100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Fysiologie 1.1 uitgewerkte leerdoelen $6.96   Add to cart

Summary

Samenvatting Fysiologie 1.1 uitgewerkte leerdoelen

3 reviews
 52 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

De leerdoelen van fysiologie 1.1 uitgewerkt, met vragen en antwoorden.

Preview 3 out of 16  pages

  • Unknown
  • October 24, 2018
  • 16
  • 2017/2018
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: rubykhoes • 5 year ago

review-writer-avatar

By: emmabijdendijk • 5 year ago

review-writer-avatar

By: markwordonez • 6 year ago

avatar-seller
Hoorcolleges blok 1 Fysiologie

Week 1 Introductie anatomie en fysiologie
1.1 Je begrijpt hoe het onderdeel fysiologie is opgebouwd en wat je hiervoor moet kennen en kunnen.
1.2 Je benoemt de verschillende niveaus waaruit het menselijk lichaam is opgebouwd.
1.3 Je legt uit wat de kenmerken (structuur en functie) van verschillende soorten weefsels zijn.
1.4 Je benoemt de verschillende orgaanstelsels en hun functie en geeft hun plek in het lichaam aan.

Week 2 Anatomie en fysiologie van het verteringsstelsel
2.1 Je geeft weer waarde verschillende onderdelen van het verteringsstelsel in het lichaam liggen.
2.2 Je legt uit wat de anatomie en functie van de verschillende spijsverteringsorganen is.
2.3 Je legt uit hoe de activiteit van het verteringsstelsel gereguleerd wordt.
2.4 Je benoemt de verschillende stappen in het verteringsproces van nutriënten in het algemeen en legt uit
wat deze betekenen.

Week 3 Introductie macronutriënten en vertering
3.1 Je benoemt de verschillende macronutriënten en hun kenmerken
3.2 Je legt uit wat de werking en functie van een enzym is.
3.3 Je benoemt de verschillende verteringssappen en enzymen en legt de regulatie, productie en
werkzaamheid ervan uit.
3.4 Je koppelt elk van de verteringsenzymen aan het verteringsproces van één van de macronutriënten.

Week 4 De opname van voedingsstoffen: van lichaamsniveau naar celniveau
4.1 Je legt uit hoe voedingsstoffen de darmwand passeren en benoemt de verschillende vormen van
transport over de celmembraan.
4.2 Je legt uit wat de term osmolariteit betekent en wat het proces van osmose inhoudt.
4.3 Je legt de functie en werking van de Na/K pomp uit.
4.4 Je legt uit wat er met nutriënten gebeurt nadat ze door de darm zijn opgenomen.

Week 5 Vertering en functie van koolhydraten en regulatie van de bloedsuikerspiegel
5.1 Je benoemt de verschillende soorten koolhydraten en hun verteringsproducten en legt uit wat hun
functie in het lichaam is.
5.2 Je benoemt de verschillende stappen van de koolhydraatvertering in de juiste volgorde en koppelt die
aan de betrokken organen en enzymen.
5.3 Je legt uit wat hormonen zijn en legt uit hoe de bloedsuikerspiegel gereguleerd wordt.
5.4 Je legt uit waar en op welke wijze vezels verteerd worden.

Week 6 Energie algemeen
6.1 Je legt uit wat metabolisme is en welke processen op celniveau hierbij betrokken zijn.
6.2 Je benoemt en herkent de verschillende celonderdelen en hun functie.
6.3 Je legt het belang van energie in het lichaam en de functie van ATP uit.
6.4 Je legt uit hoe energieverbruik gemeten kan worden.

,Week 1 Introductie anatomie en fysiologie
1.1 Je begrijpt hoe het onderdeel fysiologie is opgebouwd en wat je hiervoor moet kennen en
kunnen.
1.2 Je benoemt de verschillende niveaus waaruit het menselijk lichaam is opgebouwd.
1.3 Je legt uit wat de kenmerken (structuur en functie) van verschillende soorten weefsels zijn.
1.4 Je benoemt de verschillende orgaanstelsels en hun functie en geeft hun plek in het lichaam aan.


1.1 Je begrijpt hoe het onderdeel fysiologie is opgebouwd en wat je hiervoor moet kennen en
kunnen.

Wat is anatomie en fysiologie?
Bij anatomie vraag je je af hoe het lichaam is opgebouwd. Bij fysiologie vraag je jezelf af wat de functie is
en hoe alles werkt in het menselijk lichaam.

1.2 Je benoemt de verschillende niveaus waaruit het menselijk lichaam is opgebouwd.
Uit welke niveaus is het menselijk lichaam opgebouwd?
1. Cel: bevat celorganellen. Cellen hebben brandstoffen, bouwstoffen en zuurstof nodig.
2. Weefsel: een groep cellen met dezelfde bouw en functie. Vier groepen: dekweefsel/ epitheel,
steunweefsel, spierweefsel en zenuwweefsel.
3. Orgaan: geheel van weefsels met 1 of meerdere functies
4. Orgaanstelsel: combinatie van organen die samenwerken.
5. Organisme: het is in staat zichzelf en zijn soort in stand te houden (stofwisseling, groei en
voortplanting zijn hiervoor nodig).

