Geen zin of tijd om alle web- en hoorcolleges te kijken? Dan is dit bestand de perfecte oplossing! dit zijn de aantekeningen van alle hoorcolleges EN wegcolleges van het vak Recht in de creatieve industrie wat wordt gegeven in het tweede jaar van de studie MIC aan de HvA. Alle belangrijke onderwerp...
Recht in de creatieve industrie:
aantekeningen colleges.
Dit is een document met alle aantekeningen uit de hoor- en werkcolleges van het vak Recht in
de creatieve industrie wat wort gegeven in het tweede jaar van de opleiding MIC aan de HvA.
In dit document staan alle ondewrwerpen duidelijk uitgelegd
Slides staan op de modulepagina.
Webcollege links staan rechts op de modulepagina onder ‘ links’ .
Toetsing 45 meerkeuze vragen.
- Over het boek.
Wat wordt behandeld:
- Auteursrechten
- Gebruik van beeld. (beeldmerken, logo’s)
- Parodieën (grappen) – wat mag wel/niet, wat zijn grenzen.
- Regels voor reclames, commerciële communicatie.
- Privacy
- Aansprakelijkheid/ schadevergoedingen. Wanneer ben je aansprakelijk voor content die is
geplaatst.
Op basis van leerdoelen worden vragen gemaakt!
Wetsartikelen hoef je niet te kennen. Dus welk artikel het is (bijv. WB artikel 6) wel wat er in
hert artikel staat.
Hoorcollege 1:
Leerdoelen:
- Je kent de verschillende rechtsbronnen en rangorde
Invloed van internationaal recht op nationaal recht uitleggen
Je kent de volgorde van rechtsbang
Hoe jurisprudentie tot stand komt en hoe de rechter interpreteert.
Kort geding: korte versie van een rechtszaak. Het gaat hierdoor veel sneller waardoor er sneller een
uitspraak is. Hierdoor kan je bijv. voor zijn dat een bepaald artikel met namen wordt gepubliceerd.
- Bijv. in Nederland wilde Kemna Casting dat de Nieuwe Revu de namen van personen die
castings deden bij hun uit een artikel werden gehaald over seksueel misbrijk etc (meToo).
Hiervoor deden zij een kort geding (hebben ze verloren.)
Bij grote bedrijven heb je vaak bedrijfsjuristen rondlopen, waar je advies kan vragen wanneer je denkt
dat er een juridisch risico kan zijn.
Het recht:
- Rechten / regels zorgen ervoor dat de samenleving in goede banen wordt geleid.
,Rechtsbronnen:
Je vindt rechten in:
- De wet – codificatie van regels.
o Regels zijn opgeschreven en staan in een wetboek. Hierdoor is er nationale wetgeving.
- Jurisprudentie – uitspraken van de rechter.
o Rechten vind je ook in de praktijk, bij de rechter. De rechter bepaald hoe je een regel
bijv. interpreteert en hier zie je wat de inpak is van een regel. \
- Gewoonterecht – niet gecodificeerd, gedragslijn, rechtsplicht.
o Bijv. als je een koop verzegeld met een handdruk. Normaal gesproken teken je bijv.
een contract bij een grote koop (bijv. een huis). Soms kan je bijv. ook met een
handdruk je koop ‘ officieel’ maken.
Dus het recht vind je in : de wet, jurisprudentie en gewoonterecht.
Stelling: Europa heeft veel invloed in Nederland.
Territorialiteit – internationaliaal.
Territorialiteit: Rechten van landen verschillen allemaal. Landen mogen rechten maken voor hun
eigen grondgebied. Dit omdat landen soeverein zijn, dit houd in dat landen alleen de baas zijn op hun
eigen gebied. \
- De soevereiniteit bepaald dat landen zelf mogen bepalen wat ze in hun land doen.
Om toch te kunnen samenwerken zijn ver verdragen.
- Verdragen (bijv. verdrag voor de rechten van de mens) zorgen ervoor dat landen kunnen
samenwerken. Landen leveren daardoor een deel van hun soevereiniteit in.
- Verdragen zorgen voor verplichtingen voor landen.
- Voorbeeld verdrag: the treaty of peace van duitsland.
- Bijv. het verdrag tegen marteling. (sommige landen doen hier niet aan mee. Bijv. de VS,
China.)
Er zijn ook verklaringen.
- Bijv. verklaring dat een bepaalde CO2 uitstoot wil verminderen.
- Bij verklaringen is er geen sprake van verplichting.
Het hoogste orgaan/instantie in de internationale samenleving zijn de Verenigde Naties.
- De VN veiligheidsraad ziet er op toe dat alles goed gaat.
- Zij zijn de enige die geweld mogen gebruiken in Internationale conflicten.
De Europese Unie.
- Primair gemeenschapsrecht: verdragen.
- Secundair gemeenschapsrecht: verordening, richtlijnen. \
o Richtlijnen zijn minder streng. Je hebt bijv. richtlijnen voor privacy. Dan moet elk
land daar wel aan werken, maar niet alle landen in even mate even sterk.
o Vorderingen zijn dwingend in hun aard.
Hier moet elk land echt exact hetzelfde doen. Dit is dus moeilijker af te
dwingen.
In de Europese Unie zijn behoorlijk veel soevereiniteit ingeleverd. Bijv. een gezamenlijke munt, geen
‘ grenzen’ (je kan vrij reizen).
