100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Leerdoelen Staats- en Bestuursrecht $7.21   Add to cart

Summary

Samenvatting Leerdoelen Staats- en Bestuursrecht

 298 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Complete samenvatting en uitwerkingen van de leerdoelen voor het vak inleiding staats- en bestuursrecht. Ik heb zelf met deze samenvatting een 8,3 gehaald!

Preview 3 out of 29  pages

  • Yes
  • October 25, 2018
  • 29
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Probleem 1 – Democratische rechtsstaat
Wat zijn de uitgangspunten van de democratische rechtsstaat?
De grondregels van een democratisch bestel behoren niet tot het positieve recht, het zijn namelijk beginselen die
niet op alle terreinen in rechtsregels zijn gerealiseerd. Enkele beginselen van de democratische staat:
1: Legaliteitsbeginsel: Geen bevoegdheid zonder grondslag in wet of Grondwet: De wetgevende macht (Staten-
Generaal en regering) bepaalt dus de grenzen waarbinnen deze bevoegdheden mogen worden uitgeoefend. De
bevoegdheden van een rechter of ambtenaar berusten dus op de wet. Indien er geen grondslag is, mogen zij hun
bevoegdheden niet uitoefenen. Legaliteitsbeginsel wordt voornamelijk nageleefd in formele zin, omdat de
regering en Staten-Generaal nauwelijks inhoudelijke regels maakt, maar dit overlaat aan lagere instanties.

Methadonbrief (privaatrecht)
o Procesverloop: Na uitspraak Hof verweerder in cassatie bij Hoge Raad
o Actoren: Eiser: Dr. Pieter Edzo Rauwerda, te Groningen, tegen verweerders De Staat der Nederlanden en
Drs. G.W.Kaufmann (inspecteur van de volksgezondheid voor geneesmiddelen te Groningen).
o Rechtsvraag: Handelde de verantwoordelijke voor de methadonbrief op basis van een wettelijke
bevoegdheid of handelde hij onrechtmatig?
o Feiten: Er wordt een brief verstuurd aan alle Nederlandse artsen door de inspectie over hoe om te gaan met
opiumverslaafden en behandeling in dit kader (de methadonbrief). Enkel in bepaalde gevallen zou het
toegestaan zijn verslaafden een recept voor methadon te geven. Een Groningse arts gaf een dergelijk recept
echter af onder andere omstandigheden dan voorgeschreven aan verslaafden. Hierop verstuurde de
verantwoordelijke voor de methadonbrief een tweede brief, dit keer aan apothekers, om geen methadon
meer mee te geven aan verslaafden die kwamen met een recept van deze arts.
o Overwegingen rechter: De methadonbrief bevatte slechts een advies, het was geen algemeen verbindend
voorschrift. De inspectie bezat niet de bevoegdheid om de artsen verbindend voor te schrijven hoe zij
moesten handelen op het moment dat zij verslaafden behandelden. De inspectie was immers niet bevoegd
om de brief te handhaven. De brief aan de apothekers kan gezien worden als een poging van de inspectie om
naleving af te dwingen. De methadonbrief was dus niet gebaseerd op een bestuursbevoegdheid van de
inspectie aangezien er geen bevoegdheid bestond tot handhaving, en om beleidsregels op te stellen moet er
wel sprake zijn van een bestuursbevoegdheid. Er was geen sprake van een algemeen verbindend voorschrift
en geen bindende beleidsregel.
o Dictum (eindbeslissing): vernietigd het arrest van het Hof

Verwijderingsbevel (strafrecht)
o Procesverloop: in cassatie na ongegrond verklaring hof in hoger beroep
o Actoren: Strafzaak tegen (verdachte), geboren te … op … 1968, wonende te (woonplaats).
o Rechtsvraag: Heeft de bevoegdheid van de agent in kwestie een grondslag in de wet (legaliteitsbeginsel)?
o Feiten: De verdachte kreeg van een agent een verwijderingsbevel. Dit bevel hield in dat de verdachte
zich een dag niet kon ophouden op Station Amsterdam Centraal. Een aantal uren later werd hij
aangetroffen op Station Amsterdam Centraal. De verdachte ontving hiervoor een dagvaarding.
De verdachte tekende bezwaar aan, dit werd ongegrond verklaard. Hierop tekent hij beroep aan.
o Overwegingen rechter: Er was een soort zwevende bevoegdheid aanwezig. Bovendien kon de WPV 2000
alleen toegepast worden op diegene die van plan was om te reizen. Dat was bij verdachte duidelijk niet het
geval. Hier was dus weer schending van het legaliteitsbeginsel. Tot het geven van het bevel ontbreekt
immers een daartoe strekkend voorschrift dat de met uitoefening van het toezicht belaste ambtenaar of
persoon of opsporingsambtenaar daartoe uitdrukkelijk bevoegd verklaart. Er is dus wel een bevoegdheid,
maar niet ontleend.
o Dictum (eindbeslissing): Vernietigt uitspraak van het Hof, bekrachtig uitspraak van de Rechtbank.

