100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting goederenrecht B2 $7.41
Add to cart

Summary

Samenvatting goederenrecht B2

 22 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Uitwerking van alle college aantekeningen, vak afgerond met een 7,4.

Preview 3 out of 30  pages

  • Yes
  • March 6, 2024
  • 30
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Goederenrecht hoorcollege week 1

Basisbegrippen
 Eigendom (art. 5:1 BW)
 Zaak (art. 3:2 jo. 3:2a BW)
 Roerend en onroerende zaken (art. 3:3 BW)
 Gemeenschap (art. 3:166 BW)
 Mandeligheid (art. 5:60 BW)

Verkrijging van eigendom van roerende zaken
 Bijzondere titel, bijvoorbeeld overdracht en verjaring (art. 3:80 lid 3 BW)
 Algemene titel, juridische fusie/ afsplitsing van een rechtspersoon, erfenis (art. 3:80 lid 2
BW)
 Overige wijze van verkrijging (art. 3:80 lid 3 BW): toe-eigening, vinderschap,
schatvinding, vruchttrekking, natrekking, vermenging en zaaksvorming.

Toe-eigening (art. 5:4 BW)
 Alleen bij roerende zaken zonder eigenaar, het bezit is prijsgegeven oftewel res nullius
(art. 5:18 BW).
 Inbezitneming (art. 3:113 lid 1 BW), zich de feitelijke macht verschaffen
 Een onroerende zaak heeft altijd een eigenaar (art. 5:24 BW), de Nederlandse Staat is
eigenaar van onroerende zaken die geen andere eigenaar hebben.

Vinderschap (art. 5:5 BW) – ter goeder trouw (de eerlijke vinder)
 Alleen bij een onroerende zaak, niet zijnde een schat (art. 5:13 BW)
 Onbeheerd, dus niet in de macht van een ander
 De roerende zaak moet onder zich worden genomen, plus aangifte bij de daartoe
aangewezen gemeenteambtenaar doen (vindersloon art. 5:30 BW)
 Eigendomsverkrijging na een jaar na aangifte (art. 5:6 lid 1 BW) – daarvoor ben je houder
(de beperkte rechten op de zaak vervallen dan ook.

Schatvinding (art. 5:13 BW) – gemeenschappelijke eigendom
 Roerende zaak van waarde
 Zo lang verborgen dar daardoor de opsporing van de eigenaar onmogelijk is geworden
 Aangifte doen bij de gemeente
 Schat komt toe aan de ontdekker en de eigenaar van de zaak waarin de schat wordt
aangetroffen (gemeenschappelijke eigendom, titel 3.7 BW
 In geval van een archeologische vondst bij opgraving gevonden, en waarbij niemand zijn
recht van eigendom kan bewijzen, geldt een aparte regeling in de Erfgoedwet (art. 5.7
erfgoedwet)

Vruchttrekking
 Natuurlijke vrucht: was eerst bestanddeel van een andere zaak (art. 3:9 ld 1 BW jo. art.
3:4 BW)
 Wordt door afscheiding een zelfstandige zaak (art. 3:9 lid 4 BW)
 Eigenaar van de zaak wordt in beginsel ook eigenaar van de afgescheiden vrucht (art. 5:1
lid 3 BW

,  Uitzonderingen: vruchtgebruiker (art. 5:17 BW jo. art. 3:216 BW), erfpachter (art.
5:89 lid 1 BW) pachter (art. 7:316 BW), e.v. de huurder (art. 7:202 BW) in geval van
een eigendomsvoorbehoud (art. 7:9 lid 3 BW jo. art. 7:14 BW).
 Burgerlijke vrucht: vruchten van goederen (denk aan rente), wordt door opeisbaarheid
een zelfstandig recht (art. 3:9 lid 4).

Hoofdzaak (art. 5:14 lid 3 BW)
 Waarde hoofdzaak aanmerkelijk hoger dan die van de andere zaak (die bestanddeel
wordt)
 HR 14 augustus 2015 (Glencore/Nationale Borg-Maatschappij): in geval van
vermenging van gelijksoortige zaken is dit het enige criterium (verkeersopvattingen
spelen dus geen rol)
 Volgens verkeersopvattingen als hoofdzaak te beschouwen

Bestanddeel (art. 3:4 lid 1 BW)
 Al hetgeen volgens verkeersopvatting onderdeel van een zaak uitmaakt (art. 3:4 lid 1
BW)
o HR 15 november 1991 (Depex/Bergel)
 Afscheiding niet mogelijk zonder beschadiging van betekenis (art 3:4 lid 2 BW) – het
zogenaamde schadecriterium.

Schadecriterium – HR 13 november 2020 (UTB/Glencore)
Art. 3:4 lid 2 BW, aan het schade criterium is voldaan als afscheiding van het bestanddeel
niet zonder fysieke schade kan of als afscheiding hoge kosten met zich meebrengt.

