Een uitgebreide samenvatting van het boek "An introduction to child development". Tentamen / oefenvragen staan helemaal onderaan om kennis te kunnen testen. 74 vragen in de vorm van open-/gesloten vragen of stellingen. Ook bevat de samenvatting visuele ondersteuning wat het leren makkelijker maakt....
Download the official test bank for An Introduction to Child Development,Keenan,3e
An Introduction to Child Development, Keenan - Exam Preparation Test Bank (Downloadable Doc)
An Introduction to Child Development, Keenan - Complete Test test bank - exam questions - quizzes (updated 2022)
All for this textbook (4)
Written for
Radboud Universiteit Nijmegen (RU)
Onderwijskunde en Pedagogische Wetenschappen
Ontwikkelingspsychologie
All documents for this subject (14)
24
reviews
By: lisaeline3 • 4 weeks ago
By: odlaitervo • 3 year ago
By: deborahhereijgers5 • 3 year ago
By: buunk_annet • 3 year ago
By: dkarkori2002 • 3 year ago
By: sen097 • 3 year ago
By: karlijncornelissen66 • 4 year ago
Show more reviews
Seller
Follow
evycornelissen
Reviews received
Content preview
Samenvatning AnnIntroductonntonhilddnDevedopment
Thomas Keenan, Subhudra Evans & Kevin Crowley
Incduslefntentamenvraien
Inioudsopiave
Hoofdstuk 2 Theories of development 2
Hoofdstuk 4 The biological foundatons of development 7
Hoofdstuk 5 The biological foundatons of development II: The developing brain 12
Hoofdstuk 6 The development of percepton, cogniton and language 16
Hoofdstuk 7 Theories of cognitve development 20
Hoofdstuk 8 Cognitve processes 27
Hoofdstuk 9 The development of language and communicaton 30
Hoofdstuk 10 Emotonal development 36
Hoofdstuk 11 Social development 44
Hoofdstuk 12 Moral development 52
Antwoorden 58
1
,Hoofdstukn2n-nTieorlesnofndevedopment
TieorlesnofnHumannDevedopment
Psychodynamische theorie
Freud gelooft dat krachten binnen een persoon bepaald gedrag veroorzaken
Biologische (seksuele/agressieve) drijfveren)
Een persoonlijkheid bestaat uit drie delen:
1) Idn(eigen wensen): bv een baby die doet waar hij zelf zin in heeft Werkt volgens het
plezierprincipe
2) Eion(eigen wensen op sociaal acceptabele manier): ontwikkelt na enkele jaren Voorbeeld: je
hebt honger en weet dat je buurvrouw chocolade in haar tas heeft e pakt dit niet zomaar
uit haar tas e handelt dus niet volgens het ‘ID’ maar handelt realistsch
3) Supereion(internalisering culturele waarden; geweten en ideale zelf): ontwikkelt na een jaar
of vijf
Het doorlopen van deze stappen is volgens Freud de basis voor persoonlijkheid Pdeasurenprlnclpde
houdt in dat Freud gelooft dat het ID het gedrag van een kind beheerst Volgens Freud is
ontwikkeling een proces met onderbrekingen Zo noemt hij vijf stadia, gebaseerd op ergo zones
1) Oraal: eerste levensjaar (bijten/kauwen/zuigen)
2) Anaal: vanaf tweede levensjaar (nee-fase, plas ophouden)
3) Fallisch: drie tot 6 jaar, richten op eigen gender, identicate
4) Latente: tot puberteit, onderdrukken seksuele driften, focus ligt dan op sociale en
