OWG acute zorg
Week 1
1. De student kan het ziektebeeld van een hartinfarct uitwerken a.d.h.v. de bijlage
Zie bestand OWG ziektebeelden.
2. De student kan uitleggen wat een ECG inhoudt en wat deze laat zien (ST-elevaties).
Freek
ECG:
Een ecg is een hartfilmpje dat wordt gemaakt aan de hand van 10 elektroden die op de huid
worden geplakt. Deze elektroden brengen de elektronische signalen in en rond het hart in
kaart en laten de elektrische activiteiten van het hart in beeld door middel van een grafiek.
ST-elevaties:
Als er op het gedeelte van de ecg tussen de S en de T een verhoging zit ten opzichte van de
‘normale’ ECG, een afwijking dus, kan dit wijzen op een eschemie, dit is ander woord voor
een hartinfarct. Het aanwezig zijn van een ST-elevatie (verhoging van het ST-fragment) of
een ST-depressie (verlaging van het ST-fragment) is een zeer belangrijke indicatie voor een
hartinfarct.
ECG LEZEN HOOFDLIJNEN:
1. HARTRITME
Beoordeel het soort ritme dat je ziet. Zie je P-toppen, gevolgd door een QRS complex? Dan
heb je te maken met een sinusritme. Zo niet, dan heb je waarschijnlijk te maken met een
hartritme stoornis.
2. HARTFREQUENTIE
Een normale hartfrequentie ligt tussen dan 60 en 100 slagen per minuut. Heb je een ritme
onder de 60, dan noemen we dit een bradycardie. Een ritme boven de 100 noemen we een
tachycardie.
3. GELEIDINGSTIJDEN
De geleidingstijden vertellen je iets over de geleiding van de signalen in het hart.
De PQ-tijd (gemeten vanaf het begin van de P-top tot aan het begin van het QRS complex)
staat voor de tijd die het kost om het signaal vanuit het atrium via de AV-knoop naar de
ventrikels te sturen. Een normale PQ-tijd bedraagt 0.12 tot 0.20 sec. Een verlengde PQ-tijd
wijst dus op vertraagde geleiding door de AV-knoop; we noemen dit ook wel een AV-blok.
De geleidingstijd van het QRS complex zegt iets over hoe lang het duurt voordat de
ventrikels depolariseren. Normaal duurt dit maximaal 0.10 sec. Een verlengde QRS duur kan
wijzen op een bundeltakblok.
De QT tijd wordt gemeten vanaf de start van het QRS complex tot aan het eind van de T-top.
Deze tijd zegt iets over hoe lang het duurt voordat de ventrikels weer gerepolariseerd zijn.
De QT tijd verschilt bij verschillende hartfrequenties, daarom wordt de tijd hiervoor
,gecorrigeerd, wat wordt uitgedrukt in de QTc tijd. Een normaal QTc is voor vrouwen
maximaal 0.460 sec en voor mannen maximaal 0.450 sec. Een verlengde QTc tijd kan
verschillende oorzaken hebben, bijvoorbeeld als het hart is beschadigd na een doorgemaakt
infarct, maar kan bijvoorbeeld ook een genetische aanleg zijn (het lange QT-tijd syndroom).
Van sommige medicijnen is bekend dat zij de QTc tijd kunnen verlengen.
4. HARTAS.
De hartas zegt iets over in welke richting de elektrische signalen in het hart worden geleid.
Een normale hartas staat tussen de -30 en +90 graden (ookwel een intermediare hartas), wat
in de praktijk betekent dat de elektrische signalen zich in de richting van afleiding II bewegen
(maar ook deels richting afleiding I en avF). Heb je een positieve uitslag van het QRS complex
is zowel I als II, dan heb je per definitie een intermediare hartas.
5. MORFOLOGIE VAN P-TOP, QRS-COMPLEX EN ST-SEGMENT.
Een te grote P-top kan een teken zijn van hoge belasting van het atrium, wat zorgt voor
atriumdilatatie. We noemen zo’n P top ook wel en P Pulmonale. In het QRS complex kan je
bijvoorbeeld pathologische Q’s zien, die kunnen wijzen op een doorgemaakt infarct.
Normaal gesproken zie je over de precordiale afleidingen (V1 t/m V6) dan de R-top
geleidelijk grotere uitslagen heeft, met een maximum in V5. Dit noemen we normale R-top
progressie. Het ST-segment is normaal op niveau van de basislijn. Is er sprake van elevatie of
van depressie, dan kan dit wijzen op acute ischemie van het mycoard. De T-top kan door veel
verschillende oorzaken veranderen van vorm. Een bekende is het zien van spitse T-toppen
bij een hyperkaliemie.
Indien er een oud ECG bestaat, is het aanbevolen om het nieuwe ECG hiermee te vergelijken.
Daarmee kan je onderscheid maken tussen aandoeningen die de patient al had, en of er nu
nieuwe afwijkingen te zien zijn.
3. De student kan uitleggen welke klachten er kunnen ontstaan bij hartproblemen
(hartinfarct). - Guinevere
Een hartinfarct komt meestal plotseling. De persoon is dan wakker en niet bewusteloos.
De meest voorkomende klacht bij een hartinfarct is een drukkende pijn op de borst. Het kan
aanvoelen alsof iemand een band om je borst snoert. Bij een hartinfarct gaat dit gevoel niet
vanzelf over. De pijn duurt gemiddeld in rust langer dan 5 minuten en gaat vaak samen met
andere klachten, zoals:
- Uitstralende pijn naar linkerschouder of linkerarm
- Zweten, misselijkheid en braken
- Bleek of grauw zien (minder kleur in het gezicht)
- Kortademigheid, niet goed kunnen ademen.
