De samenvatting van periode 1 thema 1 basiskennis verslavingskunde van de minor Verslavingskunde op de opleiding Pedagogiek.
De samenvatting is gemaakt aan de hand van de hoorcollege's en de literatuur.
Minor verslavingskunde Thema 1: basiskennis periode 1
Thema 1 basiskennis
Schooljaar 2018/2019.
Samenvatng vanuit de theorie en de PowerPoints.
Basiskennis Periode 1
Drugs en alcohol. Gebruik, misbruik en verslaving H1.5-1.6-1.7 is de stof van hoorcollege 1 en 2.
Inhoud
Drugs en alcohol. Gebruik, misbruik en verslaving. H1.5........................................................................2
Drugs en alcohol. Gebruik, misbruik en verslaving. H1.6........................................................................2
Drugs en alcohol. Gebruik, misbruik en verslaving. H1.7........................................................................6
College 3 Opiumwet...............................................................................................................................9
College 4,5 en 6: recreatef gebruik......................................................................................................12
College 7: recreatef gebruik versus afankelijkheid............................................................................21
College 8 en 9: chronisch gebruik.........................................................................................................23
[1]
,Minor verslavingskunde Thema 1: basiskennis periode 1
Drugs en alcohol. Gebruik, misbruik en verslaving. H1.5
Vijf soorten gebruikers:
1. De experimentele gebruiker
Nieuwsgierig naar het efect, gebruikt beperkt tot maximaal aantal keren, geen vast patroon
in gebruik, in een enkel geval gevaarlijk.
2. De recreateee gebruiker
Efect doelbewust ervaren, wilt van stemming veranderen, geen regelmatg patroon, vindt
onregelmatg plaats en geen negateve gevolgen voor het leven van de gebruiker.
3. De gewoonte gebruiker
Gebruikt volgens een bepaald patroon, de gebruiker heef controle, het verlangen naar de
drug kan ontstaan maar makkelijk te overwinnen, geen gevolgen voor het leven van de
gebruiker.
4. De excessieee gebruiker
Gebruikt veel en regelmatg, gebruik heef gevolgen voor school, werk, relates en
gezondheid, desondanks gaat de gebruiker door, een duidelijk verlangen naar de drug
ontstaat.
5. De eerslaafde gebruiker
Verlangt naar gebruik kan bijna geen weerstand geboden worden. Steeds meer
problemen door gebruik. Het gebruiken van drugs neemt meer tjd in beslag en gaat het
dagelijkse leven overheersen.
Drugs en alcohol. Gebruik, misbruik en verslaving. H1.6
Opname
De snelheid waarmee drugs de hersenen bereikt bepaalt het verslavend efect. De snelheid hangt af
van waar de drugs terecht komen: de grote bloedsomloop voorziet alle organen van zuurstof hart
organen. De kleine bloedsomloop zorgt ervoor dat het bloed weer zuurstof opneemt hart
longen. Het bloed heef een minuut nodig om de kleine en de grote bloedsomloop te doorlopen.
[2]
,Minor verslavingskunde Thema 1: basiskennis periode 1
Drugs kunnen op verschillende manieren in het bloed terecht komen:
Eten, drinken of slikken
o Alcohol, amfetamine, xtc, slaap- en kalmeringsmiddelen.
o Mond maag darmen bloed (na de darmen passeert het bloed de lever, een
deel van de drug wordt hier afgebroken (first pass effect)) lever hart longen
(kleine bloedsomloop). Bloed gaat naar alle organen en de hersenen (grote
bloedsomloop).
o Efecten na 20-30 minuten.
Roken of inhaleren
o Tabak, cannabis, heroïne en basecoke.
o Gebruiker neemt door het nemen van trekjes steeds een deel van de dosis op.
o Via de longblaadjes naar het bloed. De stofen ziien gelijk in de kleine bloedsomloop
zonder de lever te passeren. Het hart pompt het bloed naar alle organen, waaronder
de hersenen.
o De snelste methode om de efecten te voelen: 7-10 seconden.
Spuiten
o Heroïne, cocaïne en amfetamine.
o Spuit drugs in de bloedbaan, in de spieren of onder de huid. De hele dosis wordt in
één keer opgenomen intense fash. Het risico hierbij is een overdosis en de
onzuiverheden zijn direct in de bloedbaan.
o Via aders hart. In het hart doorloopt het bloed eerst de kleine bloedsomloop,
daarna de grote bloedsomloop.
o Efecten na 15-30 seconden. aanneer er in een spier of direct onder de huid
gespoten wordt, zijn de efecten merkbaar na 3-5 minuten.