intellectuele vaardigheden
5) Genitaal: tjdens puberteit, gericht op seksuele driften
Vroegkinderlijke ervaringen zijn belangrijk volgens deze theorie Hij is moeilijk testbaar; o a
gebaseerd op droomanalyse, voornamelijk gericht op jongens
Psychosociale theorie
Erlksonngaat uit van ontwikkeling in fasen, geen lineaire contnue ontwikkeling Sociale en culturele
factoren staan centraal
● Lichamelijk (somatc): Biologische processen die nodig zijn om te functoneren
● Ego: Alles wat met denken te maken heeft
● Maatschappelijk (societal): De integrate van een individu in de maatschappij
In iedere levensfase staat een bepaalde crisis centraal Elke fase leidt volgens hem tot nieuwe
vaardigheden
,Kritekpunt: Erikson geeft wel ongeveer aan wat er per fase gebeurd, maar niet hoe de overgang van
de een naar de andere fase plaatsvindt
Pluspunt: Na Freud kwam er veel aandacht voor de belangrijke rol van de sociale omgeving
Ontwikkelingstaaktheorie
Havliiurstngelooft dat ontwikkeling het hele leven doorgaat Deze theorie lijkt veel op die van
Erikson Volgens hem zijn er ontwikkelingstaken die je moet doorlopen om nieuwe taken te leren
Ontwikkelingstaken
● Lichamelijk: zoals leren lopen
● Persoonlijk: persoonlijke wensen of waarden
● Maatschappelijk: vinden van een baan
Havighurst benoemt zes belangrijke leeftijdsperiodes waarin speciieke ontwikkelingstaken zich
voordoen;
● Kindertjd (0-5): leren lopen, praten, zindelijk worden, relates vormen met familieleden
● Midden kindertjd (6-12): vaardigheden voor spelletjes, leren opschieten met vriendjes etc
● Adolescente (13-18): fysieke acceptate, voorbereiding op trouwen/gezin stchten, sociale
verantwoordelijkheid
● Vroege volwassenheid (19-29): vrienden maken, met een partner leven etc
● Midden volwassenheid (30-60): teners helpen om verantwoordelijk te zijn en gelukkig te
worden
● Late volwassenheid (60+): aanpassen aan afnemende kracht en gezondheid, pensioen,
omgaan met verlies van vrienden of partner
Volgens Havighurst hangt het aantal taken dat je doorgaat af van individuele omstandigheden
Sommige taken zijn hetzelfde voor iedereen (bv leren lopen/kruipen), andere taken variëren
afhankelijk van cultuur (bv in sommige culturen moet je vroeg trouwen)
Behaviorisme
Volgens deze theorie is de omgeving bepalend Wat er in een individu gebeurd kunnen we niet
betrouwbaar onderzoeken Zichtbaar gedrag ontstaat door een bepaalde stmuli
Watsonn(Lltdeng AdbertnExperlment) gelooft dat onderzoek gericht moet zijn op hetgeen dat
zichtbaar is Volgens hem is de omgeving de meest bepalende factor bij kind-ontwikkeling
Volgens hem kan een kind in elke gewenste richtng worden gevormd als volwassenen de
stmulus-response-associate gebruikt
Sklnnern(operantencondltonerlni)nvolgens deze theorie kan de kans op herhalingsgedrag
van een kind worden versterkt door gebruik te maken van beloningen (prijzen/glimlachen)
Gedrag zou kunnen worden verminderd door het gebruiken van strafen (intrekken
privileges)
