De jaarrekening bestaat uit een balans, een winst-en verliesrekening en een toelichting.
- De balans bevat een overzicht van het op een bepaald tijdstip in de onderneming vastgelegde
vermogen, het is een momentopname;
- links heb je de bezittingen en rechts de bronnen van het vermogen;
- de balans heeft het eigen vermogen als sluitpost;
- de balans dient in evenwicht te zijn;
- bezit = eigen vermogen + vreemd vermogen
- eigen vermogen = bezit -/- vreemd vermogen
- de winst- en verliesrekening heeft op de rechterkant de kosten en de linkerkant de opbrengsten;
- de sluitpost op de winst- en verliesrekening bestaat uit het resultaat.
De eerste manier van winstbepaling is via de vermogensvergelijking:
Vermogensvergelijking: Fiscale vermogensvergelijking:
Begin eigen vermogen Eind eigen vermogen
+ of -/- resultaat winst -/- begin eigen vermogen
+ stortingen Vermogensverschil
-/- onttrekkingen -/- stortingen
= eind eigen vermogen + onttrekkingen
= resultaat
- van een storting wordt gesproken als de ondernemer vanuit privé geld of geldwaarden in de
onderneming stort.
- van een onttrekking wordt gesproken als de ondernemer geld uit de onderneming onttrekt om in
privé te gebruiken.
De tweede manier van winstbepaling is via de winst- en verliesrekening (=resultatenrekening)
over een bepaalde periode:
Opbrengsten
-/- kosten
= resultaat
Er zijn verschillende accountancy beginsels:
1. Toerekeningsbeginsel (accrualbeginsel): opbrengsten en kosten dienen te worden
verantwoord in de periode waarop ze betrekking hebben, ongeacht of zij tot ontvangsten of
uitgaven in diezelfde periode hebben geleid.
2. Realisatiebeginsel: opbrengsten worden toegerekend aan de periode waarin een goed of dienst
wordt geleverd (prestatie).
3. Matchingbeginsel: uitgaven die samenhangen met de omzet als kosten worden verantwoord in
dezelfde periode als waarin deze omzet is gerealiseerd (product matching).
4. Voorzichtigheidsbeginsel: verliezen moeten in aanmerking worden genomen zodra deze
kunnen worden geconstateerd, terwijl winsten slechts mogen worden genomen voor zover
voldoende duidelijk is dat zij bestaan.
Op grond van art. 3:15i BW dient een ieder die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefent de
verplichting om een administratie te voeren.
De rechtspersonen die onder Titel 9 van boek 2 vallen, dienen ieder jaar een volledig jaarrapport op
te stellen en te deponeren bij het handelsregister. Het jaarrapport bestaat uit:
- de enkelvoudige jaarrekening, bestaande uit de balans en de winst-en verlies rekening, alsmede
een toelichting op beide;
- (de geconsolideerde jaarrekening, indien de rechtspersoon deze moet opstellen;)
- het bestuursverslag;
- de overige gegevens.
Bestuursverslag (art. 2:391 BW): het bestuur legt zijn opvatting neer over de toestand op de
balansdatum en de gang van zaken gedurende het afgelopen boekjaar van de onderneming en over
de maatschappelijke omstandigheden waarvan men afhankelijk is.
- het bestuursverslag mag niet strijdig zijn met de jaarrekening;
- nv: het beleid van de bezoldiging van bestuurders dient ook te worden opgenomen.
Jaarrekening (art. 2:394 BW): de rechtspersoon is verplicht om 8 dagen na vaststelling van de
jaarrekening deze te deponeren. Dit moet uiterlijk binnen 12 maanden na vaststelling zijn gedaan.
- consolidatie betekent dat de jaarrekeningen van een groep worden samengevoegd;
- de consolidatieplicht berust bij het hoofd van de groep;
- de jaarrekening wordt opgesteld in de Nederlandse valuta, tenzij internationale vertakkingen een
andere valuta rechtvaardigen.
1. Bestendigheidsbeginsel: de balans en de winst-en verliesrekening moeten een getrouw,
duidelijk en stelselmatig beeld geven van de grootte en de samenstelling van het vermogen en
van het resultaat.
2. Stelselmatigheidsbeginsel: de indeling van de jaarrekening mag slechts wegens gegronde
redenen afwijken van het voorafgaande jaar.
3. Materaliteitsbeginsel: samenvoeging van posten is niet toegestaan, tenzij de posten in het
geheel van de jaarrekening van geringe betekenis zijn.
4. Vergelijkbaarheidsbeginsel: in geval van stelselwijziging dienen de cijfers van voorafgaande
jaar ook aan de stelselwijziging te worden aangepast voor de vergelijkbaarheid.
5. Continuïteisbeginsel: er wordt bij de jaarrekening aangenomen dat de onderneming voor
onbepaalde tijd wordt voortgezet.
Niet alle rechtspersonen hoeven aan alle regels van titel 9 te voldoen. Er zijn vrijstellingen.
Micro Klein Middelgroot Groot
Omzet < 700.000 < 12 miljoen < 40 miljoen > 40 miljoen
Balanstotaal < 350.000 < 6 miljoen < 20 miljoen > 20 miljoen
Werknemers < 10 < 50 < 250 > 250
Indien je twee jaar op rij voldoet aan twee van de drie vereisten, val je in die vrijstelling.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daniquemerkx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.43. You're not tied to anything after your purchase.