Minder vaak voorkomende klachten van een hartinfarct zijn:
- Pijn tussen de schouderbladen.
- Pijn in de rechterschouder of rechterarm
- Pijn in de nek
- Kaakpijn
- Duizeligheid of flauwvallen
- Hartkloppingen
,Deze bovenstaande klachten komen vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Tussen mannen
en vrouwen verschillen de klachten van een hartaanval niet. Wel denken mannen en
vrouwen verschillend over hun klachten. Vrouwen denken bijvoorbeeld minder snel aan
hartproblemen.
Ouderen hebben soms geen pijn op de borst, maar zijn vooral kortademig en vermoeid.
Daarnaast zullen ouderen ook sneller een onrustig of zwak gevoel ervaren.
4. De student kan uitleggen hoe een acute overdracht verloopt. - Rosanne
Overdracht op SEH
Draag bij wisseling van behandelend arts of verpleegkundige op de SEH
mondeling en gestructureerd over, bij voorkeur in aanwezigheid van de patiënt.
Maak daarvan verslag in het EPD.
Draag bij de overdracht van behandelend arts of verpleegkundige van
kinderen bij voorkeur over in aanwezigheid van het kind en de ouders/verzorgers
(binnen de kaders van de WGBO).
Draag bij de overdracht van behandelend arts of verpleegkundige van
(kwetsbare) ouderen bij voorkeur over in aanwezigheid van de eerste
contactpersoon.
Doe de overdracht bij wisseling van dienst (bijvoorbeeld de teamoverdracht
van de ochtenddienst naar de avonddienst) in een rustige omgeving met zo min
mogelijk verstoringen.
Overdracht SEH naar andere locatie in het ziekenhuis
Draag bij opname in het ziekenhuis mondeling en gestructureerd over, bij
voorkeur in aanwezigheid van de patiënt. Draag bij instabiele patiënten face-to-
face over. Bij stabiele patiënten kan de overdracht ook telefonisch plaatsvinden.
Maak een verslag van de medische status in het EPD.
Indien er nog zaken voor de volgende visite moeten worden gedaan of
gecontroleerd, benoem deze dan apart en verwoord deze SMART. Maak een
verslag van de medische status in het EPD.
Overdracht naar ander ziekenhuis/locatie
Zorg tijdig voor goede schriftelijke en mondelinge overdracht van informatie.
Zorg ervoor dat op de ontvangende locatie duidelijk is waar de patiënt wordt
opgenomen.
Zorg dat voor de patiënt helder is wie op welk moment de hoofdbehandelaar
is.
Zorg bij vervoer van patiënt door de ambulance voor een volledige overdracht
(inclusief. eventuele behandelwensen en -grenzen) naar het
ambulancepersoneel.
Standaardiseer mondelinge en schriftelijke overdracht met behulp van een systeem,
bijvoorbeeld SBAR (Situation, Background, Assessment and Recommendation).
https://richtlijnendatabase.nl/richtlijn/kwaliteitsstandaard_intramurale_spoedzorg/
overdracht.html
, Aantal voorbeelden van overdrachtsformulieren:
https://huisartshazelhoff.nl/Overdracht-acute-zorg.pdf
https://www.scholamedica.nl/images/Kennisbank/overdracht_acute_zorg_SBARR.pdf
5. De student kan uitleggen hoe je handelt in deze situatie (pijn op de borst en
linkerarm) en welke controles je eerst doet (vvs). (Mirjam)
Vragen
Bloeddruk en pols en ademfrequentie eventueel temperatuur.
Wat is bekend over het beleid bij deze cliënt?
Waar zit de pijn precies en kan cliënt vertellen of deze ergens naar toe
uitstraalt. Kan cliënt beschrijven wat soort pijn het is (drukkend/ beklemmend/
scheurend)?
Heeft cliënt eerder deze klachten gehad? Zo ja, herkent cliënt deze pijn van
eerdere aanvallen van angina pectoris dan wel myocard infarct?
Is cliënt kortademig? Is ademhaling normaal? Geeft cliënt sputum op?
Is cliënt zweterig/klam/misselijk. Heeft cliënt neiging tot flauwvallen?
Welke medicatie gebruikt cliënt?
Wat deed cliënt toen klachten ontstonden?
Is er interventiemedicatie (isordil/Nitrospray) gegeven en met welk effect?
Advies
Als zo nodig voorgeschreven staat: op geleide van bloeddruk > 100 systolisch
isordil (isosorbidedinitraat) 5 mg sublinguaal geven door VPK⁴. Indien lager dan
100 systole overleg arts.
Eventueel 1 x herhalen na 5 respectievelijk 10 minuten. Bij geen/onvoldoende
effect overleg arts
Cliënt rechtop in bed, knellende kleding los maken.
Zorg voor rust rondom de cliënt.
Cliënt mag niet alleen gelaten worden.
Controleer bloeddruk en pols bij verslechtering arts waarschuwen.
Bij terugkerende pijn op de borst < 24 uur ECG maken, alvorens
interventiemedicatie te geven.
https://www.verpleegkundigetriage.nl/index-gezondheidsproblemen/pijn-op-de-borst
6. De student kan een GVO (over leefstijl) geven aan mensen met een hartinfarct.
(Marije)
Eerste 4 weken niet werken en actief bewegen en autorijden
Afvallen
Stoppen met roken of alcohol gebruik
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller latishamigchelsen2000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.79. You're not tied to anything after your purchase.