OVV 2 samenvatting zelfstudie opdrachten en colleges
In deze samenvatting van week 1 tot en met 7 van OVV-2 heb ik bijna alle zelfstudie opdrachten (ZSO's) en colleges uitgewerkt. Hierbij heb ik af en toe wat herhaling van het 1e jaar toegevoegd in de tekstblokjes en wat begrippen tussendoor uitge...
Week 1.............................................................................................................4
ZSO: Cyclusstoornissen & uterus anomalieën..................................................4
HC: Spermatogenese........................................................................................8
ZSO: Vroegtijdige weeën/dreigende partus prematurus..................................8
HC: Bloedverlies en vroegtijdige weeën.........................................................10
Anatomiebegrippen: Vrouwelijk + mannelijk bekken.....................................12
E-learning: Placentatie, placenta en ontwikkeling..........................................14
ZSO: ART: geassisteerde voortplantingstechnieken.......................................15
ZSO: Pre-eclampsie........................................................................................17
WC: Complicaties van maternale diabetes mell. bij de pasgeborenen...........18
Week 2...........................................................................................................19
ZSO: Pre- en dysmaturiteit.............................................................................19
ZSO: Pyramidebaan letsels: Oorzaken + behandeling...................................22
WC: Spasticiteit, oorzaken en behandeling....................................................23
HC: Transitie van de neonaat: van baarmoeder naar buitenwereld...............25
WC: Epigenetica.............................................................................................26
ZSO: Meerlingen, liggingsafwijkingen en gecompliceerde partus..................27
Week 3...........................................................................................................29
PC: Een patiënt met Cystische Fibrose (CF)...................................................29
PC: Niet pulmonale aspecten van CF (iRAT)...................................................30
ZSO: Het hoestende kind (iRAT).....................................................................31
ZSO: Registratie en fnanciering van geneesmiddelen en weesgeneesmidde-
len (iRAT)........................................................................................................33
HC: De moleculaire pathofysiologie van CF (iRAT).........................................35
ZSO: Pulmonale aspecten van CF (iRAT)........................................................36
ZSO: Longtransplantatie, donatieprocedure en wachtlijsten (iRAT)...............37
Week 4...........................................................................................................38
HC: Aansturing van eetgedrag.......................................................................38
HC: Juridische aspecten van ‘dwang’ in de behandeling................................39
Week 5...........................................................................................................40
ZSO: Uro-gynaecologie: blaas- en bekkenbodemproblematiek......................40
PC: Patiënt met prostaatcarcinoom................................................................43
ZSO: Keuze radiotherapie bij het prostaatcarcinoom.....................................44
ZSO: Zorg voor patiënten in de palliatieve fase in Nederland........................46
Week 6...........................................................................................................46
1
,ZSO/E-learning: Diagnostiek en behandeling mammacarcinoom..................46
HC: Genetische aspecten mammacarcinoom.................................................50
ZSO: Adjuvante systemische behandeling en personalized/targeted therapie
.......................................................................................................................50
Practicum: Moleculaire pathologie.................................................................51
Week 7...........................................................................................................52
ZSO: Hemato-oncologie (lymfatisch)..............................................................52
ZSO: Longkanker (IRAT).................................................................................55
ZSO: Kinderoncologie (IRAT)..........................................................................56
PC: Hemato-oncologie (lymfatisch) IRAT........................................................59
