Theorie en de Geschiedenis van de Sociale Geografie
Summary
Samenvatting Denken over regio's Tentamen 2
28 views 0 purchase
Course
Theorie en de Geschiedenis van de Sociale Geografie
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Book
Denken over regio\'s
Samenvatting van het tweede tentamen van het vak 'Theo van de Geo' van de bachelor Sociale Geografie en Planologie aan de UU (studiejaar ). Het bevat drie bestanden van: 'Het Geografisch Huis' H7 t/m 12, 'Denken over Regio's' H1, 8, 9 en 10, en handout 'Wetenschapsfilosofie'. Ik heb met deze samenv...
Theorie en de Geschiedenis van de Sociale Geografie
All documents for this subject (29)
Seller
Follow
ae97
Reviews received
Content preview
Denken over regio’s Tentamen 2
H1 De geografie van regio’s, regio’s in de geografie
Dit hoofdstuk gaat over de vraag of regio’s nog wel belangrijk zijn in een wereld die meer in de
ban lijkt van eenwording en integratie; heeft de sociale geografie nog wel een toekomst?
McDonaldization (door socioloog Georg Ritzer, 1993) = de opmars van de principes waarmee
fastfoodrestaurants worden gerund
1. Maximale efficiëntie
2. Het meten van alles in kwantitatieve kosten en baten
3. Voorspelbaarheid zodat elke klant altijd en overal weet wat hij kan verwachten voor zijn
geld
4. Het beheersen van de gang van zaken m.b.v. geavanceerde technologie
Initiatieven van plaatselijke groepen mensen op de globalisering van de economie:
• Local exchange trading systems (LETS) = munten die in een lokaal of regionaal netwerk
van huishoudens, winkels, bedrijven worden verdiend en uitgegeven, soms met steun
van banken/overheden. Ze bestaan naast (niet i.p.v.) de officiële munt zoals de euro of
dollar.
• Slow Food = reactie op het wereldwijde oprukken van fastfood.
Endogene regionale ontwikkeling = ontwikkeling die voortkomt uit initiatieven uit de regio zelf,
van samenwerkende actoren en organisaties (exogeen = vanuit de overheid/actor boven de
regio)
Upscaling/downscaling = overhevelen van besluitvorming naar Brussel/besluitvorming op laag
schaalniveau → subsidiariteit; besluitvorming op het meest geschikte schaalniveau
(Provinciaal) chauvinisme = overdreven vorm van patriotisme; het ophemelen van het eigen
land, volk, taal of regio
Zero sum game = een sterkere machtspositie van de een leidt tot een zwakkere van de ander
Devolutie = de overheveling van de macht uit de nationale hoofdstad naar regio’s; voorbeeld 1,
in Spanje na de dood van dictator Franco in 1974 → loste veel problemen op; voorbeeld 2, na het
verdwijnen van oude machthebber Suharto in 1999 kregen regio’s meer vrijheid (niet meer
Jakarta)
Modernisme = zoekt naar een universele orde en samenhang in de objectieve bestaande
werkelijkheid, waarover veelomvattende theorieën te formuleren zijn, die vervolgens op hun
waarheidsgehalte kunnen worden getoetst aan empirische data (statistieken, enquêtes etc.)
Postmodernisme = legt de nadruk op het gefragmenteerde/onoverzichtelijke/veelvormige,
zowel in de werkelijkheid zelf als in het denken over die werkelijkheid. Elke theorie construeert
een eigen (verhaal) werkelijkheid/eigen wereld/eigen waarheid; het vergelijken van die
theorieën op hun waarheidsgehalte is niet meer mogelijk. → bewustzijn gecreëerd dat kennis
geconstrueerd is.
, Belangrijke personen
• Hendrik Blink (1903): Van Eems tot Schelde. Wandelingen door oud en nieuw Nederland.;
in zijn boek praat hij over vandalisme van het nivelleringsproces op veel plaatsen.; Hij
legde aan het begin van de 20e eeuw de grondslagen voor de economische geografie in
Nederland.
• Van Houtum en Lagendijk (2001): meerkernige regio’s zijn door belangen gestuurde
constructies; gevestigde, al langer bestaande bestuurlijke regio’s (provincies,
agglomeratiebesturen etc.) waarderen de komst van nieuwe bestuursregio’s niet altijd;
zero sum game
• Richard Morrill (1970): het ruimtegebruik van mensen is ‘overal’ hetzelfde; universele
principes van menselijk gedrag → 1. De noodzaak om plaatsen en gebieden zo te
gebruiken dat ze een maximale opbrengst opleveren; 2. De ruimtelijke rangschikking van
grondgebruik te kiezen waarbij transportkosten minimaal zijn > lokale/regionale
omstandigheden kunnen het ideale (maximale efficiëntie) patroon van grondgebruik
verstoren, zoals een bergrug die een barrière kan vormen voor transport.
• Walter Christaller (1933): in 1933 had hij gezocht naar wetten die de ruimtelijke
spreiding en hiërarchie van nederzettingen bepaalden, zijn ‘centraleplaatsentheorie’ →
hierin worden nederzettingen opgevat als plaatsen die voorzieningen aanbieden voor
het ommeland en op grond daarvan kunnen bestaan.
Tot jaren 50: alle energie van de geografie was gaan zitten in het beschrijven van regio’s en het
in kaart brengen van verschillen tussen regio’s → progressie in de wetenschap vergde het
vinden van wetten.
Rond jaren 60 en 70: bescheiden interesse van geografen voor regio’s
• Te maken met veronderstelling dat wetenschappers algemeen geldende wetten dienden
te formuleren → spatial analysts (natuurwetenschappen) (= modernistische
benadering)
• Sociale wetenschappen zouden de natuurwetenschappen na moeten doen door ook
wetten te formuleren over de structuur en ontwikkeling van samenlevingen en hun
gebruik van de ruimte
• In sociale wetenschappen en ruimtelijke analyse werd gezocht naar wetmatigheden;
geen deterministische wetten maar probabilistische wetten (= o.b.v. risico’s en
onzekerheden)
H9 ‘Andere’ regio’s
Dit hoofdstuk gaat over de ‘vergeten regio’s’ van ‘vergeten groepen’. Er is tegenwoordig nog
steeds sprake van een continuüm:
1. groepen die voldoende macht hebben om regio’s te construeren en dat doen conform
hun belangen
2. groepen die het aan macht ontbreekt: hun regio’s worden/werden vergeten (niet per se
met opzet)
Feministische benadering (geografie): rond jaren 1980
Postmodernisme (drie betekenissen):
1. kunststroming: architectuur; collage van vormelementen/stijlen; veelvormigheid; individuele
beschouwer staat centraal
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ae97. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.