100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting HBGO07 Hoofdlijnen Nederlands Recht $4.82
Add to cart

Summary

Samenvatting HBGO07 Hoofdlijnen Nederlands Recht

 80 views  4 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting van het boek Hoofdlijnen Nederlands Recht. Deze samenvatting is gebruikt voor de Aeres Hogeschool in Dronten voor het vak HBGO07. Het is een samenvatting van de hoofdstukken 1 t/m 5 de hoofdstukken 8 en 12. Met deze samenvatting kun je het boek links laten liggen. De samen...

[Show more]

Preview 4 out of 35  pages

  • No
  • H1 t/m h5 en h8 en h12
  • October 24, 2018
  • 35
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Recht hoofdstuk 1: terreinverkenning

De vier functies van het recht
 Normatieve functie
o Normen vastleggen in gedragsregels
o ‘je mag niet doden’
o Wat vinden we als samenleving normaal, en wat niet
 Geschillen oplossende functie
o Eigenrichtng (zelf het hef in handen nemen ) voorkomen
o ‘rijdende rechter’, conficten oplossen
o Hoe gaan we om met geschillen en wie is de scheidsrechter
o Rechterlijke organisate die oordeelt of iemand moet worden gestraf, zo ja op welke
wijze en met behulp van welke procedure
 Aanvullende/addionele functie
o Zaken waarover je geen expliciete afspraken hebt gemaakt
o Het biedt een rechtsregel als partjen vergeten zijn p een bepaald punt afspraken te
maken
 Instrumentele functie
o Spelregels
o Voorkomen dat het een puinhoop wordt, bijvoorbeeld verkeersrecht


Waar vinden we het recht/rechtsbronnen?
 Wet: privaatrecht versus publiekrecht
 Verdrag: overeenkomst tussen twee of meer staten. Een verdrag kan zijn bilateriaal (tussen
twee staten) of multilateraal (tussen meer dan twee staten)
o Wet die in een groot aantal landen geldt
o ‘vredesverdrag’ bijvoorbeeld gelijke kosten voor bellen in het buitenland/producte
melk en vangst vis
 Jurisprudentie = rechtspraak: beslissingen afomstg van een rechter of rechtscollege
o De rechter moet de wet uitleggen
o Vonnis = rechtbank
o Arrest = gerechtshof of de Hoge Raad
 Gewoonte (bijna niet meer, bij internatinaaa recht kimt het nig wea eens viir)
o = ongeschreven recht. Moet voldoen aan de volgende voorwaarden: er moet sprake
zijn van een vaste gedragslijn en daarnaast moeten de betrokken het als hun
rechtsplicht beschouwen overeenkomstg die regel te handelen


Privaatrecht versus publieksrecht
Privaatrecht/civielrecht/burgerlijk recht = tussen burgers onderling (soms overheid als burger),
verdeeld in de onderdelen personen en familierecht, vermogensrecht, ondernemingsrecht en
burgerlijk procesrecht

Publiek = tussen burgers en overheid (handelend als overheid), verdeeld in strafrecht, staatsrecht en
bestuursrecht

,Wie maakt een wet
Wetgeving op centraal niveau: natonale wetgever (landelijk) = wet
Wetgeving op decentraal niveau: provinciaal en gemeentelijk niveau = verordening
 Landelijk: regering (ministers) + staten generaal (eerste en tweede kamer)
o Op alle rechtsgebieden regels voor het hele land afondigt
 Provincie: gedeputeerde staten en provinciale staten
o Terrein van bestuursrecht en strafrecht en enkel voor hun eigen provincie
 Gemeente: College van B&W en Gemeenteraad
o Terrein van bestuursrecht en strafrecht en enkel voor hun eigen gemeente


Rangorde tussen verschillende organen die wetten of verordeningen
maken
1. Hogere regels gaan boven lagere regels (bv. provinciaal boven gemeentelijk)
2. Bijzondere regels gaan boven algemene regels (de weten in boek 7 van het nieuwe BW)
 Heef betrekking op de koopovereenkomst, de huurovereenkomst, de arbeidsovereenkomst
en de overeenkomst van lastgeving
3. Jongere regels gaan boven oudere regels


Materieel recht en formeel recht:
 Materieel = gaat over de inhoud (geboden, verboden, rechten, plichten)
 wat je wel en niet mag, welke rechten en welke verplichtingen men heef
o Voorbeeld: plicht om voor je kinderen te zorgen, recht om binnenhuis te doen wat je
wil
 Formeel = procesrecht, regels over hoe materieel recht kan worden afgedwongen
 hoe lopen procedures, heef betrekking op het recht van procederen
o Procederen = naar de rechter stappen om je gelijk op te eisen
o Voorbeeld: wetboek van strafvordering, wetboek van burgerlijke rechtsvordering

Dwingend en aanvullend recht
 Dwingend recht = recht waarvan de burgers niet mogen afwijken, soms staat het expliciet in
de wet genoemd. Bijvoorbeeld: 7:62a lid2 Burgerlijk wetboek
o Moeten
o Nietgheid
o Als de inhoud de openbare orde raakt
 Aanvullend recht = recht waarvan de burgers mogen afwijken. Regels gelden alleen wanneer
partjen over de betrefende inhoud niets hebben afgesproken. Omdat je niet altjd alles
vastlegt  eigen regels maken. Bijvoorbeeld: artkel 7:618 Burgerlijk wetboek
o Kunnen


Hoofdstuk 2: Verbintenissenrecht – de overeenkomst
Verbintenissenrecht
 Tot stand komen van overeenkomsten
 Inhoud van de overeenkomst

,Verbintenissen = rechtsbetrekking tussen twee of meer partjen, op grond waarvan de ene persoon
tegenover de ander tot handelen of nalaten verplicht is, terwijl die ander recht heef op dit handelen
of nalaten

