Dit zijn alle belangrijke begrippen voor het keuzendeel internationalisering en internationaal recht, dit komt uit de digitale omgeving van Boom digitaal.
Een geheel van regels die bij elkaar horen en samen een eigen soort vormen, vastgelegd in verdragen
en besluiten.
• Eigen rechtssysteem
• Organisaties (EU, VN)
• Staten: eigen bevolking, eigen grondgebied, politieke en wettelijke organisatie
Samenwerking tussen staten en met internationale organisaties.
Het is er ook voor burgers.
Verdragen
Verdragen/verbintenissen: belangrijkste rechtsbronnen voor internationaal recht.
• Bilateraal of multilateraal verdrag
Twee of meerdere staten
Vrijwillig
• Naleving van verdragen
Geen sanctiemiddelen voor het niet naleven
Gaat om eigen belang
• Verschil van inzicht
Regels over uitleg van verdragen om een verschil van inzicht te voorkomen
Internationaal en nationaal recht verhouding
• Goedkeuring verdragen
Staat in Nederlandse grondwet
- Na goedkeuring schrijven van een definitieve verdragstekst
- Daarna goedkeuring door Staten-Generaal
• Bekrachtiging verdragen = ratificatie
-> bekendmaking
Doorwerken in het internationaal recht
Internationale verdragen staan hoger in de rangorde dan nationale regels. Hiërarchie bepalen met:
• Incorporatiesysteem
Internationaal recht werkt rechtstreeks door in nationale rechtsorde.
Nederland, Frankrijk en België.
• Transformatiesysteem
Er is nationale wetgeving nodig om het internationale verdrag te laten doorwerken.
Wereldwijd het meest gehanteerd.
,Internationale geschillenbeslechting
Optreden tegen schending van de regels met:
• VN-Handvest
Vreedzame geschillenbeslechting, er is geen specifiek handhavingsorgaan.
Bijvoorbeeld door een arbitrageorgaan.
• Winston Churchill
Een van de politici die pleitten voor een verenigd Europa (1946)
• De EGKS en het Schumanplan
EGKS: eerste Europese samenwerking van 6 landen
Het Schumanplan ging hieraan vooraf (1952).
• DE EEG, Euratom en het Verdrag van Rome,
25 maart 1957
• Het Fusieverdrag
8 april 1965: EGKS, EEG en Euratom samen in EG
• De Europese Akte
1986, 12 lidstaten: meer Europese eenwording
Naar de huidige Europese Unie
• Het Verdrag van Maastricht
1 november 1993: EU:
- Europese Gemeenschap (onder andere EGKS, EEG en Euratom)
- Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB)
- politiële en justitiële samenwerking ten aanzien van strafzaken (JBZ)
Ook begin invoering euro.
• De Verdragen van Amsterdam (1999), Nice (2003) en Lissabon (2009)
Europese integratie en eenwording: economisch en politiek
• Europese monetaire unie
De euro is betaalmiddel voor 19 lidstaten.
, De Europese commissie
Dagelijks bestuur EU: wetsvoorstellen
• 28 Eurocommissarissen
Van elke lidstaat 1, eigen specialiteit en verantwoordelijkheid, belang van de EU
• Wetgevende en controlerende taak
Vgl. de Tweede Kamer
• Subsidiariteitsbeginsel
EU mag geen besluiten nemen die beter op een lager niveau genomen kunnen worden.
• Wereldhandel
EU is belangrijke handelspartner
De Europese raad
De regeringsleiders van de 28 lidstaten
• Vaste voorzitter
Bereidt de bijeenkomsten voor, bruggenbouwer.
• Europese Top
Bijeenkomsten van de Europese Raad: prioriteiten stellen en politieke beleidslijnen.
De Raad van Ministers
Raad van de EU: de regeringen van de 28 lidstaten
Vergaderingen in wisselende samenstelling
• Tien verschillende raadsformaties
Elk met haar eigen beleidsexpertise
• Wetgevings- en begrotingstaak
Goedkeuring van wetsvoorstellen en begrotingen (driehoek Europese Commissie, Europees
Parlement, Raad van Ministers)
• Economisch beleid
• Drie hoofdtaken
- vaststellen van de Europese regelgeving
- vaststellen van de Europese begroting
- coördineren van politiek en economisch beleid tussen de EU-lidstaten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MarkvV3. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.35. You're not tied to anything after your purchase.