100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Methoden van Criminologisch Onderzoek III (handboek) $7.01   Add to cart

Summary

Samenvatting Methoden van Criminologisch Onderzoek III (handboek)

1 review
 357 views  16 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Uitgebreide samenvatting van het handboek "Kwalitatieve methoden en technieken in de criminologie" van Tom Decorte. Docent: Marcus LEYS. Vlot mee geslaagd in eerste zit!

Preview 4 out of 49  pages

  • Yes
  • October 23, 2018
  • 49
  • 2017/2018
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: AxelleCardeynaels • 5 year ago

avatar-seller
METHODEN III
H2: HET KWALITATIEF ONDERZOEKSDESIGN

1. DE KWALITATIEVE PROBLEEMSTELLING

1.1 SOORTEN ONDERZOEKSVRAGEN
De meeste onderzoeken focussen zich op een wat-vraag. Deze zijn van tweeërlei aard. In de eerste plaats kunnen
ze verkennend zijn en aanleiding zijn voor exploratief onderzoek. Dergelijk onderzoek is hypothesevormend van
aard en wordt vaak uitgevoerd op terreinen waar de wetenschappelijke kennis nog niet ver gevorderd is. daarnaast
vinden we wat-vragen ook terug onder de vorm van ‘hoeveel’- of ‘hoe groot’-vragen.

In tegenstelling tot de wat-, wie- en waar-vragen zijn de hoe- en waaromvragen meer verklarend van aard. De
reden dat men deze beantwoord via kwalitatief onderzoek is te vinden in het feit dat de antwoorden op deze twee
soorten vragen eerder te vinden zijn in verbanden over de tijd heen dan in het vaststellen van bepaalde frequenties
en aan- of afwezigheid van een fenomeen. Historisch onderzoek heeft geen of nauwelijkse controle over het gedrag
van de respondenten.


1.2 HET BEPALEN VAN EEN ONDERZOEKSDOEL
In de eerste plaats moeten we de probleemstelling onderscheiden van het onderzoeksdoel. Het onderzoeksdoel
formuleert in vage en algemene termen de relevantie van het te voeren onderzoek. Het verklaart ook waarom er
onderzoek dient te gebeuren om deze vraag of dit probleem te begrijpen.

Twee belangrijke vragen die de onderzoeker zich moet stellen zijn:

- Waarom doe je dit onderzoek?
- Waarom is dit onderzoek belangrijk?


W AAROM DOE JE DIT ONDERZOEK ?
De reden waarom de ene onderzoeksvraag zich opdringt kan vele oorzaken hebben. Zo zijn er een drietal grote
groepen te onderscheiden: intellectuele, praktische en persoonlijke.

 Bij intellectuele redenen gaat het over redenen die vanuit het wetenschapsbedrijf zelf aangedragen worden
om te kiezen voor een bepaald onderzoeksprobleem. Een eerste mogelijke bron zijn bepaalde paradigma’s
of theorieën. Daarnaast kan ook louter wetenschappelijke nieuwsgierigheid een aanleiding vormen.

 Praktische redenen hebben te maken met het doel dat de onderzoeker voor ogen heeft met zijn
onderzoeksvraag. Daar waar onderzoek vanuit intellectuele overwegingen doorgaans een fenomeen wilt
begrijpen, wil men in dit geval vooral iets bereiken. Evaluatieonderzoek is hier een voorbeeld van, alsook
het zogenaamde handelingsonderzoek of actieonderzoek.

 Tot slot zijn er nog persoonlijke redenen die maken dat men kiest voor een bepaald thema. Zo kan er
sprake zijn van een intrinsieke motivatie naar een bepaalde vraag. Persoonlijke redenen, eigen waarden
en normen kunnen immers een belangrijke invloed uitoefenen op het verloop van het onderzoek en op de
wijze waarop de onderzoeker omgaat met een thema.


W AAROM IS DIT ONDERZOEK BELANGRIJK ?
Wetenschappelijk onderzoek heeft steeds tot doel mogelijke vertekeningen in de resultaten uit te schakelen.
Daarom moet de onderzoeker zich bewust zijn van de keuze die hij maakt en deze kunnen motiveren. Het is
belangrijk bij aanvang uit te schrijven waarom dit onderzoek uitgevoerd moet worden.




1

, Uitleggen waarom hangt vaak samen met uitleggen wat het doel van de studie zal zijn. Criminologisch onderzoek
heeft grosso modo vier belangrijke doelen voor ogen: verkennen, verklaren, beschrijven en emanciperen.


 Exploratief onderzoek
= het doel is tot inzichten komen op een domein waar tot nu toe weinig over geweten is. de
onderzoeksmethoden kunnen heel flexibel toegepast worden op het terrein, wat maakt dat als de onderzoeker
nieuwe elementen in de loop van het onderzoek tegenkomt, hij hier heel sterk op kan inspelen.