De overeenkomst
Overeenkomst/contract = een afspraak gemaakt door twee of meer personen die juridisch relevant
zijn die rechten en plichten met zich mee brengt
 Overeenkomsten met bijbehorende rechten en plichten: huiscintract, arbeidsivereenkimst
 Obligatoire overeenkomst/verbintenis scheppende overeenkomst = afspraak tussen twee
of meer personen waaruit een of meer verbintenissen (rechten en plichten) voortkomen
 Overeenkomst kan eenzijdig (bijviirbeead een jaaraijkse gif aan finds) of meerzijdig zijn
o Eenzijdige overeenkomst = overeenkomst waaruit slechts één verbintenis
voortvloeit en waarbij dus de ene partj een recht krijgt en de andere partj een plicht
heef bv. een schenking
o Wederkerige overeenkomst = overeenkomst waarbij beide partjen ten minste
zowel een recht verkrijgen als een plicht op zich nemen

Wanneer ontstaat een overeenkomst
 Komt tot stand door een aanbod en aanvaarding daarvan (art. 6:217 BURGERLIJK WETBOEK)
o Aanbod en aanvaarding = handelingen verricht door ten minste twee personen die
tezamen leiden tot het ontstaan van een overeenkomst
o Zowel schrifelijk als mondeling, of stlzwijgen
 Aanbod intrekken mag alleen onder de volgende twee voorwaarden: (art. 6:219 BURGERLIJK
WETBOEK)
o 1. Als aanbod nog niet is aanvaard
o 2. Als het aanbod nog niet onherroepelijk is gemaakt
(vastgezet ip papier ziaas recaame)
Onherroepelijk aanbod = als een termijn wordt gegeven waarbinnen op het bod
gereageerd kan worden  binnen deze termijn mag die niet aan een ander verkocht
worden
 Er ontstaat geen overeenkomst als er geen aanbod, maar slechts een uitnodiging tot het
doen van een aanbod wordt gedaan (verkiip van een huis, zie baz. 50)
 Wilsverklaring van beide partjen moet met elkaar overeenstemmen (art. 3.33 BURGERLIJK
WETBOEK) = beide partjen moeten willen en dit verklaren (prijsfiut)


Wil en verklaring stemmen niet overeen
 Wilsdefect = rechtsfguur die ertoe leidt dat geen overeenkomst tot stand komt, omdat iets
verklaard is dat niet is gewild. Materie is geregeld in artkel 3:33, 34 en 35 Burgerlijk wetboek
o Wat ik verklaard heb, wilde ik niet
 Wilsdefect  geen overeenkomst
o Tenzij: Wils- en vertrouwensleer = wederpartj mocht er redelijkerwijs op
vertrouwen dat wil en verklaring van tegenpartj met elkaar overeenstemden (art.
3.35 BURGERLIJK WETBOEK)
 Vraag T2.5 (baz. 53)
 Geestelijke stoornis (art. 3.34 BURGERLIJK WETBOEK)
o Ook hier vertrouwensleer

, Wilsgebrek
 Wilsgebrek = rechtsfguur die ertoe kan leiden dat een overeenkomst vernietgd wordt
omdat de wil op een gebrekkige wijze gevormd is. Wil en verklaring stemmen wel overeen.
Wilsgebreken zijn dwaling, bedreiging, bedrog en misbruik van omstandigheden.
o Wil is gebrekkig tot stand gekomen
1) Dwaling (art. 6:228 BURGERLIJK WETBOEK) = vergissing maar het mag niet je eigen
schuld zijn
o Overeenkomst niet gesloten bij juiste voorstelling van zaken
o Moet over de zelfstandigheid van de zaak gaan
o Moet voldoen aan de volgende voorwaarden:
 1. Dwaling is te wijten aan een inlichtng van de wederpartj
 2. Door achterwege blijven inlichtng wederpartj
 3. Wederzijdse dwaling (de wederpartj ging van dezelfde onjuiste
veronderstelling uit als de dwalende)
o Twee gronden die maken dat wanneer er voldaan is aan de eisen toch geen geslaagd
beroep op dwaling kan worden gedaan:
 als het uitsluitend een toekomstge omstandigheid is
 als de dwaling voor rekening van de dwalende behoort te komen (aard
ivereenkimst, de in het verkeer geadende ipvatngen if imstandigheden
van het gevaa)
2) Bedrog = opzetelijk onjuiste mededelingen doen
3) Bedreiging = iemand beweegt een ander tot het aangaan van een rechtshandeling met
ongeoorloofde drukmiddelen/pressiemiddelen
4) Misbruik van omstandigheden = iemand maakt gebruik van een bijzondere situate
waarin een ander verkeert. Bijvoorbeeld: abnormale geestestoestand, noodtoestand,
afankelijkheid, lichtzinnigheid en onervarenheid.
 De overeenkomst is vernietigbaar = De overeenkomst blijf in stand tot het moment
waarop de betrokkene zich op het wilsgebrek beroept (geldig maar kan ontbonden
worden)


De overeenkomst is in strijd met de wet, goede zeden of openbare
orde
 Strijd met goede zeden of openbare orde mag niet  overeenkomst nietig 3:40 lid 1 BW
o Nietig = de overeenkomst wordt geacht nooit te hebben bestaan
 Strijd met dwingend recht / de wet  nietig
o Tenzij bepaling strekt ter bescherming van één der partjen (bv. versaaafden) 
vernietigbaar
Vraag T2.9 (baz. 59)


Handelingsonbekwaam
 Handelingsonbekwaamheid = Kunnen niet zelfstandig onaantastbare rechtshandelingen
verrichten

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Annavanvlooten. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.82  4x  sold
  • (0)
Add to cart
Added