Uitgebreide samenvatting van het boek Historisch Denken (basisboek voor de vakdocent) .
De samenvatting bestaat uit 20 overzichtelijke pagina's. Het boek wordt gebruikt bij het vak Historisch redeneren of Vakdidactiek 10. Is onderdeel van het examenprogramma geschiedenis, deze samenvatting is dan ...
Inleiding
Geschiedenis is een vak dat zich bezighoudt met een niet meer bestaande werkelijkheid.
Het verleden lijkt nog springlevend, maar dat is niet zo. Sporen kunnen weliswaar over het verleden
vertellen, maar ze zijn dat verleden zelf niet, want dat is defniief voorbij.
Het bestuderen van een niet meer bestaande werkelijkheid staat op gespannen voet met de wijze
waarop we gewend zijn te denken. Wie iets onderneemt of ergens een oordeel over velt gaat
gewoonlijk af op een eigen ingeving of die van een ander. Maar een historicus kan de werkelijkheid
van het verleden niet observeren, slechts de overblijfselen: documenten, gebouwen, schilderijen.
Deze overblijfselen geven niet alijd een eerlijk beeld van het verleden maar zijn wel nodig om een
beeld te vormen over het verleden, ook al waren ze niet bedoeld om het nageslacht een eerlijk te
informeren. Dat beeld moet dan ook niet worden verward met de verleden werkelijkheid.
De waarheid over historische beelden kan zeer dicht worden genaderd, maar is nooit defniief.
Vragen die historici op hun eigen manier beantwoorden omdat ze werken vanuit verschillende
culturele achtergronden en persoonlijke overtuigingen. Daarom zullen er alijd verschillende beelden
van het verleden naast of tegenover elkaar bestaan en komen er steeds nieuwe beelden bij. De
geschiedenis verandert dus voortdurend, en verschillende beelden van één historische werkelijkheid
kunnen soms met evenveel recht worden verdedigd. Dat druist tegen de menselijke behoefe aan om
met zekerheid vast te stellen hoe iets is gebeurd. De constatering dat het ene beeld even ‘waar’ is
als het andere is weinig bevredigend.
Toch moet recht worden gedaan aan het verleden en kunnen we niet gemakkelijk een
waardeoordeel over het verleden uitspreken.
Historisch denken ontwikkelt zich niet spontaan en moet daarom aangeleerd worden. Op
wetenschappelijke wijze omgaan met de geschiedenis vereist manieren van denken die in belangrijke
opzichten afwijken van denkwijzen die mensen als vanzelf vertonen.
Kernbegrippen historisch denken: periodiseren/chronologie, coningenie/anachronisme, generaie/
overblijfselen.
Redeneerwijzen: verzamelen, ordenen, verklaren, beeldvormen.
,Hoofdstuk 1 Geschiedenis
Historisch denken en historisch redeneren leiden tot het niet al te gemakkelijk trekken van lijnen van
verleden naar heden, tot voorzichig zijn met het trekken van lessen uit de geschiedenis.
Ze verzakelijken het denken en maken mensen minder gemakkelijk vatbaar voor ideologische en
totalitaire boodschappen. Ze leiden tot het inzicht dat alles betrekkelijk is. Ook iemands eigen
bestaan en de zaken waarin iemand heilig geloof, zijn onderhevig aan veranderingen en voor een
belangrijk deel het resultaat van toeval en spelingen van het lot. Dat inzicht draagt bij aan een beter
begrip van wie iemand is en wat de waarde is van de erfenis die mensen met zich meedragen.
Dit hoofdstuk gaat over wat geschiedenis is, hoe historici op wetenschappelijke wijze te werk gaan bij
de bestudering van het verleden en welke redeneerwijzen ze daarbij toepassen. Geschiedenis gaat
over de verdwenen werkelijkheid van het verleden van de menselijke cultuur. Het feit dat we het
over ander ijden hebben, maakt dat rekening gehouden moet worden met ijdverschil het
belangrijkste kenmerk is van historisch denken. Over die andere ijden moet waarheid worden
gesproken, hoe moeilijk dat soms ook is, omdat het vertellen van verzinsels over andere ijden
uiteindelijk ook een desoriëntaie in het heden teweegbrengt. Het kan ertoe leiden dat mensen dan
niet meer goed weten wie ze zijn, de wereld waarin ze leven niet begrijpen en al te gemakkelijk
geloven in allerlei onzin die hun wordt voorgehouden. Historisch denken heef dus nut, ook al kan
historische kennis vrijwel nooit direct op het heden toegepast worden en kan met geschiedenis de
toekomst niet worden voorspeld.
1.1 Definitie
Bij wetenschappelijke geschiedenis gaat het om waarheden omtrent het verleden. De gegevens
waarop waarheden kunnen worden gebaseerd, bestaan noodzakelijkerwijs alleen uit overblijfselen
uit andere ijden (het verleden).