Pavdovn(kdasslekencondltonerlni)ngelooft dat je iets kunt leren door een neutrale prikkel
(stmulus) te koppelen aan een stmulus die leidt tot een reflex
1) Voedsel (ongecon stm ) kwijlen (ongecon resp /reflexmatg)
2) Bel (neutrale stm ) geen respons
3) Bel (neutrale stm ) + voedsel (ongecon stm ) kwijlen (ongecon resp )
3
, 4) Bel (gecon stm ) kwijlen (gecon resp )
Sociale leertheorie
Banduran(Bobondodd) geeft een variant op het behaviorisme Hij is het eens met de principes van
klassieke conditonering, maar erkent dat kinderen soms gedrag aanleren zonder dat dit ooit
beloond is geweest Volgens hem kan zo bijv agressiviteit aangeleerd worden
Modeddlni/observatoneednderen
Sedf-efficacy: overtuigingen over de eigen competentes om met een situate om te gaan
Ethologisch perspectef
Darwlnn(natuurdljkensedecte)ngelooft dat de natuur bepaalde eigenschappen selecteert die goed zijn
voor overleving
Naturadnsedecton: fysieke/gedragsmatge kenmerken die leiden tot een overlevingsvoordeel voor
het organisme worden doorgegeven aan nakomelingen
Lorenzn(krltekenperlode)ngaat ervan uit dat gedragspatronen in de genen vastliggen, maar het
ligt niet in de genen vast dat de ganzen de moeder volgen Als moeder niet meer aanwezig is na
de geboorte, zullen ze een ander object/wezen volgen dat ze zien
Imprlntni: verwijst naar de extreem snelle verwerving van ‘volgend gedrag’ bij ganzen
hrltcadnperlod: de tjd waarin een organisme zich voorbereid om een bepaald gedrag te verwerven
Bornstelnn(krltekenperloden→nsensltevenperlode)ngelooft in een tjdvak waarin iemand bijzonder
gevoelig is voor stmuli, waarin een vaardigheid snel geleerd kan worden De grenzen van een tjdvak
zijn niet zo zwart-wit, zoals bij bv de taalontwikkeling In de eerste paar jaren gebeurd hierin het
meeste, maar na een aantal paar jaren kun je nog steeds dingen aanleren
Evolutonaire ontwikkelingstheorie
Natuurlijke selecte menselijke ontwikkeling Wat was adaptef voor onze voorouders?
Eplienetca: je hebt bepaalde genen, maar deze zijn niet allemaal actef Onder invloed van wat
iemand meemaakt/de omgeving kunnen bepaalde genen actef of juist inactef gemaakt worden
Daarmee uiten zij zich anders
Voorbeeld onderzoek: Vader afwezig meisjes eerder seksueel actef + zwanger
Bio-ecologisch model
Bronfenbrenner gelooft dat de ontwikkeling van kinderen gebeurd in de natuurlijke context, dus
thuis en op school Maar in onderzoeken zie je een kind heel kort en in onnatuurlijke context
Onderzoek zou zich volgens hem moeten richten op de natuurlijke omgeving
1) Microsysteem; omgeving die het kind direct ervaart (familie/vrienden/school etc ) De
factoren in deze laag kunnen elkaar beïnvloeden
2) Mesosysteem: de connectes tussen verschillende microsystemen, zoals het contact van de
ouders met de docent van school Het is belangrijk dat deze connectes elkaar ondersteunen
3) Exosysteem: setngs waarvan het kind niet direct onderdeel uitmaakt maar die wel invloed
kunnen hebben op hun ontwikkeling Zoals de werkplek van ouders (is die flexibel met
werktjden?)