Verkeersopvatting – HR 15 november 1991 (Depex/Bergel)
Wat is naar verkeersopvattingen een hoofdzaak en bestanddeel, meer specifiek is een
waterdestellatie volgens verkeersopvattingen een bestanddeel van een fabriekshal?
 Afstemmingcriterium: in constructief opzicht op elkaar afgestemd > aanwijzing dat de
gebouw en apparaat als een zaak moeten worden gezien.
 Onvoltooidheid/incompleetheidscriterium: geschiktheid als fabrieksgebouw bij
ontbreken van apparatuur onvoltooid (onvoltooidheid-/incompleetheidscriterium)
 Functie van de apparatuur in het productieproces niet van belang.

HR 6 december 2012 (Prorail / Stichting Rijswijk)
 Of iets bestanddeel is, is afhankelijk van alle omstandigheden van het geval
o Een aard- of nagelvaste verbinding is niet vereist
 Als iets een tijdelijke functie heeft als hulpconstructie vervult tijdens de bouwfase van
een zaak (zoals een groutanker/ -lichaam) en bestemd is om daarna te worden
verwijderd, levert dat in het algemeen een aanwijzing op dat het naar
verkeersopvattingen geen bestanddeel van die zaak is geworden –
bestemmingscriterium
 In het licht van concrete omstandigheden van het geval, kan dat evenwel anders zijn.


Natrekking
 Voorheen individuele zaken worden een zaak

,  Eigenaar van roerende (of onroerende) zaak is ook eigenaar van de bestanddelen van die
zaak (art. 5:3 BW).
o Natrekking kan niet tussen partijen anders worden overeengekomen (regels van
dwingend zakenrecht)
 Vereisten voor natrekking bij roerende zaken (art. 5:14 lid 1 en 3 BW):
o Twee of meer roerende zaken
o Toebehorend aan verschillende eigenaren
o Zaak wordt bestanddeel van andere (hoofd)zaak

Natrekking als er geen hoofdzaak is
 Bij roerende zaken is er soms geen hoofdzaak om aan te wijzen (art. 5:14 lid 2 BW)
 Er is dan sprake van een nieuwe zaak waarvan de oude zaken de bestanddelen vormen
 Dit leidt tot mede-eigendom van de eigenaren van de oude zaken, evenredig aan de
waarde daarvan (dit kan anders zijn indien er sprake is van zaaksvorming (art. 5:16 BW).
o Gemeenschap, art. 3:166 lid 2

Vermenging (art. 5:15 BW)
 Van vloeistoffen, gassen, zand
 Art. 5:14 BW is ingevolge art. 5:15 BW van overeenkomstige toepassing op vermenging
van roerende zaken
 Vermenging doet zich voor bij vloeistoffen, gassen, maar ook bij graan en zand
o Vormen een zaak
o Indien er een hoofdzaak valt aan te wijzen: natrekking
o Indien dat niet kan: mede-eigendom
o Maar: geen zaaksvorming (want dan geldt art. 5:16 BW)

Dus:
 Indien een van de vermengde zaak als hoofdzaak kan worden aangemerkt: de ene zaak
wordt hoofdzaak en andere zaak wordt dor vermenging bestanddeel van die hoofdzaak.
 Indien er geen hoofdzaak kan worden aangewezen ontstaat er een nieuwe zaak in mede-
eigendom (aandeel in de nieuwe zaak) art. 5:15 BW jo. art. 5:14 lid 2 BW
o HR 19 augustus 2015 (Glencore/nationale borg-maatschappij) r.o. 3.7.4. (Het is
uitsluitend beslissend of een van de zaken de andere aanmerkelijk in waarde
overtreft, bij vermenging van gelijksoortige zaken – mits aanmerkelijk, verschil dus 1
procent ten opzichte van 90 procent is aanmerkelijk).

Zaakvorming (art. 5:16 BW)
 Iemand vormt uit een roerende zaak/zaken een nieuwe zaak
 Menselijk handelen: “iemand vormt” (art. 5:16 lid 1 BW)
 Er ontstaat een nieuwe roerende zaak (uit een of meer andere roerende zaken
 Oorspronkelijke roerende zaak/zaken bestaat niet meer
 Of er sprake is van een nieuwe roerende zaak hangt af van de verkeersopvattingen
(arresten HR Kuikenboerderij & HR Love Love)
 VB: HR 24 maart 1995 kuikenboerderij, er ontstaat een zaak met een nieuwe
identiteit. De uitgebroede eieren kunnen naar verkeersopvatting niet als natuurlijke
vruchten van de kippen worden aangemerkt, omdat de fabrikant het machinaal
uitbroedt. Terecht zaaksvorming voor zichzelf.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Seny21. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.41. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48298 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$7.41
  • (0)
Add to cart
Added