Nyenrode Business Universiteit - Master Accountancy - Externe verslaggeving - Aantekeningen met voorbeelden. Het document omvat alles wat in de colleges is behandeld. Van rijtjes tot voorbeelden. Wanneer dit volledig wordt begrepen is de slagingskans groot!
Het doel van de Externe verslaggeving is inzicht geven in de fnanciële positie
(solvabiliteit en liquiditeit) zodat verantwoorde economische beslissingen kunnen worden
genomen door het maatschappelijk verkeer.
Kapstok hiervoor is art 9:362! Deze dien je (als enige artikel) helemaal te kennen! Lid 4:
derogatiebeginsel = je moet afwijken als het inzicht dit vereist.
Daarnaast verantwoording afleggen.
Kwalitatieve kenmerken (ten behoeve van het inzicht):
- Relevant
Als het de economische beslissing van de gebruiker beïnvloedt.
- Betrouwbaar
Deze twee willen soms botsen. Hoe langer het duurt voor je de jaarrekening
krijgt (en wordt vastgesteld) hoe betrouwbaarder de informatie is, maar hoe
minder relevant het wordt. En vice versa.
- Vergelijkbaarheid
o Vergelijkbaarheid in de tijd
o Vergelijkbaarheid in de branche
o Vergelijkbaarheid binnen de jaarrekening
- Begrijpelijkheid
Externe verslaggeving is minder gedetailleerd dan interne verslaggeving. Daarnaast
worden de dingen die niet gemeld dienen te worden ook echt niet gemeld.
Er wordt in de jaarrekening geen toekomstige informatie gegeven omdat het niet hoeft
omdat je dan de concurrentie een kijkje in de keuken geeft.
Er wordt getoetst aan:
- Titel 9
- RJ
- IFRS
- Jurisprudentie
Grootste verschil tussen RJ en IFRS:
RJ is gebaseerd op de Nederlandse wet. RJ is getoetst aan titel 9. Daardoor staan er soms
onlogische dingen in ten opzichte van de IFRS.
IFRS heeft geen wet, zijn internationale richtlijnen.
Eigenlijk kan je zeggen dat de RJ is gebaseerd op de IFRS, maar getoetst aan de
Nederlandse wet.
Het stramien:
Grondbeginselen:
- Toerekeningsbeginsel (tegenhanger = kasstelsel)
o Kosten moeten worden toegerekend aan de opbrengsten
- Continuïteitsbeginsel (tegenhanger = liquidatiewaarde)
o Waardering op basis van de veronderstelling dat de onderneming een jaar
na het opstellen van de jaarrekening bestaat?
,Principes:
- Matchingsprincipe
Kosten matchen aan de opbrengsten
- Realisatieprincipe
Opbrengsten nemen zodra deze gerealiseerd zijn
- Voorzichtigheidsprincipe
Verliezen nemen zodra ze worden voorzien
- Substance over form
- Stelselmatigheid
Gelijke grondslagen binnen de jaarrekening. Als je afwijkt: toelichten. IFRS = 2 jaar
vergelijkende cijfers aanpassen; RJ = 1 jaar vergelijkende cijfers aanpassen.
Waarderingsgrondslagen
Hoe bepaal je de waarde van een post op de balans?
- Historische kostprijs
- Marktwaarde / fair value / reële waarde
- Bedrijfswaarde
- Directe opbrengstwaarde (in geval van liquidatie: opbrengsten – verkoopkosten)
Besluit actuele waarde doorlezen!
Er zijn verschillende actuele waardes
- Actuele waardes volgens het besluit actuele waarde:
o Actuele kostprijs (actuele inkoopprijs voor exact dat goed, rekening
houdend met de gedane afschrijvingen)
o (Directe) opbrengstwaarde (marktprijs – verkoopkosten)
o Indirecte opbrengstwaarde | Bedrijfswaarde
o Marktwaarde | Fair value | Reële waarde
Prijs die tot stand komt wanneer:
Twee partijen
Goed ingelicht zijn
En onafhankelijk zijn
En je bereid bent tot handelen (en dus niet gedwongen wordt)
Waarderings-drietrapsraket
- Marktnotering
- Vergelijkbaarheid
- Waarderingsmodel
Waarderingsgrondslagen:
o Vervangingswaarde (wat kost een nieuw goed met hetzelfde economisch
nut?)
o Reële waarde
o Indirecte opbrengstwaarde
o Actuele kostprijs (de prijs die je nu betaalt voor hetzelfde goed, verminderd
met het percentage dat je afgeschreven zou hebben tot dusver) – Vrij rare
methode
Activa
Activeringscriteria:
, - Omvang betrouwbaar vast te stellen. Wat betekent dat het vrij moet zijn van
wezenlijke fouten. Dit betekent weer dat de eventuele fout de economische
beslissingen beïnvloedt.