PC: Kinderoncologie IRAT...............................................................................60
Week 1
ZSO: Cyclusstoornissen & uterus anomalieën 3
HC: Spermatogenese 6
ZSO: Vroegtijdige weeën/dreigende partus prematurus 7
HC: Bloedverlies en vroegtijdige weeën 8
Anatomiebegrippen: Vrouwelijk + mannelijk bekken 10
E-learning: Placentatie, placenta en ontwikkeling 12
ZSO: ART: geassisteerde voortplantingstechnieken 13
ZSO: Pre-eclampsie 15
WC: Complicaties van maternale diabetes mell. bij de pasgeborenen 15
Week 2
ZSO: Pre- en dysmaturiteit 16
ZSO: Pyramidebaan letsels: Oorzaken + behandeling 19
WC: Spasticiteit, oorzaken en behandeling 20
HC: Transitie van de neonaat: van baarmoeder naar buitenwereld 21
WC: Epigenetica 22
ZSO: Meerlingen, liggingsafwijkingen en gecompliceerde partus 23
Week 3
PC: Een patiënt met Cystische Fibrose (CF) 25
PC: Niet pulmonale aspecten van CF (iRAT) 26
ZSO: Het hoestende kind (iRAT) 27
ZSO: Registratie en fnanciering van geneesmiddelen en
weesgeneesmiddelen (iRAT) 29
HC: De moleculaire pathofysiologie van CF (iRAT) 29
ZSO: Pulmonale aspecten van CF (iRAT) 31
ZSO: Longtransplantatie, donatieprocedure en wachtlijsten (iRAT) 32
2
,Week 4
HC: Aansturing van eetgedrag 33
HC: Juridische aspecten van ‘dwang’ in de behandeling 34
Week 5
ZSO: Uro-gynaecologie: blaas- en bekkenbodemproblematiek 34
PC: Patiënt met prostaatcarcinoom 37
ZSO: Keuze radiotherapie bij het prostaatcarcinoom 38
ZSO: Zorg voor patiënten in de palliatieve fase in Nederland 39
Week 6
ZSO/E-learning: Diagnostiek en behandeling mammacarcinoom 40
HC: Genetische aspecten mammacarcinoom 42
ZSO: Adjuvante systemische behandeling en personalized/targeted therapie
43
Practicum: Moleculaire pathologie 44
Week 7
ZSO: Hemato-oncologie (lymfatisch) 44
ZSO: Longkanker (IRAT) 47
ZSO: Kinderoncologie (IRAT) 48
PC: Hemato-oncologie (lymfatisch) IRAT 51
PC: Kinderoncologie IRAT 51
3
,Week 1
ZSO: Cyclusstoornissen & uterus anomalieën
De normale menstruatiecyclus duurt 28
dagen, geteld van de eerste dag van de
laatste menstruatie (ELM) tot de dag van
de daarop volgende menstruatie
Er bestaan 2 fases tijdens de menstruatie
die beide 2 weken duren: Folliculaire fase
(gekenmerkt door folliculaire ontwikkeling
en oestrogenen productie) en de luteale
fase (gekenmerkt door profesteron
productie).
De anatomie van de ovaria,
uterus/endometrium
Ovarium
De ovaria zijn tegen de lateraal bekkenwand
gelegen grijswitte organen. In het gehele ovarium zijn fagocyten, lymfocyten en
granulocyten aanwezig.
Het ovarium bestaat uit een cortex en een
mergzone. De normale menstruatiecyclus
Endometrium Tijdens de folliculaire fase geeft de hypofyse
Het endometrium bekleed de binnenkant van FSH (follikel stimulerend hormoon) af. Dit
de uterus. Het is een zeer complexe mucosa stimuleert de granulosacellen in het follikel tot
met een constant blijvende basale kiemlaag en groei. Deze granulosacellen gaan vervolgens
een oppervlakkige functionele laag. Deze gaat oestradiol (= een oestrogeen) produceren (hoe
verloren tijdens iedere menstruatie. groter het follikel, hoe meer productie
oestradiol). Als de oestradiol concentratie
boven de drempelwaarde uit stijgt, gaat de
• Primordiale follikels: Oocyt in rustfase hypofysevoorkwab veel LH (luteiniserend
(profase van de 1e meiotische deling). De hormoon) produceren. LH stimuleert het
maximale hoeveelheid primordiale follikels vrijkomen van de oocyt (eicel) uit het follikel
wordt bereikt rond de 20e week (ovulatie). De ovulatie vindt meestal plaats 14
amenorroeduur. dagen voor het eind van de cyclus. De eicel
moet dan binnen 24 uur worden bevrucht,
LH en FSH (gonadotrofness anders gaat het in regressie. Na 72 uur vindt
transport naar de baarmoeder plaats.
De luteale fase is de fase na de eisprong. Van
De eerste fasen van folliculaire groei zijn
het overgebleven follikel (zonder eicel) vormt
gonadotrofne onafhankelijk. Latere fasen van zich het corpus luteum onder invloed van LH
follikelrijping zijn sterk afhankelijk van (vandaar de naam luteale fase). Dit gele
stimulatie door FSH en LH en dus gonadotrofne lichaam maakt progesteron aan, wat het
afhankelijk. Bij een te lage FSH spiegel kan het baarmoederslijmvlies stimuleert om zich klaar
follikel niet groeien (hierop is de werking van de te maken voor de innesteling van de bevruchte
pil gebasseerd). Deze follikels zullen dan ook in eicel.
atresie gaan. Als de eicel niet wordt bevrucht raakt het
Er groeit uiteindeijk maar 1 dominant follikel corpus luteum uitgeput en veranderd het in het
door door middel van selectie. De dalende corpus albicans (verschrompeld wit
lichaampje).