4) Macrosysteem: bevat waarden, weten en (geloofs)overtuigingen van de maatschappij
4
,Chronosysteem: invloed van tjd Historische veranderingen die de andere systemen kunnen
beïnvloeden, zoals de eisen die aan het kind gesteld worden door het digitale tjdperk
Edder gelooft dat de menselijke ontwikkeling een levenslang proces is Vergelijking met
Bronfenbrenner:
1) Ontwikkeling: bepaalde tjd en plaats Cohort efect + Periode efect
● Cohort-efect: gebeurtenissen hebben verschillend efect op ‘generates’ Bv een groep
mensen die rond dezelfde periode is geboren zijn op dezelfde manier beïnvloed waardoor ze
bepaalde eigenschappen gemeen hebben
● Periode-efect: verandering gebonden aan tjdsperiode, efect op iedereen Historische
gebeurtenissen/politeke veranderingen Bv hongersnood heeft invloed op de menselijke
ontwikkeling
2) Timing speelt een rol: tming heeft invloed op iemands ontwikkeling, vooral als het afwijkt
van wat gebruikelijk is (bv zwanger op 16 jarige leeftijd)
3) Levens zijn verbonden: je ontwikkelt je niet in je eentje, je zit ingebed in een sociaal netwerk
(vrienden/familie/collega’s)
4) Individu stuurt ontwikkeling: keuzes bepalen omgeving/kansen (bv risicovol gedrag)
Dynamische systeemtheorie
Er wordt bij deze theorie uitgegaan dat alles (mens/natuur etc ) bestaat uit systemen die contnu
veranderen Het systeem heeft elementen die ook contnu veranderen Voorbeeld: Stel je een gezin
voor als systeem Als een kind (element) uit het gezin zich anders gaat gedragen, beïnvloed dit het
hele gezin Kleine veranderingen binnen het systeem kunnen dus een grote uitwerking hebben
Het is een metatheorie: toepasbaar op een aantal verschillende dingen Het gaat niet enkel om de
menselijke ontwikkeling
hoinltvenDevedopmentadnTieorles
Plaietnonderscheidt drie mechanismen waarmee kennis verzamelt wordt Volgens hem bestaat
kennis uit structuren:
● Assimilate (aanpassing): het proces waarbij kinderen bestaande denkschema’s toepassen op
nieuwe ervaringen kind ziet een politeagent en behandelt deze persoon als elk andere
politeagent die hij ooit gezien heeft
● Accommodate (aanbrengen van kennis): het proces waarbij kinderen hun denkschema’s
aanpassen op basis van nieuwe ervaringen
Assimilate en accommodate zijn processen die ons hele leven blijven duren
● Equilibrate (onderhouden van kennis): je krijgt steeds meer kennis Om evenwicht te
houden moet de kennis onderhouden worden Hier zorgt equilibrate voor
Hij formuleerde vier stadia van ontwikkeling
1) Sensomotorische fase: (geboorte - 2 jaar) deze periode wordt gekenmerkt door het
vermogen van het kind om reflexen onder controle te brengen Kind leert motorisch te
reageren op wat het waarneemt Het einde van deze fase wordt gemarkeerd door de
spraakontwikkeling
2) Preoperatonele fase: (2-7 jaar) kinderen zijn nog niet in staat meerdere aspecten van een
probleem te coördineren bij het oplossen van het probleem Kinderen zijn egocentrisch en
5
, denken animistsch (=kinderen denken dat voorwerpen/dieren dezelfde gedachten en
gevoelens kunnen hebben als zij zelf (bv de tafel heeft pijn)
3) Concreet operatonele fase: (7-11/12 jaar) fase waarin het redeneren logischer,
systematscher en ratoneler wordt in toepassing op concrete objecten
4) Formeel operatonele fase: (vanaf 12 jaar) fase waarin kinderen leren logisch te denken Ze
leren verbanden leggen en conclusies trekken
- Propositoneel denken: denken in logica Bv de regel “Als je met een veer tegen een glas
slaat, breekt het” Tom slaat met een veer tegen een glas, wat gebeurt er? In het
concreet operatonele stadium zegt een kind dat het glas niet kan breken In het formeel
operatonele stadium gaat het kind mee (logisch denken) en zal hij zeggen dat het glas
breekt
- Hypothetsch-eductef: experimenterend denken het kind kan verschillende optes
inventariseren, en stelt op basis daarvan hypotheses Die hij/zij vervolgens kan toetsen
