Uitwerkingen van werkgroepopdrachten Contractenrecht (voor Rechtsgeleerdheid en Notarieel Recht aan de VU). Geschreven in studiejaar 2018/2019. Het document bevat de antwoorden uit alle weken (week 1 t/m 7). Compleet.
Werkgroepopdrachten Contractenrecht 2018/2019
Deze samenvatni bestaat uit alle uitwerkinien van de opdrachten per week uit het
werkboek Contractenrecht 2018/2019 (week 1 t/m 7). Tevens aanievuld met opmerkinien
van de docent, arresten en passaies uit het boek/het hoorcolleie.
Wat u van een arrest vooral moet weten, is:
•welke rechtsvraai de Hoie Raad door middel van een rechtsreiel heef beantwoordd
•hoe die rechtsreiel luidtd
•hoe die rechtsreiel in de rechtsontwikkelini pastd en
•hoe die reiel moet worden toeiepast op een concrete casus.
Arresten:
1.HR 19 mei 1967, ECLI:NL:HR:1967:AB5287, NJ 1967/261 (Saladin/HBU).
2.HR 17 december 1976, ECLI:NL:HR:1976:AC5835, NJ 1977/241 (Bunde/Erckens).
3.HR 13 maart 1981, NJ 1981, 635 (Ermes/Haviltex).
4.HR 20 juni 1986, ECLI:NL:HR:1986:AD5694, NJ 1987/35 (Deka-Hanno/Citronas).
5.HR 29 september 1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1827, NJ 1996/89 (Van den Bos/Provincial
Insurance).
6.HR 23 januari 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2555, NJ 1999/97 (Jans/FCN).
7.HR 1 oktober 1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2977, NJ 2000/207 (Geurtzen/Kampstaal).
8.HR 4 februari 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA4732, NJ 2000/258 (Kinheim/Pelders).
9.HR 4 februari 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA4728, NJ 2000/562 (Mol/Meijer Beheer).
10.HR 5 januari 2001, ECLI:NL:HR:2001:AA9311, NJ 2001/79 (Mult Vastioed/Nethou).
11.HR 11 januari 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD4925, NJ 2003/255 (Schwarz/Gnjatovic).
12.HR 14 juni 2002, ECLI:NL:HR:2002:AE0659, NJ 2003/112 (Bramer/Hofman Beheer BV).
13.HR 20 februari 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO1427, NJ 2005/493 (Stchtni Pensioenfonds
DSM/Fox).
14.HR 18 juni 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO6913, NJ 2004/585 (Kuunders/Swinkels).
15.HR 1 oktober 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO9496, NJ 2005/499 (Taxicentrale Middelburi
BV/Gesink).(*)
16.HR 22 oktober 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO9494, NJ 2006/597 (Endlich/Bouwmachines).
17.HR 12 auiustus 2005, ECLI:NL:HR:2005:AT7337, NJ 2005/467 (CBB/JPO).
18.HR 2 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT6684, NJ 2011/574 (Linthorst/Echoput).(*)
19.HR 28 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ9854, NJ 2012/685 (De Ronde
Venen/Stedin).(*)
20.HR 22 juni 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW5695, NJ 2012/396 (ABN Amro/X.).(*)
21.HR 8 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY4600, NJ 2014/497 (Van de Steei/Rabobank).(*)
22.HR 7 februari 2014, ECLI:NL:HR:2014:260, NJ 2015/274 (Afvalzori c.s./Slotereind).(*)
23.HR 17 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:95, NJ 2014/236 (Kenter/Slierinis).(*)
24.HR 17 juli 2017, ECLI:NL:HR:2017:1355 (Compaen) (*)
,Week 1
Zoals vermeld in de Cursushandleidini (zie par. 1) bouwt het vak Contractenrecht voort op
het eerstejaarsvak Inleidini Verbintenissenrecht. In dat vak zijn we onder andere inieiaan
op de vraai hoe overeenkomsten tot stand komen. In deze eerste week is het van belani dat
u zich noi eens ioed in het leerstuk van de totstandkoming van overeenkomsten verdiept,
omdat dat leerstuk de basis vormt voor de beantwoordini van de (nieuwe) vraai hoe
contractpartien gebonden raken aan algemene voorwaarden die een van de partjen op de
overeenkomst van toepassini zou willen verklaren. In het verlenide daarvan kan ook de
vraai worden iesteld wat rechtens is in het ieval dat beide partjen van menini zijn dat hun
eiien aliemene voorwaarden op de overeenkomst van toepassini zijn. De beantwoordini
van deze vraien komt als eerste aan bod in deze week.