FSH0concentratie speelt een belangrijke rol bij
De progesteronproductie neemt af, waardoor
het proces van verdere groei van alleen deze de stimulatie van het baarmoederslijmvlies ook
follikel (dominantie)
4
,Cyclusstoornissen
Defnities cyclusstoornis:
• Primaire amenorroe: Nooit gemenstrueerd op 14 jr. leeftijd en achterblijven van g
roei en ontwikkeling of nog nooit gemenstrueerd op 16 jr. leeftijd bij normale groei
en ontwikkeling.
• Secundaire amenorroe: Bij voorgeen menstruerende vrouw, uitblijven van
menstruatie voor minimaal 3 cycli of 6 maanden.
• Oligomenorroe: Ten minste 5 weken en maximaal 3 maanden tussen iedere
menstruatie.
Cyclusstoornissen kunnen worden ingedeeld op verschillende manieren: Indeling op
basis van de klacht van de vrouw (de hierboven in blauw opgeschreven indeling), op
basis van lokalisatie van de oorzaak (compartimenten) en ten slotte op basis van de
uitslagen van de hormoonbepalingen (WHO-classifcatie).
Compartimenten nodig voor een normale cyclus, met regelmatige menstruaties en
bijpassende oorzaken per compartiment:
1. Baarmoeder en vagina
Syndroom van Ahserman
2. Ovaria (oestrogeen en progesteron productie door het follikel en na de eisprong
door het corpus luteum nodig voor de opbouw van endometrium)
Polycysteus ovariumsyndroom (PCOS)
3. Hypofyse (productie FSH en LH)
Prolactineproducerende tumoren
4. Hypothalamus en CZS (produceert GnRH, wat nodig is voor stimulatie van
productie en afgifte LH en FSH)
Gewichtsproblematiek, stress, extreme sportbeoefening
diag- Ameno Kary- Aanleg Aanleg Se- Ont- go- Oestr an-
nose rroe: otype / func- / func- cundaire trekkin nado adiol dro-
Pri- tie tie geslachts gs trofin ge-
mair/ stoor- stoor- ken- bloed- es nen
se- nis nis go- merken ing
cundai tractus naden
r? geni-
talis
Syndr. prim xx + - + - Norm Norm Norm
van o o o
MRK
Anorexi Prim/ xx - - + + Hypo Hypo Norm
a sec o
5
, diag- Ameno Kary- Aanleg Aanleg Se- Ont- go- Oestr an-
nose rroe: otype / func- / func- cundaire trekkin nado adiol dro-
Pri- tie tie geslachts gs trofin ge-
mair/ stoor- stoor- ken- bloed- es nen
se- nis nis go- merken ing
cundai tractus naden
r? geni-
talis
Syndr. Sec xx + - + - Norm Norm Norm
van o o o
Asher-
man
Hymen Prim xx + - + - Norm Norm Norm
imper- o o o
foratus
Menopa Sec xx - + + + Hyper Hypo Norm
uze o
Andro- Prim xy + - + - Norm Hypo Hyper
geen o
ongevo
e-
ligheids
syndr.
Syndr. Prim xo - + - + Hyper Hypo Norm
van o
Turner
PCOS Prim/ xx - + + + LH Norm Hyper
sec Verh. o
Hymen imperforatus
Menarche blijft uit en er is cyclisch optredende buikpijn. Ovaria functioneren normaal
en er zijn wel secundaire geslachtskenmerken. De vagina is afgesloten door een
hymen (maagdenvlies) zonder opening. Menstruatiebloed hoopt zich op in de vagina
(haematocolpos), de uterus (haematometra) en de tubae (haematosalpinx). Diagnose
kan worden gesteld bij specieel onderzoek indien een bomberend hymen aanwezig is
bij spreiden van de labia majora en er een zwelling palpabel is onderin de buik.
Behandeling bestaat uit resectie van het hymen waardoor drainage mogelijk wordt.
Syndroom van Mayer-Rokitansky-kuster
Menarche blijft uit. Ovaria functioneren normaal en secundaire geslachtskenmerken
aanwezig. Aplasie van de vagina, geen functioneel endometrium en ontbreken uterus
(te zien met RT (rectaal toucher), echo of MRI). Bevestiging diagnose met laproscopie.
Normogonadotroop en normo-oestrogeen. Vagina kan worden gecreëerd,
zwangerschap is niet mogelijk.
• Androgenen: Mannelijke geslachtshormonen gevormd in de testikels of zaadballen
zoals testosteron.
• Gonaden: Geslachtsklieren. Bij mannen de testes en bij vrouwen de ovaria. Ze
vormen geslachtscellen.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller geneeskundestudent101. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.