Vygotsky’s sociaal-culturele theorie
Vyiotskyngelooft dat de sociale omgeving van het kind een belangrijke factor is voor de
ontwikkeling De kern van zijn theorie is het interne en externe aspect van leren Hij gelooft dat
kinderen een patroon van ontwikkeling volgen Ontwikkeling vindt volgens hem plaats op twee
niveaus:
● Interpersoonlijk; kinderen vertonen eerst ontwikkeling in interpersoonlijke interactes die
tussen henzelf en andere mensen hebben voorgedaan
● Extrapersoonlijk; pas later vertonen kinderen ontwikkeling op individueel/intrapersoonlijk
niveau
Internalizaton: bv wanneer een kind in zichzelf praat tjdens het oplossen van een probleem
Informate verwerkingsaccount van ontwikkeling
Deze theorie is gebaseerd op het idee dat mensen de informate die ze ontvangen verwerken, in
plaats van alleen te reageren op stmuli
TentamenvraiennHoofdstukn2
1 Zet Freuds ontwikkelingsstadia in de goede volgorde
o Het genitale stadium
o Het anale stadium
o Het latente stadium
o Het fallische stadium
o Het orale stadium
2 De term ‘operante conditonering’ staat centraal in de behaviouristsche theorie van B F Skinner
o Waar
o Niet waar
3 Kruipen, dat vaak vooraf gaat aan lopen, is volgens de dynamische systeembenadering het gevolg van de
ontwikkeling van een genetsche blauwdruk
o Waar
o Niet waar
4 Freud karakteriseert ontwikkeling als levenslang, terwijl Eriksons theorie eindigt met de adolescente
6
, o Waar
o Niet waar
5 Volgens de etholoog Lorenz ligt het in de genen vast dat pasgeboren gansjes uitsluitend hun moeder volgen
o Waar
o Niet waar
6 In Bronfenbrenners theorie heet het systeem waartoe weten en culturele waarden en gebruiken behoren het
_____________________
7 Een bepaald type historische invloed is het ______________________ efect Dit efect houdt in dat een
maatschappelijke situate of gebeurtenis een ander efect heeft op verschillende generates
Hoofdstukn4n-nTienblodoilcadnfoundatonsnofndevedopment
TienhoursenofnPiyslcadnGrowti
Dit is een lang proces waarbij omgeving (bv voeding/kansen voor ervaring) een grote rol spelen
Prenatale ontwikkeling
Vindt plaats gedurende negen maanden; vanaf het punt waarop een eitje bevrucht is, tot de
geboorte
1) Zygote: eerste 2 weken
2) Embryo: vanaf 3 weken tot aan het eind maand 2
3) Foetus: vanaf 3 maanden tot geboorte
Eind maand 3: lichaamsdelen zijn ontwikkelt Vanaf maand 5: Reflexen (bv slikken) Vanaf maand 6:
Ogen openen/sluiten De periode tussen 22 en 26 weken heet age of viability (levensvatbaarheid),
als ze in deze periode geboren worden is de kans op overleven aanwezig
Teratoiens: kunnen een foetus ernstg beschadigen Het efect hiervan hangt af van een aantal
factoren;
● De groote van de dosis: langere en intensere/meer blootstelling leidt tot meer schade
● Leeftijd: tjdens bepaalde periodes van de foetus zijn de risico’s groter
● Biologische factoren: genetsch, sommigen zijn immuun, anderen niet
● Combinates: hoe meer risicofactoren, hoe slechter Armoede en daardoor slechte voeding
heeft bv veel invloed
Teratogen zorgen voor lichamelijke problemen (soms zichtbaar, bv missend been) De schade kan
ook later pas duidelijk worden Zo kan een hoog geboortegewicht bij meisjes op latere leeftijd voor
meer kans op borst kanker zorgen
Ook kunnen teratogen beide kanten op werken (zowel moeder als kind) Een kind waarvan de
moeder veel cocaïne gebruikt tjdens de zwangerschap, kan leiden tot een minder goede moeder-
dochter band Het kind wil bv niet graag geknufeld worden
Voorbeelden van teratogen:
● Legale en illegale drugs
● Moederlijke factoren: leeftijd (tenermoeder negeert bv de eigen gezondheid, oudere
moeder heeft groter risico op kind met Down-syndroom)
● Dieet
● Ziektes (zoals diabetes)
● Stress
7
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evycornelissen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.62. You're not tied to anything after your purchase.