- Ontstaan vanuit het verleden.
- Economische beschikkingsmacht hebben (Eigendom)
- Toekomstige economische voordelen
Passiva – vreemd vermogen of verplichting
Criteria:
- Toekomstige uitstroom van middelen is waarschijnlijk. (dit is het verschil tussen
eigen vermogen en vreemd vermogen)
- Feitelijk of in rechten afdwingbare verplichting
- Betrouwbaar zijn vast te stellen
- Ontstaan uit het verleden.
Twee soorten:
- Voorzieningen
o Je gaat alleen iets voorzien op het moment dat er geen (hogere)
opbrengsten voortvloeien uit de kosten die worden gemaakt.
- Schulden
Eigen vermogen
- Sluitpost tussen bezittingen – schulden.
- Geen toekomstige uitstroom van middelen
- Aandelen zijn eigen vermogen. Het verschil tussen RJ en IFRS is de waardering van
de cumulatief preferente aandelen. RJ zegt dat dit eigen vermogen is. IFRS stelt
dat er een verplichte uitstroom van goederen is en het daarom vreemd vermogen
is. (wanneer er weer winst gemaakt wordt, worden de niet uitgekeerde winsten +
de winsten van het betrefende jaar alsnog uitbetaald aan de aandeelhouder)
Baten
Vermeerdering van het economisch potentieel.
Lasten
Vermindering van het economisch potentieel.
Alle regels die door de RJ en IFRS worden bedacht moeten te toetsen zijn aan het
stramien (fundament voor de hele Externe verslaggeving)
De relevante verdisconteringsvoet (voor de toekomstige opbrengsten) is voor elk bedrijf
anders en is afhankelijk van de rente aan de passivazijde van de balans.
Dit is afhankelijk van
- Eigen vermogen
- Vreemd vermogen
Over het algemeen is eigen vermogen duurder omdat het afhangt van het risico en het
risico op het eigen vermogen hoger is.
, 1.2 Opbrengstverantwoording
Realisatieprincipe: opbrengsten moet je verantwoorden op het moment dat je voldoet
aan de criteria van opbrengstverantwoording.
Drie categorieën voor opbrengstverantwoording:
- Goederen
- Diensten
- Overig
Verschil tussen de drie categorieën:
Goederen worden ‘at a point of time’ worden geleverd.
Criteria (schuin: afwijkend voor goederen)
- Wanneer de economische beschikkingsmacht wordt overgedragen.
- Overdracht risk and rewards
- Opbrengsten betrouwbaar vast te stellen
- Kosten betrouwbaar vast te stellen
- Aannemelijk dat opbrengsten naar de onderneming toevloeien. (geen opbrengsten
nemen wanneer je van tevoren weet dat de wederpartij niet kan betalen
bijvoorbeeld)
Diensten worden ‘through the time’ worden geleverd.
Criteria (schuin: afwijkend voor diensten)
- Prestatie moet zijn geleverd
- De mate waarin de diensten zijn verricht kan betrouwbaar worden bepaald
- Opbrengsten zijn betrouwbaar vast te stellen
- Kosten betrouwbaar vast te stellen
- Aannemelijk dat opbrengsten naar de onderneming toevloeien. (geen opbrengsten
nemen wanneer je van tevoren weet dat de wederpartij niet kan betalen
bijvoorbeeld)
Overig
Logisch nadenken
Verschil onderhanden projecten en onderhanden werken
Onderhanden projecten: In opdracht van derden
Tussentijds winst nemen volgens (hoofdregel:) percentage of completion.
Dit doe je naar rato van de kosten die zijn gemaakt op basis van de voorcalculatie.
Onderhanden werken: Voorraad voor je eigen risico
Geen winstnemen tussendoor
Als je geen betrouwbare voorcalculatie kan maken is de zero proft methode toegestaan.
Je neemt dan de opbrengsten die net zo hoog zijn als de kosten die tot dusver zijn
gemaakt.
IFRS 15 (samengestelde transactie – eventueel goederen en diensten door
elkaar)
IFRS 15 is van toepassing op het moment dat er iets gratis is in de levering. Gratis papier
bij de printer, gratis onderhoud bij de machine, gratis telefoon bij het abonnement. Ook
daar moet je immers opbrengst over nemen.
Stappenplan omzetverantwoording
1. Identifceren van het contract met een klant
2. Identifceren en separeren van de prestatie
3. Bepalen transactieprijs
4. Alloceren van de transactieprijs naar de individuele prestatieverplichting
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MrGreen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.