Dat partjen iebonden zijn aan tussen hen overeeniekomen aliemene voorwaarden,
betekent vervoliens noi niet dat de iebruiker daarvan zich altjd jeiens diens contractuele
wederpartj op een bedini in die voorwaarden zal kunnen beroepen. Zoals we later in week
3 noi zullen zien, is het bedini vernietibaar wanneer het onredelijk bezwarend is voor de
wederpartj (dan iaat het dus over de inhoud van het bedini). Ook is het moielijk – en dat is
een kweste waar we in deze week al op zullen iniaan – dat de iebruiker van de aliemene
voorwaarden een op hem rustende informateplicht met betrekking tot die algemene
voorwaarden niet is naiekomen met als ievoli dat het bedini eveneens vernietibaar is
(dan iaat het dus over de vraai of de wederpartj een redelijke moielijkheid heef iehad om
van het bedini kennis te nemen).
Een laatste leerstuk waar we in deze week aandacht aan zullen besteden is het leerstuk van
afgebroken onderhandelingen. De totstandkomini van een overeenkomst wordt in de
praktjk dikwijls voorafieiaan door een (precontractuele) fase waarin partjen met elkaar
over de beooide overeenkomst onderhandelen. Hoe ‘vrij’ zijn partjen eiienlijk om in die
onderhandelinisfase te doen en laten wat ze willen? Kunnen ze in die fase op elk iewenst
moment bijvoorbeeld weer uit elkaar iaan? En iesteld dat de vrijheid om onderhandelinien
af te breken juridisch is beirensd, wat zijn dan de rechtsievolien wanneer die irenzen
worden overschreden?
Verplichte opgaven
CASUS HORECA TOTAAL
1) Hoe beoordeelt u het standpunt van Passie?
Leerstuk van iebondenheid aan de aliemene voorwaarden. De aanbod en aanvaardini
daarvan op irond van art. 6:217 BW en wilsvertrouwensleer van 3:33 jo. 3:35 BW staat ter
discussie. Food heef in de ooertes (het aanbod) haar aliemene voorwaarden van
, toepassini verklaard en iaat ervan uit dat haar aliemene voorwaarden van toepassini zijn.
Passie stelt op haar beurt dat in de opdrachtbevestiini (de aanvaardini) niet is ierept over
toepasselijkheid van de aliemene voorwaarden van Food, en dat deze dus niet van
toepassini zijn.
Dit betekent dat er dus discussie ontstaat over de wilsvertrouwensleer van art. 3:33 jo. 3:35
BW. Is er wilsovereenstemmini bereikt? Er is ieen sprake van een nadrukkelijke aanvaardini
van de aliemene voorwaarden. Mocht Food iezien de omstandiiheden van het ieval erop
vertrouwen dat haar aliemene voorwaarden van toepassini zijn/zijn aanvaard? Zie
iezichtspunten uit arrest Linthorst/Echoput (r.o. 3.6.4): er is sprake van uitvoeriie
onderhandelinien tussen professionele partjend in alle ooertes is verwezen naar de
aliemene voorwaardend in de laatste ooerte is dit echter naielatend de aliemene
voorwaarden van Food zijn niet (nadrukkelijk) van de hand iewezen.
Conclusie: de aliemene voorwaarden zijn op de overeenkomst van toepassini op basis van
ierechtvaardiid vertrouwen. Het verweer van Passie heef ieen kans van slaien.
NBd als bijvoorbeeld niet werd verwezen naar een eerdere ooerte, kan er iezien de overiie
omstandiiheden van het ieval sprake zijn van een nieuw aanbod. Dus dan zal je antwoord
anders luiden.
2) Welke algemene voorwaarden ziin in beginsel van toepassing op de tussen partien
gesloten overeenkomst?
In dit ieval is sprake van batle of forms op irond van art. 6:225 lid 3 BW. Beide partjen
verwijzen naar de eiien aliemene voorwaarden. In dit ieval komt er in beiinsel aan de
tweede verwijzini ieen werkini toe, indien de aliemene voorwaarden van de eerste
aanbieder niet nadrukkelijk van de hand wordt iewezen. In dit ieval ielden de aliemene
voorwaarden van Food (de eerste verwijzer).
Ook wel frst-shot. Deiene die als eerste verwijst naar zijn aliemene voorwaarden, in de
reiel de aanbieder, en als de wederpartj deze niet uitdrukkelijk van de hand wijst dan
ielden de aliemene voorwaarden van de eerste aanbieder/verwijzer art. 6:225 lid 3 BW.
NBd standaard bedrukte briefpaper waarop staat dat de aliemene voorwaarden van
toepassini worden verklaard door de wederpartj ielden niet als nadrukkelijke afwijzini.
3) Hoe beoordeelt u deze stelling van Passie?
In dit ieval is sprake van (snelle) iebondenheid in de zin van art. 6:232 BW. Hiermee is
Passie iebonden aan het bedini, zelfs als hij het specifeke/concrete artkel of inhoud niet
kende. Kennis van de inhoud is namelijk ieen vereiste voor iebondenheid. De stellini van
Passie is derhalve onjuist.
NBd of er sprake is van een overeenkomst in de zin van art. 6:217 BW of
wilsovereenstemmini in de zin van art. 3:33/3:35 BW staat hier niet ter discussie, dus niet
noemen bij een derielijke vraai.
4) Hoe beoordeelt u deze stelling van Food?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pharaah. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.05. You're not tied to anything after your purchase.