SRV
Week 1
1. benoemen wat verstaan wordt onder agressie;
- Kenmerkend voor agressie is dat bepaalde regels worden overtreden. Dat kunnen
formele regels zijn, zoals een ander niet slaan of bezittingen van een ander niet kapot
maken. Het kunnen ook informele regels zijn, zoals respect hebben voor elkaar en
rekening houden met elkaar.
- Agressie is ook een subjectief gegeven.
- Agressie is de uiting van een emotie (boosheid, verdriet, frustratie, onbegrip, etc.) en
is een natuurlijke reactie op een bedreiging van het gevoel van veiligheid.
- Er is sprake van agressief gedrag als dit psychisch of fysiek gericht is op een ander of
anderen (of op zichzelf).
Het gaat dus om:
1. feitelijke agressie
2. om gevoelens van onveiligheid; wat zich uit in vijandig, vernederend of intimiderend
gedrag.
2. benoemen waar agressie vandaan komt aan de hand van
agressietheorieën/verklaringsmodellen;
Agressie theorieën
Allereerst is er het strikt medisch-psychiatrisch standpunt dat agressieve gedragingen vooral
beschouwd als symptomen van bepaalde ziektebeelden die behandeld of bestreden moeten
worden.
Op de 2e plaats is er de mening uit de ‘antipsychiatrie’ dat agressie een logische en zelfs
gezonde reactie is op het structurele geweld en de behandeling van hulpverleners.
Hierbij wordt volgens Broers en De Lange agressie beschreven als:
- Territorium gedrag om enerzijds het eigen territorium te verdedigen, of anderzijds te
vergroten
- Een manier om emotionele voordelen te behalen
- Een doel om een obstakel op te ruimen
Drift- instinctheorie:
Deze theorie stelt dat agressie een aangeboren drift is. Drift is functioneel in de harde strijd
om het dagelijks bestaan.
Agressie is inherent aan de mens en vormt een onontkoombare drift die via opvoeding en
socialisatie onder controle wordt gebracht.
Agressie moet daarbij van tijd tot tijd tot ontlading komen. Anders zal de persoon bij wijze
van spreken ontploffen.
,Wanneer deze ontlading heeft plaatsgevonden, voelt de persoon zich bevrijdt en opgelucht.
- Drift is functioneel in de harde strijd om het bestaan.
- Agressie-ontwikkeling is beïnvloedbaar d.m.v. catharis of sublimatie.
Frustratie- agressiemodel:
Deze theorie stelt dat agressie een gevolg is van frustratie.
Wanneer mensen gedwarsboomd worden in het bereiken van bepaalde doelen leidt dat tot
frustratie.
Agressie is een reactie op deze frustratie. Hoe meer (of pijnlijker) de frustratie, hoe groter de
kans op openlijk agressief gedrag.
In deze theorie gaat men er vanuit dat agressie niet wordt opgewekt door innerlijke
krachten, maar door externe stimuli.
- Blokkering van doelgericht gedrag, en/of een belemmering in het streven naar doelen in het
leven, leveren frustraties op.
- Hoe meer (of pijnlijker) frustratie, hoe meer kans op openlijk agressief gedrag.
- Agressie kent verschillende determinanten. Naast frustratie wordt ook provocatie
beschouwd als belangrijke determinant.
Leertheoretisch model:
Centraal staat in deze theorie dat alle gedrag, ook agressief gedrag, is aangeleerd. Gedrag is
het gevolg van opvoeding en socialiseringsprocessen. Volgens Bandura is gedrag te
beïnvloeden middels bekrachtiging of negeren.
Agressief gedrag wordt in deze visie geleerd in de opvoeding of door observatie van
rolmodellen. Agressief gedrag kan op eenzelfde manier beïnvloed worden als andere
aangeleerde responsen of gedragswijzen.
- Beïnvloedbaar door bekrachtiging bijvoorbeeld beloning of stimulans.
Biologisch model:
In het biologische model wordt gekeken naar wat de bijdrage van het brein is bij het tot
stand komen van gedrag. Er werkt in je hersenen iets niet goed, een stofje teveel of te
weinig, waardoor agressief gedrag kan ontstaan. Een voorbeeld is suikerziekte, of bepaalde
middelen, zoals alcohol en drugs, die je hersenen op zo'n manier beïnvloeden dat agressie
kan ontstaan.
In het functioneren van het brein spelen daarbij neurotransmitters en hormonen een
belangrijke rol:
Neurotransmitters geven signalen en prikkels door. Als er bepaalde neurotransmitters
onvoldoende aanwezig zijn, dan valt de rem op agressief gedrag weg.
Hormonen zijn verantwoordelijk voor het regelen en beïnvloeden van bepaalde
processen in het lichaam.
Territoriumleer:
Territoriumgedrag is gedrag dat vooral bekend is uit de dierenwereld. De
term territorium wordt gebruikt om bezitsdrang aan te geven. Denk bijvoorbeeld aan mijn
huis, mijn slaapkamer, mijn partner, mijn bed of zelf mijn gedachte of overtuigingen. Mensen
hebben net als dieren de behoefte en de gewoonte om eigendomsgebieden af te bakenen
met hekken en bordjes en te bewaken.
Agressie volgens de territoriumleer is het verleggen of bewaken van je grenzen naar buiten
toe, ofwel 'terrein winnen'.
3. benoemen wat het attributiemodel inhoudt;
Attributiemodel:
Het attributiemodel stelt dat agressie het resultaat is van de interactie van twee of meer
personen in de context van de aanwezige omgeving.
Agressie vindt dus niet plaats tussen twee vreemden, maar tussen bekenden die een
bepaalde relatie met elkaar hebben. Daarbij is de beleving van agressie subjectief en niet
altijd objectief vast te stellen. Attributies, de waarden of ideeën die jij toekent aan het gedrag
van een ander, spelen hierin een rol.
Dus: agressie ontstaat in de relatie, ontwikkelt zich in de relatie en dient opgelost te worden
in de relatie.
In het attributiemodel wordt agressie dus als een wederkerig proces gezien, waarbij beide
partijen elkaar beïnvloeden en beiden dus een rol hebben in het verloop van het conflict.
1) Normschending
a. Iemand gaat je grens over
2) Verontwaardiging
a. De ander heeft bij jou een norm overschreden en dat roept een gevoel op
3) Attributies
a. Jij hebt jouw attributies (gedachten) over de gebeurtenis, net zoals de ander
deze heeft
b. Deze worden gevormd door verschillende factoren
i. Opvoeding
ii. Etnische achtergrond
iii. Geslacht
iv. Eerdere ervaringen
4) Communicatie
a. Op basis van de attributies kan er wel of geen communicatie plaatsvinden,
met uitwisseling van gedachten, gevoelens, wensen en verwachtingen
5) Conflict of oplossing?
a. De inhoud en het verloop van de communicatie bepaalt welke kant het opgaat
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller latishamigchelsen2000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.40. You're not tied to anything after your purchase.