 Verklarend onderzoek
= op zoek gaan naar oorzaken in de betekenisgeving van personen (maar zeldzaam)

 Beschrijvend onderzoek
= de waarde is hier het aanleveren van een gedetailleerde beschrijving van een bepaalde case die bestudeerd
wordt. Het gaat over het in de diepte begrijpen van processen van betekenisgeving en een van de wijzen om
tot een dergelijk begrijpen te komen is het omstandig beschrijven van een case.

 Emancipatorisch onderzoek
= men wil een sociaal probleem aanpassen of de betrokkenen instrumenten aanreiken om een probleem aan
te pakken. Het doel is een bijdrage te leveren in sociale actie en de staving van het belang van het onderzoek
moet dan ook mee daar gezocht worden.


V OOR WIE IS HET ONDERZOEK BEDOELD ?
Het soort onderzoek vertelt immers tegelijk iets over de aard van de resultaten die het zal opleveren en het belang
van die resultaten. Ook moet men verantwoorden voor wie de resultaten belangrijk zullen zijn. We kunnen drie
doelgroepen zien die belang hebben bij een (kwalitatief) onderzoek.

 Wetenschappelijke gemeenschap
= men wil bijdragen aan de stand van kennis over een bepaald onderwerp; hiervoor moet men argumenteren
dat het onderzoek een significante bijdrage levert aan de theoretische en/of empirische kennis. Men moet
bewijzen dat het onderzoek niet al elders gevoerd werd en het moet nieuwe, relevante inzichten leveren.

 Beleidsmakers
= dit betekent dat beleidsmakers zitten met praktische vragen over hoe hun beleid het meest geoptimaliseerd
kan worden. Zulk onderzoek neemt meestal twee vormen aan: explorerend en evaluerend. Bij explorerend
vraagt de opdrachtgevende overheid om nieuwe gegevens te verzamelen op domeinen waar tot nu toe weinig
kennis voorhanden is. wanneer het om een evaluerend onderzoek gaat worden bestaande beleidsmaatregelen
onder de loop genomen. De onderzoeker gaat dan na of de doelstellingen van de genomen maatregelen in
praktijk gerealiseerd worden.

 Praktische relevantie
= onderzoek kan ook leiden naar het oplossen van een probleem of een praktijkvraagstuk. Het gaat dan over
mensen die op korte termijn een antwoord wensen op bepaalde problemen. In dat geval zullen betrokken
partijen of derden antwoorden verschaffen over het probleem teneinde inzicht te geven in de wijze waarop het
aangepakt kan worden.


1.3 DE ONDERZOEKSVRAAG
Dit is veel gerichter van aard dan het onderzoeksdoel. Je moet de richting van het onderzoek samenvatten in één
gerichte vraag. Ze moet ook helder, begrijpelijk en ondubbelzinnig zijn. Ook moeten ze aansluiting vinden bij
bestaande theorie maar met de mogelijkheid om er een bijdrage aan te leveren.

Onderzoeksvragen groeien mee doorheen het onderzoek en worden, net als analyses, geschreven en herschreven.


O NDERZOEKBAARHEID
Met de onderzoekbaarheid doelen we op de mate waarin een onderzoeksvraag wel degelijk kan en mag leiding tot
een onderzoek.



2

,  Een eerste aspect betreft de mogelijkheid om de onderzoeksvraag te beantwoorden met een empirisch
onderzoek. Sommige vraagstellingen zijn dermate theoretisch dat onderzoek niet mogelijk is. Daarnaast
heeft het ook te maken met sociaalwetenschappelijke onderzoekbaarheid.

 Het tweede aspect betreft het ‘mogen’ onderzoeken. Het gaat over de ethische dimensie van het
sociaalwetenschappelijk onderzoek. Het mag in ieder geval geen schade berokkenen aan de doelgroep.

H AALBAARHEID
 Tijd
 Geld
 Bereikbaarheid en bereidheid van onderzoeksobjecten

H ET LITERATUURONDERZOEK EN SENSITIZING CONCEPTS
De eerste versie van een onderzoeksvraag die een onderzoeker formuleert is nog heel algemeen. De bedoeling is
dan ook om deze eerste versie theoretisch verder uit te werken. Dat gebeurt in het literatuuronderzoek. Dit maakt
immers de verborgen assumpties duidelijk die aan de basis van de voorlopige onderzoeksvraag liggen. De
literatuurstudie kan duidelijk maken welk paradigma of welke waarden ten grondslag liggen aan de
onderzoeksvraag die je stelt en de wijze waarop je die verwoordde.

In de internationale literatuur komt bij de literatuurstudie waak nog een afgeleide functie: de onderzoeker moet
bewijzen dat hij vertrouwd is met de huidige literatuur. Vertrekkend van het idee van cumulativiteit, wordt dan
gevraagd om een overzicht van de relevante literatuur te geven om op die manier de plaats van het uitgevoerde
onderzoek te situeren. Daarbij moet men ook de wetenschappelijke meerwaarde expliciet aangeven.

