Wie betaalt de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet aan de
Belastingdienst?
a. De werknemer
b. De werkgever
c. Zowel de werknemer als de werkgever
Sinds de invoering van de Wet uniformering loonbegrip op 1 januari 2013
betaalt de werkgever de bijdrage volledig aan de Belastingdienst. De
werknemer ziet deze bijdrage dan ook niet meer terug op het loonstrookje.
Vraag 2.
Volgens de arbeidsdeskundige is Daisy 85% arbeidsongeschikt als gevolg van
een ongeluk. De keuringsarts stelt vast dat er kans op herstel is binnen 5 jaar.
Ze voldoet aan de weken- en jareneis.
Voor welke uitkering komt Daisy in principe in aanmerking?
a. Een IVA-uitkering
b. Een WGA-loonaanvullingsuitkering
c. Een WGA-loongerelateerde uitkering
Omdat Daisy volledig, maar niet duurzaam, arbeidsongeschikt is, komt ze niet
in aanmerking voor een IVA-uitkering. Ze komt terecht in de WGA. Gezien ze
voldoet aan de referte-eis begint ze met de WGA-loongerelateerde uitkering
van minimaal 3 maanden.
Vraag 3.
Bij de WIA wordt uitgegaan van gangbare arbeid als
arbeidsongeschiktheidscriterium.
Van welke criterium gaat de Wajong uit?
a. Gangbare arbeid
b. Passende arbeid
c. Beroepsarbeid
Om in aanmerking te komen voor een Wajong-uitkering moet de
jonggehandicapte binnen de doelgroep passen en arbeidsongeschikt zijn op
basis van gangbare arbeid. Dus vooropleiding en functie zijn niet relevant.
Pagina 1 van 68
,Vraag 4.
Mo is 26 jaar en heeft de afgelopen 5 jaar gewerkt bij een accountantskantoor.
Vanwege een reorgansatie moet hij het veld ruimen. Hij wordt ontslagen. Mo
vraagt een uitkering aan bij het UWV.
Wanneer telt een jaar sinds 2013 mee als arbeidsverleden?
a. Er dient over minimaal 52 dagen in een jaar SV-loon te zijn ontvangen
b. Er dient over minimaal 26 weken in een jaar SV-loon te zijn ontvangen
c. Er dient over minimaal 208 uren in een jaar SV-loon te zijn ontvangen
Antwoord A gold tot 1 januari 2013. Sindsdien is de beoordeling van het
arbeidsverleden aangepast. De 26-wekeneis zegt iets over het recht op de
kortdurende WW-uitkering.
Vraag 5.
Wanneer komt iemand in aanmerking voor een overbruggingsuitkering AOW?
a. Als de AOW-gerechtigde een jongere (nog niet AOW-gerechtigde) partner
heeft met een laag of nulinkomen.
b. Als iemand met een AOW-gat te maken krijgt als gevolg van het
verhogen van de AOW-leeftijd.
c. Als iemand besluit eerder te stoppen met werken en in het verleden
heeft gespaard voor een aanvullende inkomensvoorzienig tot aan de
AOW-leeftijd.
Door het verhogen van de AOW-leeftijd kan het voorkomen, dat er gaten
ontstaan tussen het eindigen van een AOV-uitkering en het starten van de
AOW, omdat wellicht voor de AOV ooit is gekozen voor een eindleeftijd van 65.
Als in die tussenliggende periode het inkomen van de benadeelde onder de
200% van het bruto minimum loon komt te liggen (of 300% bij partners), en het
vermogen niet boven de box 3-vrijstelling uitkomt, dan komt men in
aanmerking voor een overbruggingsuitkering.
Vraag 6.
De AFM houdt toezicht op de fnanciële markten.
Wat voor soort toezicht houdt de AFM en wat houdt dit in?
a. Gedragstoezicht, waarbij de AFM het gedrag van de fnanciële
dienstverlener ten opzichte van de consument controleert.