Overzicht Nederlandse recht:
Nederland recht
, 1. Publiekrecht = staat vs. Burger.
De staat heeft een machtsmonopolie (maken, bedenken de regels en straffen, hier moet je als
burger tegen beschermd worden. )
a. We hebben hiervoor Staatsrecht: wij mogen kiezen wie er in de overheid zit.
i. In het dagelijks leven bijna niks mee te maken, behalve als je gaat stemmen.
b. Bestuursrecht:
i. Hierin staat onderverdeeld wie de regels mogen maken.
1. Staat
2. provincie
3. Gemeente
4. Waterschap.
5. Vb: vergunningen aanvragen.
2. Privaatrecht. = burgerlijk recht = civielrecht. Gaat over de rechten van mensen onderling.
Dit is het oudste recht wat wij hebben. Gaat over rechten van eigendom.
a. Intellectueel eigendom: eigendom van alles wat jij creëert
b. Vermogensrecht: gaat over alles wat geld opbrengt.
Strafrecht:
- Regels
- In webeok staatn straffen voor overtredingen die niet kunnen.
- Je ziet nooit dader en slachtoffer in een rechtzaal.
o Bij het strafrecht staan twee partijen niet fysiek tegen elkaar.
Grondrechten:
Klassieke grondrechten: beschermen ons tegen te veel overheidsbemoeienis.
- Vrijheid van meningsuiting.
- Verbod op discriminatie: overheid mag niet discrimineren.
- Recht op privacy: overheid wordt beperkt in hoeverre zij jou mogen volgen.
Sociale grondrechten: overheid moet voorzieningen treffen.
- Recht op werk, wonen, onderwijs en volksgezondheid.
Trias Politica:
Trias policia houdt in:
- Strikte scheiding der machten. Het onderscheidt bestaat uit:
o Wetgevende macht
Staten generaal. Bevolking kiest die.
o Besturende macht
Provincie, gemeente.
o Rechtssprekende macht.
Onafhankelijke rechtelijke macht. Onafhankelijke rechters.
politicus, gemeente en rechters moeten los van elkaar kunnen opereren.
Totstandkoming van rechten.
Ook op provinciaal niveau zijn wetten.
- Wat op provinciaal niveau wordt gesproken mag niet in gaan tegen wat op nationaal niveau is
besloten.
- Provinciale verordeningen:
o Denken na over ruimtelijke ordening en milieu wetgeving.
Dit gaat de provincie aan, maar niet de gemeente.
, Nationale wetgeving heeft het te druk om zich druk te hoduen met de
provincie, daarom wordt dit onderverdeeld
Onderverdeling = decentralisatie.
Een burgemeester kan een noodverordening vragen, dat geld dan alleen plaatselijk.
- Bijv. dat de burgemeester van Amsterdam uitroept dat er een avondklok is als er dreiging is
van een aanslag.
o Dat geld dan alleen voor Amsterdam en maar voor een bepaalde tijd.
Dus:
Er is nationaal, privinciaal en gemeentelijk niveau.
In een rechtszaal:
- 3 rechters (dan kom je er altijd uit)
- Onafhankelijk
- Rechtsgeleerd. Na hun studie rechten nog een studie gedaan.
deze mensen mogen rechtspreken.
De rechtsgang.
1. Eerst heb je de rechtbank, hier ga je heen, dit is ‘ in eerste aanleg’ gaan.
2. Dan kom je bij de rechter, die doet een uitspraak. Dit is onderdeel van de jurisprudentie.
a. Als je het niet eens bent met de uitspraak kan je in hoger beroep gaan.
- Dan kom je bij het Hof van Justitie. Die doen dan ook weer een uitspraak. Als je dan weer
verliest kun je in casatie gaan naar de Hoge Raad.
- De uitspraak van de Hoge Raad is een van de belangrijkste uitspraken die er zijn. Hun
uitspraak noem je een arrest. Duurt lang voordat deze een uitspraak doen. Het kan 6 tot 8 jaar
duren tot je dan een definitief oordeel hebt. a
o Wat de Hoge Raad zegt is de hoogste versie van jurisprudentie die er is.
- Als je het hier ook niet mee eens bent kun je naar het Europese hof van justitie.
o Hier gaat het echt over grondrechten.
Als je met goede argumenten wil komen als rechter in een rechtszaal kan je altijd kijken naar oude
zaken.
Stelling: een agent mag je aansrpeken met ‘ Conjo’
Interpretatie van de wet
Voor het toepassen van de wet moet je de wet gaan interpreteren.
Grammaticale intrepretatie:
Een rechter kijkt met grammaticale interpretatie wat er eigenlijk staat in de wet. Wat betekend het
wordt dat er staat.
Bijv. rijden onder invloed:
De rijbevoegdheid van Willem B mocht niet meer rijden vanwege rijden onder invloed. Hij had aan
een vriend gevraagd of hij hem kon brengen. Zijn vriend was opeens verdwenen maar hij wilde niet
zijn auto laten staan. Hij mocht echter niet rijden want hij had geen rijbevoegdheid. Hij had toen de
motor aangehouden en de auto gaan duwen. Hij werd toen aangehouden en veroordeeld tot rijden
onder invloed.
Deze zaak is tot aan de hoge raad gegaan, en die zei dat hij de auto wel aan het besturen was.
- Hieruit blijkt dus dat het maar net is hoe je intrepreteert (was de besturder aan het rijden).
Vormen jurisprudentie:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller YenteMarlou. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.