Een belangrijke manier om de al dan niet beperkende invloed van een theoretische kader uit de literatuur om te
gaan, bestaat erin om te werken met algemene concepten die nog niet of slechts heel summier zijn uitgewerkt.
Men spreekt dan van sensitizing concepts. In het kwalitatief onderzoek dient deze term om de relatie tussen
onderzoeker en literatuur vorm te geven. Ze geven richting aan en maken de onderzoeker gevoelig voor bepaalde
belangrijke concepten die bij het beantwoorden van de onderzoeksvraag een rol kunnen spelen.


2. KIEZEN VOOR EEN KWALITATIEVE GRONDVORM

Onder kwalitatief onderzoek valt een hele familie van verschillende onderzoekstechnieken. Toch kunnen een
aantal onderscheiden worden die vaker gebruikt worden dan andere en als het ware grondvormen zijn.


2.1 DE KWALITATIEVE SURVEY
We onderscheiden twee subvormen: het onderzoek dat voornamelijk steunt op diepte-interviews en de vorm die
gebruikmaakt van groepsinterviews.

 De kwalitatieve survey met diepte-interviews

 De kwalitatieve survey met focusgroepen


2.2 PARTICIPERENDE OBSERVATIE OF DE ETNOGRAFISCHE STUDIE
Zie volgende hoofdstukken.


2.3 DE CASESTUDY
Als onderzoeksstrategie omvat deze allerhande typen van onderzoek die voornamelijk kwalitatief, maar soms ook
kwantitatief van aard zijn. Belangrijk is dat een case uiteenlopende vormen kunnen aannemen (gebeurtenis,
persoon, proces, groep, …). Het is geen dataverzamelingsmethode maar een grondvorm van onderzoek.




3

, 2.4 INHOUDSANALYSE
Het verwijst naar een zeer specifieke onderzoeksmethode. Er bestaat volgende typologie:

- Retorische analyse
- Narratieve analyse
- Discoursanalyse
- Structuralistische-semiologische analyse
- Interpretatieve analyse

3. DE KWALITATIEVE STEEKPROEF

Het is noodzakelijk dat de onderzoeker een steekproef samenstelt die geïnterviewd kunnen worden. Zo zijn er in
het klassieke surveyonderzoek verschillende steekproeftrekkingsmethoden uitgewerkt. In kwalitatief onderzoek is
het echter niet de bedoeling om antwoorden te geven die generaliseerbaar zijn naar een populatie. Om die reden
opteert men voor doelgerichte steekproeven (purposive sampling).

Doelgericht steekproeftrekken vertrekt van criteria die de onderzoeker opstelt om zijn eenheden te selecteren. Die
criteria stelt hij op met het doel om een diepgaand inzicht te verwerven in zijn thema en een antwoord te vinden
op zijn probleemstelling. Men houdt twee elementen in het achterhoofd:

- De criteria moeten alle relevante aspecten van het onderzoek afdekken
- De steekproefselectie moet er voor zorgen dat er binnen de vooropgestelde criteria nog voldoende variatie
overblijft om het thema ook werkelijk te exploreren


3.1 DE ONDERZOEKSPOPULATIE EN HET STEEKPROEFKADER
De onderzoekspopulatie is het grotere geheel dat in het onderzoek bestudeerd wordt. In de meeste onderzoeker
omvat een populatie een verzameling individuen met bepaalde kenmerken. Er is dus een onderscheid tussen het
universum dat alle mogelijke cases omvat en de onderzoekspopulatie die de groep cases omvat waarop de studie
betrekking heeft.

Een populatie hoeft niet noodzakelijk een verzameling individuen te zijn. Het kan ook gaan om groepen,
(sub)culturen, gebeurtenissen, handelingen, plaatsen. Het dekt dus een groot aantal verschijningsvormen.

Eens de onderzoekspopulatie omschreven is moet de onderzoeker op zoek naar een steekproefkader. Dit is immers
de bron waaruit je de onderzoekseenheden van je populatie selecteert. De selectie zelf gebeurt aan de hand van
een steekproefmethode. Een steekproefkader kan vrij beschikbaar zijn of moet zelf opgesteld worden.


3.2 VERSCHILLENDE KWALITATIEVE STEEKPROEFMETHODEN
Er is een grote diversiteit aan doelgerichte steekproeven mogelijk;

 Geen selectie
 De typische case
 Heterogeniteit of maximale variatie
 Homogeniteit
 Kritische case
 Bevestigende of ontkennende case
 Sneeuwbalsteekproef
 Extreme of afwijkende cases
 Opportunistisch
 Pragmatisch




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SoVa. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.01  16x  sold
  • (1)
  Add to cart