Pagina 2 van 68
, b. Prudentieel toezicht, waarbij de AFM controleert of de fnanciële
dienstverlener niet in de betalingsproblemen komt.
c. Systeemtoezicht, waarbij de AFM zich vooral richt op de stabiliteit van
het fnanciële systeem als geheel.
Gedragstoezicht: de AFM is de gedragstoezichthouder op de fnanciële markten
in Nederland. Dit betekent dat de AFM erop moet letten of bedrijven en
personen die werkzaam zijn op de fnanciële markten, zich houden aan de
wetten en regels. Prudentieel toezicht: DNB maakt zich sterk voor een
betrouwbaar fnancieel stelsel, waarin instellingen hun verplichtingen (kunnen)
nakomen. Het toezicht is erop gericht dat een fnanciële onderneming altijd aan
haar betalingsverplichtingen kan voldoen. Het prudentieel toezicht beoogt het
risico van faillissement te verkleinen. Systeemrisico: de zorg voor stabiliteit
van het fnanciële stelsel is een kerntaak van DNB. Systeemrisico’s zijn
problemen binnen een fnanciële instelling of markt, die leiden tot een
economisch verlies of tot het verlies van vertrouwen door het slecht
functioneren van het fnanciële stelsel.
Vraag 7.
Iemand die een WW-uitkering heeft, heeft de plicht zijn best te doen werk te
vinden.
Vanaf welk moment moet een WW-uitkeringsgerechtigde algemeen
geaccepteerde arbeid aanvaarden die wordt aangeboden door het UWV?
a. Onmiddellijk na het ontstaan van het recht op een WW-uitkering.
b. Nadat iemand 26 weken WW heeft ontvangen.
c. Nadat iemand 52 weken WW heeft ontvangen.
Vanaf 1-7-2015 is de Wet Werk en Zekerheid op dit onderdeel in werking
getreden. Na 6 maanden wordt alle arbeid als passend gezien.
Vraag 8.
Een werknemer heeft de wachttijd voor de WIA vervuld. Hij voldoet aan de
referte-eis. Zijn maandloon bedroeg € 2.000. Zijn restverdiencapaciteit
bedraagt € 1.000 per maand. Hij verdient € 500 per maand.
Hoeveel bedraagt de loongerelateerde WGA-uitkering na de tweede maand na
de ingangsdatum van de WGA?
a. 70% van (€ 2.000 -/- € 500).
b. 70% van (€ 2.000 -/- € 1.000).
c. 50% van € 2.000.
d. 35% van € 2.000.
Na de loongerelateerde uitkering ontstaat recht op een
loonaanvullingsuitkering of een vervolguitkering:
In deze situatie zou bij voldoende werken (minimaal € 500) een
loonaanvullingsuitkering volgen van: 70% (oud gemaximeerd inkomen -/-
restverdiencapaciteit)
Bij onvoldoende werken volgt in de gegeven situatie een vervolguitkering van
35% van het minimumloon
Vraag 9.
Een werknemer is volledig en duurzaam arbeidsongeschikt bevonden na afoop
van de wachttijd.
Voor welke WIA-uitkering(en) komt deze werknemer in aanmerking?
a. Een loongerelateerde uitkering.
b. Een IVA-uitkering.
c. Een loonaanvullingsuitkering en daarna een vervolguitkering.
d. Een IVA-uitkering en daarna een vervolguitkering.
Vraag 10.
Wanneer ben je volgens de WIA pas arbeidsongeschikt?
a. Als er sprake is van loonverlies.
b. Als er sprake is van een loonverlies van minimaal 35%.
c. Als er sprake is van een loonverlies van minimaal 50%.
Volgens de WIA is iemand arbeidsongeschikt als deze voor minimaal 35%
arbeidsongeschikt is. Dit betekent dat er een loonverlies optreedt van minimaal
35%.
Vraag 11.
Aan wie betaalt de werkgever de premies voor de werknemersverzekeringen?
a. De belastingdienst
b. UWV
c. SVB
De premies voor de werknemersverzekeringen worden door de werkgever
afgedragen aan de belastingdienst.
Pagina 4 van 68
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Soufiane2202. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.91. You're not tied to anything after your purchase.