College aantekeningen II Epidemiologie en biostatistiek 2 (AB_470231) Inleiding in de toegepaste biostatistiek
6 views 0 purchase
Course
Epidemiologie en biostatistiek I (AB_470231)
Institution
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Book
Inleiding in de toegepaste biostatistiek
College aantekeningen II Epidemiologie en biostatistiek 1 (AB_470231) Inleiding in de Toegepaste Biostatistiek, voor gezondheidswetenschappen aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Epidemiologie en biostatistiek I (AB_470231)
All documents for this subject (9)
Seller
Follow
isisvink1
Content preview
Hoorcollege 1:
Toepassen van epidemiologie:
Beschrijven van gezondheid.
o Het voorkomen van een ziekte.
o Wat is de gezondheidstoestand van een populatie?
Verklaren van gezondheid.
o Verband tussen determinant en ziekte.
Bv. leidt voorlichting op scholen tot minder soa’s?
o Oorzaak van een ziekte (causatie).
Terminologie: frequentiematen zeggen iets over het voorkomen.
Prevalentie.
Incidentie
Associatiematen zeggen iets
over samenhang tussen ziekte
en factoren.
Ecologische studies: meten op
geaggregeerd niveau.
Voordelen: snel klaar, efficiënt
en er kan een hypothese
gevormd worden.
Nadelen: ‘ecologische valkuil’ –
uitspraken gebaseerd op
waarnemingen aan populaties
ten onrechte vertalen naar
effecten op individueel niveau.
o (Er zijn geen
waarnemingen op individueel niveau.
Tabak: ontwikkelingen
Bij een patiënt-controle onderzoek zijn critici vaak wel overtuigd van de relatie, maar niet van een
causaal verband.
Er moest een onderzoeksmethode gevonden worden die meer causatie zou brengen.
Hoorcollege 2
Vertekeningen (bias) van onderzoeksresultaten:
Goede weerspiegeling van de werkelijkheid resultaten zijn valide (geldig).
De werkelijkheid = een utopie.
Bedreigingen van de validiteit:
Selectiebias – ontstaat wanneer de onderzoekspopulatie de doelpopulatie niet weerspiegelt.
o Selectiebias door selectieve inclusie vb. voor onderzoek naar psychoses en wiet
een niet representatieve groep kiezen.
o Selectiebias door selectieve uitval.
, o Definitie: de kansen voor personen om te worden opgenomen in het onderzoek zijn
afhankelijk van de bestudeerde determinant (patiënt-controle) of van de
bestudeerde ziekte-uitkomst (prospectief cohort).
o Een bias in een patiënt-controle onderzoek ontstaat doordat selectie wel afhankelijk
van de blootstelling wordt gedaan.
o Ook bij cohort kan een bias ontstaan door selectie kenmerken die afhankelijk zijn van
de uitkomst. Ook is cohort gevoelig voor selectieve uitval.
o Selectiebias in RCT: effect van placebo vs pijnstiller, kan aangetast worden door
selectieve uitval.
Cofounding by indication: je geeft ‘perongeluk’ toch het medicijn aan hele
zieke mensen.
o Healthy worker effect (door ziekte gestopt met bv. beroep).
o Non-respondent bias (door ziekte niet kunnen meewerken).
o Compliance bias (therapietrouw).
o Selectie:
Non-differentieel: selectiefout zonder dat het tot systematische verschillen
tussen twee groepen (vb. ziek vs niet-ziek) leidt.
Associatie blijft hetzelfde.
Prevalentie is wel vaak vertekend.
Differentieel: selectiefout die wel tot systematische verschillen tussen twee
groepen leidt.
Deze leidt tot selectiebias.
Informatiebias (misclassificatie) – de waarnemingen weerspiegelen de werkelijkheid niet.
Ontstaat door meetfouten. Er nemen mensen deel aan een groep die er niet bij horen.
o Verschil tussen wat je wilt meten en wat je daadwerkelijk meet.
o Onderscheid tussen procedure en instrument.
o Bij categoriale variabelen: metingen van onderzoekpersoon in de verkeerde
categorie.
o Informatiebias ontstaat differentieel en non-differentieel.
Non-differentieel (random) – doorgaans onderschatting van het werkelijke
effect.
Onderrapportage (onderschatting) door bv. schaamte.
Differentieel – over richting van vertekening valt niets te zeggen zonder
dieper na te denken.
Overrapportage (overschatting) bv. doordat mensen denken dat ze
ziek zijn.
Ook kan onderschatting ontstaan.
Altijd vertekeningen.
o Recall bias: bij een case control onderzoek – proefpersonen herinneren zich niet
meer goed in hoeverre, en of ze blootgesteld waren aan determinant.
o Tijdvenster bij de meting is niet goed gekozen.
o Diagnositc suspicion bias – effectbeoordelaar heeft al vermoeden van uitkomst (of
erger: wenselijke uitkomst) door kennis van blootstelling.
Oplossing is een blinde effectbeoordelaar.
(Dubbele) blindering.
Het beste is dat iemand die de studie beoordeeld ook geblindeerd is.
o Informatiebias door meetinstrumenten. Hangt af van de reproduceerbaarheid
(betrouwbaarheid) en de validiteit van de meetinstrumenten. Dit weet je door de
vragen te stellen:
Krijg ik bij herhaalde metingen hetzelfde resultaat?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isisvink1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.59. You're not tied to anything after your purchase.