Wat bevat een dierlijke/ menselijke cel dat een plantaardige cel niet bevat?
Een dierlijke/ menselijke cel bevat cytoplasma. Het cytoplasma bestaat uit een waterige substantie
(cytosol) met daarin opgeloste stoffen. In het cytoplasma bevinden zich organellen.

Wat zijn organellen?
Organellen zijn structuren met een specifieke bouw en functie.

1.3 Je legt uit wat de kenmerken (structuur en functie) van verschillende soorten weefsels zijn.

Weefsels zijn onderverdeeld in 4 groepen met verschillende bouw en functie.

Wat is dekweefsel/ epitheel?
Epitheel is aaneengesloten laag cellen, zonder een tussencelstof. Het weefsel is niet doorbloed (bevat
geen bloedvaten). Epitheel bevindt zich overal in het lichaam en vormen begrenzende deklagen (cellen
liggen tegen elkaar). Epitheel-weefsel heeft 3 verschillende functies, namelijk beschermen, transport van
stoffen en secretie (afscheiding).

Wat is steunweefsel?
Steunweefsel zijn weefsels die een verbindende, steunende of verzorgende functie hebben. Dit weefsel
geeft steun aan het lichaam en beschermt de organen. Steunweefsels bestaat uit gespecialiseerde cellen
mogen door een tussencelstof matrix. De matrix kan vloeibaar zijn (bloed) of juist heeft compact (bot).

Wat is zenuwweefsel?
Zenuwweefsel is heel prikkelbaar voor kleine elektrische signalen (impulsen) en stuurt deze door naar
andere delen van het lichaam. Het meeste zenuwweefsel bevindt zich in de hersenen en het ruggenmerg.
Zenuwcellen = neuronen.

Hoe noem je het weefsel waar de wand van het hele spijsverteringskanaal mee is bedekt?
Mucosa.

, Wat zijn de 3 basisprincipes voor het lichaam?
1. Water is erg belangrijk, we bestaan voor 60% uit water. Onze cellen hebben een waterige omgeving
nodig om alle stofwisselingsprocessen te kunnen uitvoeren.
6. Homeostase is essentieel. Elk organisme streeft ernaar om het interne milieu constant te houden.
7. Er zijn 2 regulatiesystemen: het zenuwstelsel en het hormonale stelsel.

! 1.4 Je benoemt de verschillende orgaanstelsels en hun functie en geeft hun plek in het lichaam
aan.

Wat is homeostase en wat is de functie?
Homeostase is het constant houden van factoren die het inwendige milieu bepalen. Voorbeelden zijn
vochtgehalte, zuurgraad, temperatuur, zuurstofgehalte, koolstofdioxidegehalte, hoeveelheid
voedingsstoffen en afvalstoffen en het zoutgehalte.

Wat is het circulatiestelsel?
Het circulatiestelsel is verantwoordelijk voor het transport van zuurstof door het lichaam. Het
circulatiesysteem zorgt voor de bloedsomloop: het bloed wordt continu rondgepompt in de bloedvaten. Het
circulatiesysteem bestaat uit het bloedvatenstelsel, lymfestelsel en het afweersysteem. Lichaamscellen
kunnen niet goed functioneren zonder dit transportsysteem. Het circulatiesysteem zorgt er namelijk voor
dat hun directe omgeving tijdig ververst wordt.

Circulatiestelsel = transport en afweer

Wat is het hormonale stelsel?
Het hormonale stelsel bestaat uit hormonen en hormoonklieren. Hormonen zijn chemische regelstoffen die
door gespecialiseerde kleercellen worden gemaakt en via het circulatiestelsel de organen bereiken. De
werking is langzaam en de werkzaamheid kan langere tijd aanhouden.

Wat is de functie van de spijsverteringsstelsel?
Voeding

Wat is het vegetatieve zenuwstelsel?
Het vegetatieve zenuwstelsel beïnvloedt en regelt de vegetatieve functies. Met behulp van impulsen
worden de vegetatieve organen geactiveerd of geremd. De werking is heel snel, maar duurt kort. Het
vegetatieve zenuwstelsel reageert door impulsen naar de organen sturen die moeten zorgen voor de juiste
aanpassing aan de gevraagde situatie zoals bijvoorbeeld met temperatuurdaling.


Wat is het animale zenuwstelsel?
Het animale zenuwstelsel zorgt (meestal bewust) voor interactie tussen jezelf en de buitenwereld. De
informatie vanuit de zintuigen wordt via de zenuwen naar het animale (willekeurige) zenuwstelsel
getransporteerd. Hier wordt informatie verwerkt en wordt je bewust van wat er om je heen gebeurt.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller desidebusser. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.96  1x  sold
  • (3)
  Add to cart