Probleem 4 Verbintenissenrecht
Verbintenissenrecht Algemeen H2, 3
Oerlemans/Driessen
Kinheim/Pelders
Endlich/Bouwmachines
Plaza Gebouw
Mol/Meijer
Ploum/Smeets II
Van de Steeg/Rabobank
Wanneer kun je schadevergoeding vorderen bij wanprestatee
Verbintenissenrecht Algemeen, H3.2, 3.3, 3.6
Art. 6:74 lid 1: iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis verplicht de schuldenaar de
schade die de schuldeiser daardoor lijdt te vergoeden, tenzij de tekortkoming de schuldenaar niet kan
worden toegerekend.
Met de bepaling wordt aangegeven, dat het gebied van de niet-nakoming uiteenvalt in twee delen:
o Het gedeelte waarin de niet-nakoming wordt toegerekend aan de schuldenaar met als gevolg
de verplichting tot schadevergoeding; wanprestatie
o Het gedeelte, waar de oorzaak van de niet-nakoming niet aan de schuldenaar wordt
toegerekend. overmacht
Voorwaarden art. 6:74
Tekortkoming
Tekortkoming omvat de gevallen waarin de prestatie achterblijf bij hetgeen de verbintenis vergt. Dit
impliceert dat de verbintenis opeisbaar is. Bij blijvende onmogelijkheid treedt de tekortkoming
meteen in op het moment van de onmogelijkheid, waarbij niet van belang is of er sprake is van
wanprestatie of van overmacht. Echter voor gevallen van vertraging, zijn er twee opvatngen
omtrent de vraag op welk moment precies van een tekortkoming kan worden gesproken.
1. Er kan pas van een tekortkoming worden gesproken wanneer er sprake is van verzuim van de
schuldenaar, zodat het moment van het intreden van het verzuim en het moment van de
tekortkoming samenvallen.
o Enge leer wetgever en HR hebben hiervoor gekozen.
2. Er kan gesproken worden over een tekortkoming op het moment waarop duidelijk is dat de
schuldenaar niet aan zijn verplichtingen voldoet, dus zonder dat de eis van verzuim wordt
gesteld.
o Ruime leer
Toerekenbaar
Wanprestatie is toerekenbare niet-nakoming. Bij niet-toerekenbare niet-nakoming wordt gesproken
van overmacht. Maar waar ligt de grens tussen wanprestatie en overmacht? art. 6:75: Een
tekortkoming kan de schuldenaar niet worden toegerekend, indien zij niet is te wijten aan zijn schuld,
noch krachtens wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvatngen voor zijn rekening komt.
Wel toerekenbaar: wanprestatie art. 6:76/77
Niet toerekenbaar: overmacht art. 6:75
Schuld
De schuldenaar is aansprakelijk voor de veroorzaakte schade, wanneer hij bij de uitvoering van de
verbintenis niet voldoende zorg heef betracht. hem kan een verwijt worden gemaakt. Schuld is
dus verwijtbaarheid.
Welke maatstaven worden aangelegd om te toetsen of de schuldenaar al dan niet verwijtbaar heef
gehandeld? De toetsing is in zoverre objectief, dat steeds de zorgvuldige schuldenaar als norm wordt
1
,genomen. Doorslaggevend is echter of déze schuldenaar van de niet-nakoming een verwijt kan
worden gemaakt, in zoverre is de toetsing dan weer subjectief.
Risico
Wanneer er geen sprake is van schuld, wordt er gekeken naar het risico. Art. 6:75 geef drie
gedachtes voor de invulling daarvan:
1. Wettelijke bepalingen: hierbij zijn art. 6:76-77 het meest bekend, die de gevolgen van fouten
van hulppersonen en van het falen van hulpzaken aan de schuldenaar toerekenen.
2. De rechtshandeling waaruit de verbintenis voortvloeit: hebben verschillende manieren
invloed op schadeplichtigheid schuldenaar.
o Door een exoneratie wordt de schadeplicht van de schuldenaar verkleind.
o Door bepaalde omstandigheden voor eigen risico te nemen of door een bepaald
resultaat te garanderen, waardoor de schadeplicht wordt vergroot. Door een garantie
wordt het overmachtgebied verkleind, want als dit resultaat niet intreedt, kan hij geen
beroep doen op overmacht.
o De in het verkeer geldende opvatngen: Moeilijk begrip, omdat niet duidelijk is wat
onder ‘in het verkeer geldende opvatngene precies moet worden verstaan. En ook
omdat het raadselachtig is op welke wijze wij verkeersopvatngen moeten opsporen
en vaststellen.
