogen en
een privé vermogen. Vennootschapsschuldeisers kunnen zich op het zaaksvermogen verhalen , privé
schuldeisers zullen moeten wachten totdat dit zaaksvermogen op is en kunnen dan gelijktjdig met
de vennootschuldeisers verhaal halen op het privé vermogen.
3 personenvennootschappen:
Dit zijn pure overeenkomsten en geen insttuten zoals de bv en de nv.
Onderstaand schema is van belang. Maatschap = vennootschap
Tweelingdagvaarding: het dagvaarden van zowel de vennootschap als de individuele vennoten. Zo
kan er ook worden verhaald op het privé vermogen. Anders zou alleen op het zaaksvermogen
kunnen worden verhaald.
De vennootschappen ziten nog tussen natuurlijke personen en rechtssubjecten in, zij zijn namelijk
geen rechtspersoon maar hebben wel procespersoonlijkheid.
,De interne verhoudingen:
Rechtsverhouding tussen de maten/vennoten onderling – in zowel maatschap, VOF als CV! (zijn
allemaal identek!)
Art. 1655 e.v. boek 7A BW: (benoemde) overeenkomst tot samenwerking (de wil moet hierop gericht
zijn)
Verschil rechtspersoon: 1. De manier van oprichten (overeenkomst en boek 2) 2. Rechtspersonen
hebben een ‘eigen’ vermogen, ze zijn een insttuut. Personenvennootschappen hebben een zaaks
vermogen en privé vermogen. 3. rp Boek 2 BW is van dwingend recht, een pv kent veel
contractsvrijheid
intuitu personae-karakter: niet inwisselbaar, 7a:1683 sub 4. De maatschap is persoonsgebonden
Inbreng in de gemeenschap: een maatschap is gebaseerd op de inbreng van de ‘maten’
inbrengverplichtng. Het ter beschikkingstellen van goederen of diensten ten dienste van het
gemeenschappelijke winstdoel. Wat kan worde ingebracht? Art 7a:1662.
Manieren van inbrengen:
1. Juridisch overdragen, inbrengen van eigendom: vennoten worden gezamenlijk eigenaar
(verkrijgen eigendom) van het goed. Het huis van 200,000 is op het einde van de maatschap
nog steeds voor 200,000 van jou. Wel verrekening waarde verandering, gezamenlijk risico op
waarde verlies. Art 3:84 speelt hierbij een rol, je hebt een overeenkomst van maatschap
nodig. Je hebt ook art 3:96 nodig.
2. Inbreng van genot: hier wordt geen eigendom door de vennoten verkregen, als hier een
tegenprestate tegenover staat is er geen sprake van inbreng! Geen verrekening waarde
verandering, dus ook geen gezamenlijk risico op waardeverlies. Het ontstaan van een
vermogensrecht: het ontstaan van een rechts afdwingbaar genotsrecht bij niet nakoming
wanprestate wegens niet nakomen van de overeenkomst van maatschap.
3. Het goed wordt economisch ingebracht: combinate inbreng van eigendom en inbreng van
genot. Het eigendom wordt niet overgedragen maar er is wel een gezamenlijk risico op
waardeverlies, verrekening einde vennootschap.
ontstaan van een goederrechtelijke gemeenschap tussen de vennoten art 3:166
Er is sprake van een gebonden gemeenschap, beschikkingsgebondenheid ten aanzien van hetgeen is
ingebracht.
, Beheren en beschikken: beheren alledaagse verrichtngen, beschikken je hebt toestemming van de
‘maten’ nodig.
Verdeling van het voordeel:
Eerst kijken in de ovk, niks geregeld? Dan verdelingsmodel van art 7a:1670, winst naar rato van de
inbreng.
Een vennoot mag nooit van de winst worden uitgesloten nietg
1.Maatschap
De maatschap is de grondvorm van de vof en de cv (dit zijn dus gekwalifceerde maatschapsvormen)
Art 7a:1655 BW
Onderdelen maatschap:
1. Overeenkomst tot samenwerking (gelijkwaardige relate)
2. Inbrengverplichtng
3. Oogmerk om vermogensrechtelijk voordeel te behalen
2.VOF (vennootschap onder frma)
Heef proces persoonlijkheid, art 51 Rv.
art 16 WvK
3. CV (Commanditair vennootschap
Specus van het genus VOF
Heef proces persoonlijkheid, art 51 Rv
art 19 WvK
bestaat uit beherende vennoten en stlle vennoten. Stlle vennoten brengen hun aandeel in en zijn
alleen aansprakelijk van hun deel, art 20 lid 3 WvK
Stappenplan de kwalifcate van 3 bovenstaande:
1. Maatschap art 7a:1655 BW
2. Openbaar of stl? Openbaar: indien de maatschap op duidelijke en kenbare wijze onder een
bepaalde gemeenschappelijke naam deelneemt aan het economisch en juridisch verkeer. De
maatschap moet onder deze naam als contractspartj optreden. Stl: geen
gemeenschappelijke naam, derden zijn niet op de hoogte van het bestaan van de maatschap.
3. Bij stl is beroep of bedrijf niet relevant want het is bij allebei een maatschap
4. Bij openbaar moet je vervolgens kijken naar beroep of bedrijf, hier zijn geen vaste regels
voor. Beroep Persoonlijke kwaliteiten en persoonlijke dienstverlening. Is er sprake van een
vertrouwelijke relate? Kijk hiervoor naar de verkeersopvatngen. Vb advocaat, arts Bedrijf
meer economisch belang
5. Conclusie beroep: Maatschap, want VOF kan niet zie art 16 WvK hier staat het woord bedrijf
leterlijk in.
6. Conclusie bedrijf: alleen beherende vennoten? VOF beherende en stlle vennoten CV
College 1
Ondernemingsvormen en rechtsvormen
Onderneming: Samenwerkingsverband waarbij winstoogmerk , proft, of beperking van de kosten
voorop staat.
Natuurlijk persoon (alleen) eenmanszaak
Natuurlijke personen gezamenlijk maatschap/ VOF/ CV
Rechtspersoon NV, BV
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller um61327. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.