Samenvatting van de colleges en practica van cardiovasculaire pathologie. Belangrijkste tekst uit Robbins (H4, deel van H11 en H12) is ook verwerkt in de samenvatting.
• Lokale toegenomen hoeveelheid bloed in weefsel
• Oorzaken
o Hyperemie → actief proces als gevolg van verhoogde inflow
▪ Arteriolaire dilatatie
▪ Voorbeelden
• Skeletspier bij inspanning → door een zuurstoftekort in de spieren
gaan arteriolen helemaal open staan.
• Ontsteking → stoffen die vrijkomen zorgen voor relaxatie
• Blozen → door bepaalde emoties gaan vaten naar huid in het gezicht
openstaan.
▪ Weefsel kleurt rood
o Stuwing/congestie → passief proces als gevolg van verlaagde outflow
▪ Voorbeelden
• Trombose (lokale obstructie)
• Hartfalen (systemisch)
o Links → stuwing in de longen en dat leidt tot
kortademigheid. Acuut linker ventrikel falen leidt tot
ophoesten van roze slijm door bloedingen.
o Rechts → stuwing in veneuze stelsel en dat kan leiden tot
vergrootte lever en vocht in de benen.
▪ Kan ontstaan door links falen.
▪ Langdurig falen → leidt tot nootmuskaatlever,
omdat rond centrale vene stuwing ontstaat en naar
dat deel van de lever kan weinig zuurstofrijkbloed en
krijg je levercel verval (lichte gebieden). Langs
portale velden nog wel normale weefsel, omdat daar
het zuurstofrijke bloed binnenkomt (donkere
gebieden).
, ▪ Weefsel kan blauw kleuren door de ophoping van gedeoxygeneerd
hemoglobine.
▪ Secundair
• Oedeem → ontstaat door toegenomen hydrostatische druk
• Chronische hypoxie
• Necrose
• Bloedingen door ruptuur van capillairen
Oedeem
• 60% lichaamsgewicht is water
o 2/3 intracellulair
o 1/3 extracellulair
▪ Interstitieel → tussen de cellen
▪ Bloedplasma (5% van totale water)
• Ophoping van vloeistof
o Oedeem → toename vocht in interstitium van de weefsels.
o Effusie → ophoping van vocht in lichaamsholte
• Inflammatoir of niet-inflammatoir
o Transsudaat → niet-inflammatoir en bevat geen eiwitten
o Exsudaat → door ontsteking en daarbij is ook sprake van een verhoogde
permeabiliteit en bevat daardoor eiwitten.
• Normale situatie
o Hydrostatische druk/bloeddruk zorgt voor uittreden van bloed.
o Eiwitten lekken niet mee en dat leidt tot een toename van osmotische druk in het
bloedvat richting de veneuze kant → vocht gaat weer terug naar bloedvat.
o Klein deel van het vocht wordt afgevoerd via lymfevaten. Gaat dan naar ductus
thoracicus en komt bij v. subclavia weer in de bloedstroom.
• Oorzaken
o Hydrodynamische verstoring
▪ Transsudaat → doorlaatbaarheid van vaten is normaal en eiwit lekt niet mee
▪ Manieren
• Toename hydrostatische druk
o Verzwakte venous return
▪ Hartfalen, hartzakje te strak om het hart en lever
cirrose zorgen meer voor systemisch oedeem
▪ Veneuze obstructie of compressie
• Gelokaliseerd oedeem
• Oorzaken
o Trombose
, o Externe druk door een massa, zoals
bij zwangerschap.
o Inactiviteit van extremiteiten →
door beweging knijpen spieren
samen en gaat het bloed een beetje
omhoog.
o Arteriolaire dilatatie
▪ Oorzaken
• Hitte
• Neurohumorale dysregulatie → arteriole
niet meer goed aansturen.
• Afname osmotische druk van plasma (hypoproteinemie)
o Oorzaken → inadequate synthese of verlies van
plasmaeiwitten, zoals albumine.