Van een aantal omstandigheden wordt aangenomen, dat zij voor risico van de
schuldenaar komen, bijvoorbeeld:
o Voorzienbare verhindering: belemmeringen die op het moment van aangaan
daadwerkelijk worden voorzien, maar ook die de schuldenaar had kunnen en
behoren te voorzien. Deskundigheid beter inzicht makkelijker
belemmeringen te voorzien.
o Geldelijk onvermogen: onverwachts en onvoorzienbaar, toch risico van de
schuldenaar.
o Onervarenheid
o Ziekte: moet de prestatie per se door déze schuldenaar worden verricht? Art. 6:30
lid 1. Ja? geen toerekenbaarheid aan schuldenaar.
o Overheidsmaatregelen: bijvoorbeeld vervoersverbod dat kan meebrengen dat de
prestatie onmogelijk is.
o Werkstaking: vaak zullen de gevolgen van een werkstaking voor rekening van de
schuldenaar komen, zodat hij geen beroep kan doen op overmacht: hetzij omdat de
staking te voorzien was, hetzij omdat de staking de nakoming van de verbintenis
door de schuldenaar niet onmogelijk maakt omdat ook op andere wijze kan worden
nagekomen, hetzij omdat het gaat om een staking van door de schuldenaar
ingezete hulppersonen.
o Overige categoriëen: redelijkheid en billijkheid hebben hun werking. Hierbij kijk je
naar de strekking van de verbintenis en de overige omstandigheden van het geval.
Oerlemans/Driessen
Driessen exploiteert een rozenkwekerij en gebruikt hierbij de meststof BioFer, wat verkocht wordt
door Oerlemans. Er ontstaat schade aan de rozen nadat Driessen een vat BioFer in gebruik had
genomen dat verontreinigd bleek te zijn. Driessen heef Oerlemans aansprakelijk gesteld voor zijn
schade op de grond dat het vat BioFer een herbicide bevat en eist schadevergoeding.
2
, Rechtsvraag: Komt een tekortkoming terug te voeren op een productiegebrek, krachtens de
verkeersopvatng voor rekening van de verkoper indien hem geen verwijt te maken valt en evenmin
van toerekening krachtens wet of rechtshandeling sprake is?
De rechtbank heef de vordering van Driessen afgewezen. Het Hof veroordeeld Oerlemans tot
vergoeding van schade.
De HR kwam tot het oordeel dat er sprake was van een tekortkoming in de nakoming (art. 6:74 BW)
omdat het BioFer door de verontreiniging niet aan de overeenkomst beantwoorde. De tekortkoming
verplicht tot schadevergoeding tenzij de tekortkoming de schuldenaar niet kan worden toegerekend.
In dit geval moet er van uitworden gegaan dat de tekortkoming Oerlemans niet kan worden
toegerekend. Kan de tekortkoming aan Oerlemans worden toegerekend aan de hand van de in het
verkeer geldende opvatngen (art. 6:75)?
De verkeersopvatngen brengen mee dat in een geval als onderhavige een tekortkoming bestaande
in een gebrek van een verkocht product in beginsel voor rekening van de verkoper komt, ook als deze
het gebrek kende noch behoorde te kennen. Dit zal slechts anders kunnen zijn in geval van
bijzondere omstandigheden. Deze bijzondere omstandigheden zullen niet snel mogen worden
aangenomen.
Verkeersopvatngen is een soort resultaat en afankelijk van de omstandigheden van het geval.
Noot T. Hartlief
Dit arrest is van belang omdat het antwoord geef op art. 7:24 en omdat uit de door de HR gegeven
regel een duidelijke risicoverdeling voor koop, niet zijnde consumentenkoop voortvloeit. Bij gebreke
van een contractuele regeling is de verkoper aansprakelijk. Kopers hoeven op dit punt in beginsel
geen garantie bedingen. Verkopers kunnen tot exoneratie overgaan. Zij zullen in ieder geval hun
algemene voorwaarden moeten nakijken.
Schade
Een vorm van schade Je moet hier niet kijken naar de omvang, maar vestiging (dus alleen of er
schade is).
Causaal verband
Een causaal verband tussen de tekortkoming in de nakoming van de verbintenis en de schade.
Hulppersonen
Art. 6:76 bepaalt voor de situatie dat, wanneer de schuldenaar bij de uitvoering van een verbintenis
gebruik maakt van de hulp van andere personen, hij voor hun gedragingen aansprakelijk is op gelijke
wijze als voor zijn eigen gedragingen. profijtbeginsel: dat de schuldenaar van het inzeten van
hulppersonen heef omdat hij daardoor zijn actieradius kan vergroten; hij moet daarom van het
inschakelen van anderen ook de risicoes dragen.
Voor het oordeel of de schuldenaar aansprakelijk is voor gedragingen van zijn hulppersonen, moet
men dezelfde maatstaven aanleggen als wanneer de gedragingen van de schuldenaar zelf zouden
worden getoetst.
De omvang van de categorie hulppersonen is niet voor alle gevallen onbetwist. Het is niet altijd
duidelijk of de handelende persoon wel als hulppersoon kan worden aangemerkt. Is hiervan geen
sprake, dan is art. 6:76 niet van toepassing, maar art. 6:75.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller inge-burger. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.47. You're not tied to anything after your purchase.