Geschiedenis: Geschiedenis is niet wat vroeger is gebeurd, maar alleen datgenen wat daarover later
nog als waarheid wordt vastgesteld. Geschiedenis is dus dat wat historici beweren over het verleden.
Verleden: Alles wat vroeger is gebeurd maar niet meer kan worden vastgesteld behoort tot het
verleden, niet tot de geschiedenis.
Verleden en geschiedenis
Verleden: niet bestaande werkelijkheid het bestaat niet meer
Geschiedenis: Beelden van het verleden zoals ze door geschiedwetenschappers worden vastgesteld.
Geschiedenis gaat alleen over het verleden van de menselijke cultuur.
- Wanneer in de geschiedenis boeken een vulkaanuitbarsing wordt behandeld, komt deze alleen in
het boek voor omdat hij een impact heef gehad op de menselijke samenleving die is voortgekomen
uit natuurlijke omstandigheden.
-Geschiedenis is dan ook een cultuurvak
- Geschiedenisboeken beginnen dan ook niet bij het ontstaan van de aarde en de homo sapiens
aangezien daar maar weinig van kan worden vastgesteld en hier geen bronnen van geproduceerd zijn
uit die ijd.
2
, Waarheden over het verleden vaststellen is niet alleen moeilijk omdat er over de meeste
gebeurtenissen te weinig bewijsmateriaal is overgebleven. Een andere moeilijkheid is het
ijdsverschil tussen vroeger en nu. Het veranderende waardepatroon speelt bij het beschrijven van
een beeld uit het verleden ook een rol.
We moeten ons noodzakelijkerwijs uitdrukken in de taal van nu, terwijl de waarde van woorden een
andere betekenis kunnen hebben in het verleden. Dat waarheden moeten worden vastgesteld in
hedendaagse taal en vanuit hedendaagse vraagstellingen brengt problemen met zich mee betref de
objeciviteit van de geschiedenisbeelden die de historicus produceert. Vanuit het perspecief van zijn
hedendaagse cultuur doet een historicus zijn best zo goed mogelijk, op basis van beschikbare
overblijfselen, waarheidsgetrouwe beelden te ontwerpen van vroegere culturen.
Omdat het perspecief van het heden verschuif, moet geschiedenis steeds opnieuw worden
geschreven. Daar komt in principe nooit een eind aan.
Belangrijk begrip:
Hermeneutee: De historicus vertolkt als het ware hoe mensen desijds de gebeurtenissen hebben
beleefd en hoe zij tot bepaalde daden zijn gekomen. Door zich in te leven in de mensen van vroeger
probeert de historicus die gedachten te vertalen voor de hedendaagse lezer. De Historicus vertolkt.
1.2 Historisch denken
Het onderscheiden van voorbije ijden van de eigen ijd is typerend voor historisch denken. Het besef
van een ingrijpende breuk tussen heden en verleden heef het ontstaan van historisch denken
mogelijk gemaakt. Vanaf de negeniende eeuw zijn mensen anders naar het verleden gaan kijken: als
object van een studie, als studie van een wereld die fundamenteel anders was dan die van het
heden. De gedachte dat de wereld vroeger anders was kan een gevoel van nostalgie en romaniek
voortbrengen. Daarom zijn in de negeniende eeuw Europeanen musea gaan bouw en
geschiedenisboeken gaan schrijven. Hoe ‘moderner’ een ijd wordt hoe meer historische
belangstelling er is.
periodiseren
Het indelen van geschiedenis in perioden met duidelijke en eigen karakterisieken. Bepaalde
kenmerken toekennen aan bepaalde ijden die typerend voor die periode zijn. Elke ijd moet op
zichzelf beschouwd worden met eigen normen en waarden, begrippen en categorieën. Kenmerken
van de ene ijd mogen niet worden verward met kenmerken uit een andere ijd. Doe je dat wel, dan
maak je je schuldig aan anachronisme.
Anachronismen
is iets wat duidelijk niet in zijn ijd past: verkeerd indelen van kenmerken in de ijd.
Of, preciezer geformuleerd: een al dan niet gewilde inbreuk op of breuk in de chronologische
samenhang van toestanden of gebeurtenissen. (Een geschiedenis vrij van anachronisme is niet
mogelijk aangezien de geschiedenis niet kan spreken ,omdat het verleden niet meer bestaat. Er zijn
alleen historici die reconstrucies maken van het verleden die duidelijk de stempel van hun makers
dragen. Al doet de historicus nog zo zijn best om een ijd niet vanuit een later standpunt te
beoordelen of veroordelen kan hij niet spreken vanuit een andere ijd.)
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hannneke. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.