▪ Levercirrose → minder albumine synthese
▪ Protein-losing glomerulopathie (nefrotisch
syndroom) → eiwitten komen in urine door
abnormaal permeabele glomerulaire capillairen.
▪ Extreme ondervoeding → te weinig bouwstoffen
voor eiwitten.
▪ Protein-losing gastroenteropathy → ernstige GvH
disease (door bijvoorbeeld beenmergtransplantatie)
van de darmen, waardoor darmepitheel beschadigd
raakt. Heel veel eiwitten kunnen lekken in de
darmen en dat leidt tot diarree.
o Verminderde intravasculaire volume → renale hypoperfusie
→ hyperaldosteronisme → vasthouden water en zout →
maakt oedeem erger.
• Afname van lymfeafvloed
o Oorzaken
▪ Ontsteking
▪ Neoplasie
▪ Operatie
▪ Bestraling
▪ Infectie → parasiet kan lymfevat blokkeren
o Natriumretentie → te veel zout vasthouden in het lichaam.
▪ Verhoogde natriumreabsorptie in de nier
▪ Gevolgen
• Verhoogde hydrostatische druk door meer water vasthouden
• Verminderde osmotische druk door verdunning
▪ Oorzaken → renale functie verstoord
• Nierziektes
• Renale hypoperfusie → vaak door congestief hartfalen en leidt tot
verhoogde renine, angiotensine en aldosteron secretie
• Te veel zout eten
• → te weinig zout uitscheiden
, o Ontsteking
▪ Toename permeabiliteit van de vaten en eiwit lekt mee uit de vaten
▪ Exsudaat → eiwitrijk oedeem
▪ Vaak gelokaliseerd maar kan ook systemisch zijn, zoals bij sepsis.
• Voorbeelden
o Longen
o Enkels → als er met vinger op vocht wordt geduwd en er blijft een tijdje een deuk
aanwezig bevindt het vocht zich in het interstitium en wordt het pitting oedeem
genoemd. Secundair probleem van oedeem in de benen is dat de circulatie niet meer
optimaal is en wondgenezing moeilijk is.
o Ascites (oedeem in peritoneale holte) → kan ontstaan door levercirrose:
▪ Stuwing → bloed van de darmen gaat via v. porta naar de lever en dan v.
cava. Bloed uit de darmen kan niet meer goed door de lever en de stuwing
kan leiden tot oedeem.
▪ Eiwitten (zoals albumine) worden niet meer goed aangemaakt en leiden tot
verlaagde osmotische druk door hypoproteinemie.
• Gegeneraliseerd oedeem (anasarca) → vochtophoping beïnvloed hele lichaam.
o Voorbeeld → foetussen vol met vocht door probleem in communicatie tussen
moeder en foetus.
Hemostase en trombose
• Hemostase→ mechanisme voor voorkomen van bloedverlies
o Opbouw bloedvat
▪ Endotheel
▪ Basaal membraan
▪ Gladde spiercellen
▪ Bindweefsel/adventitia
o Snelle en gelokaliseerde hemostatische plug op plaats van vasculaire schade
▪ Wond
▪ Arteriolaire vasoconstrictie → als reflexreactie en door lokaal gesecreteerde
factoren contraheren gladde spiercellen in de wanden van bloedvaten.
▪ Primaire hemostase → formatie bloedplaatjes plug
• Blootstelling aan subendotheliale Von Willebrand Factor (vWF) en
collageen door beschadigde endotheel
• Zorgen voor adhesie en activatie van bloedplaatjes
• Activatie zorgt voor
o Vormverandering van rond naar ovaal
o Uitscheiden van ADP en thromboxaan A2 → aantrekken nog
meer bloedplaatjes
• Aggregatie en vormen primaire hemostatische plug
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amberrrrr. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.30. You're not tied to anything after your purchase.