Snuieen
o Cocaïne
o Lost op in het neusslijmvlies bloedbaan hart kleine bloedsomloop
hersenen.
o Efect na enkele minuten.
Absorberen eia de huid
o Nicotne (pleisters)
o Via de huid komt de nicotne in het bloed terecht. Nicotne wordt over een lange tjd
gelijkmatg afgegeven.
o Efecten na een lange tjd: 1-2 dagen.
Verdeling over het lichaam
Eenmaal in de bloedomloop opgenomen, bereiken de drugs (moleculen) elk orgaan, weefsel en
lichaamsvocht. Daar worden ze genegeerd, opgeslagen (bijv. THC in vetweefsel), afgebroken (lever)
of ze beïnvloeden de werking van het orgaan (bijv. cocaïne op de hartspier).
Efecten van alcohol en drugs zijn afankelijk van de hoeveelheid bloed. Bij weinig bloed zijn de
efecten op de hersenen en organen sterker dan bij veel bloed (lichaamsgewicht, 7,5% bloed). De
efecten op de organen zijn afankelijk van de doorbloeding van het orgaan.
Hersenen zijn erg kwetsbaar. De wanden van de bloedvaten in de hersenen hebben als bescherming
een dubbele cellaag. Ze laten alleen bepaalde stofen door: bloed-hersenen barrière. Dit laat
bacteriën, virussen en gifige stofen niet door, maar wel drugs en alcohol.
[3]
, Minor verslavingskunde Thema 1: basiskennis periode 1
Werking
Alcohol en drugs beïnvloeden in de hersenen de werking van zenuwen (ze beïnvloeden de
prikkeloverdracht tussen zenuwen). Zenuwen geven via chemische stofen (oeerdracht stoffen of
neurotransmitters) signalen aan elkaar door.
Door drugs neemt de neurontransmissie toe of af. Hierdoor worden de zenuwen extra of minder
geprikkeld. Dit zorgt voor de efecten van de drugs en het optreden van lichamelijke processen. De
efecten treden vooral op in het begin, als de concentrate in het bloed het snelst veranderd.
Verschillende soorten neurotransmiiers:
Dopamine
o Dopamine werkt in op het beloningssysteem. Bij een beloning wordt er meer
dopamine aangemaakt. Bij teveel dopamine ga je hallucineren.
o Cocaïne heef met name werking op dopamine. Ongewenst efect:
oververmoeidheid. Extra kans op verslaving omdat het inwerkt op het dopamine
systeem.
o Dopaminesysteem wordt geactveerd door alcohol.
Serotonine
o Teveel serotonine: zelfverzekerder, blijer en oververhitng. Bij een tekort aan
serotonine: symptomen van een depressie.
o XTC heef in de hersenen vooral werking op het serotonine systeem, (Tuesday Blues,
midweekdepressie).
o Alcohol prikkelt het serotonine systeem met als gevolg een pretg gevoel.
GABA
o GABA is een remmer, een stopsignaal en zorgt ervoor dat er geen
communicate meer is tussen twee hersencellen.
o Alcohol zorgt ervoor dat GABA langer gebonden blijf aan receptoren
Histamine
o Neurotransmiiers kunnen in het lichaam werken. Histamine zit in
hooikoortstabletjes. De verkeerde tabletjes gaat het op je hersenen werken en word
je moe
Afraak
Vanuit de hersenen komen de drugs weer in het bloed en worden ze door de lever afgebroken.
Meestal wordt de drug afgebroken tot een bepaalde stof die vervolgens ook weer tot een andere
stof wordt afgebroken. Soms verlaten de stofen ook onafgebroken het lichaam. Afraakstofen
kunnen ook werkzame stofen zijn (heroïne morfne). Als de drug snel wordt afgebroken, zijn de
efecten van kortere duur.
Factoren van invloed op de afraaksnelheid:
Leefijd
o Hoe ouder, hoe minder producte van enzymen in de lever die alcohol en drugs
moeten afreken.
Etniciteit
o Aziaten hebben bijvoorbeeld eerder last van een kater.
Gezondheid
o Gezonde lever – zieke lever
Sekse
o Vrouwen hebben sneller een hoog promillage in het bloed dan mannen.
[4]
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mmaaikkeee. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.