Schending legaliteitsbeginsel OER (bestuursrecht)
o Procesverloop: Uitspraak CBHO
o Actoren: (Naam), wonende te (woonplaats), appellant tegen het College van Beroep voor de Examens van
de EUR (CBE)
o Rechtsvraag: Is hier sprake van schending van het legaliteitsbeginsel?
o Feiten: Een student van de EUR heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van het Hof die zijn eerdere
beroep tegen het belonen van punten voor aanwezigheid ongegrond verklaarde. Student is het er
niet mee eens dat je voor aanwezigheid 0,5 punten toegerekend krijgt in het tentamencijfer.
o Overwegingen rechter: Art. 32 lid 2 OER geeft alleen grondslag voor een schriftelijk, mondeling of
schriftelijk en mondeling tentamen. Aanwezigheid kan niet worden aangemerkt als een mondeling tentamen,
nu daarbij niet de verplichting bestaat om iets te zeggen. De OER biedt derhalve geen grondslag
voor aanwezigheid als onderdeel van een tentamen. Examinator is buiten de grenzen van de
OER getreden. Het voldoet dus niet aan legaliteitsbeginsel, maar de bevoegdheid is er wel.
o Dictum (eindbeslissing): Beroep van student wordt gegrond verklaard, vernietigt de beslissing van het CBE
en van de examinator. De student moet binnen twee weken het juiste cijfer krijgen en krijgt zijn betaalde

, griffierecht terug van het CBE.

2: Niemand kan een bevoegdheid uitoefenen zonder verantwoording schuldig te zijn of zonder dat op die
uitoefening controle bestaat: Een rechter die een straf oplegt wordt gecontroleerd door een hogere rechter
waarom hij een bepaalde straf geeft en de Minister van Veiligheid en Justitie moet met de betrokken minister
verantwoording afleggen tegenover het parlement voor de wijze waarop het beleid is uitgevoerd.

Nederland is een democratische rechtsstaat.
- Democratisch: omdat de burgers kiezen wie het land regeert. Voor de democratie is het belangrijk dat de
burgers invloed kunnen uitoefenen. Dit kan door middel van het kiesrecht: zowel actief (je mag kiezen) als
passief (je mag gekozen worden). Verder heeft iedereen ook politieke grondrechten (recht te streven naar
machtsuitoefening), moeten rechten van minderheden worden beschermt en moet er openbaarheid van
besluitvorming en besluiten zijn. Bij democratie is sprake van een staatsvorm die de gelijkwaardigheid van
mensen als uitgangspunt neemt, of het nou gaat om hun invloed op het bestuur of de bescherming van de burger
tegen machtsmisbruik van de staat.

- Rechtstaat: een staat waarvan de organisatie erop gericht is de burgers te beschermen tegen machsmisbruik
van de overheid. Waarborgen: we hebben te maken met de machtenscheiding trias politica. Verder worden door
de rechtstaat de (sociale) grondrechten van burgers beschermd tegen de tirannieke meerderheid.
Legaliteitsbeginsel: elk overheidshandelen moet berust zijn op wettelijke grondslag (wet in formele zin + GW).
Als laatst is het belangrijk dat er voor een ieder een onafhankelijk rechter is die een eerlijke afweging maakt
van belangen; deze worden voor het leven benoemd en kunnen zich verschonen.


Wat houdt ‘checks and balances’ in?
Om een goede beslissing te maken, moet er een afweging worden gemaakt van alle belangen. Gezag moet dan
deze beslissing doorzetten. Hier kan echter machtsmisbruik uit voort komen. De oplossing was dat ieder orgaan
een stukje gezag heeft en elkaar dan nodig hebben: De Trias Politica is een gedachte van de scheiding van
machten, waar Montesquieu de grondlegger van is. Er bestaan meerdere organen in de staat en deze hebben
ieder een eigen functie en functioneren onafhankelijk van elkaar: de regering (+ministerraad + kabinet) is
verantwoordelijk voor de uitvoerende macht, het parlement (=Staten-Generaal=volksvertegenwoordiging) is
verantwoordelijk voor de wetgevende macht. De rechterlijke macht die controleert de uitvoerende macht en
vernietigd waar nodig besluiten van de uitvoerende macht.

Huidig Nederland: De gedachte van de Trias Politica is ook te vinden in ons staatsrecht. De staatsmacht is
verdeeld over verschillende organen die elkaar ook controleren en in evenwicht houden, maar dit is niet meer zo
strikt als vroeger. De regering heeft nu bijvoorbeeld veel bredere taken, en zelfs een paar zelfstandige
bevoegdheden: het sluiten van een verdrag, geven van subsidie, aanleg van wegen etc. De twee taken van de
regering, dus wetten uitvoeren en de zelfstandige bevoegdheden, worden in de grondwet ‘bestuur’ genoemd.

Ook zijn de drie organen zeker niet meer strikt gescheiden en onafhankelijk van elkaar. Niet alleen het parlement
stelt wetten vast, ook de regering doet dat. Bij het uitoefenen van bestuur door de regering staat zij daarbij onder
controle van het parlement. De organen hebben elkaar dus nodig om te regeren, zij brengen elkaar in evenwicht
en controleren elkaar. Dit wordt ook het systeem van checks and balances genoemd.

Tot slot verleent de Nederlandse overheid een deel van haar bevoegdheden aan regionale overheden: territoriale
splitsing  Er worden vergaande bevoegdheden verleent aan gemeentelijke en provinciale organen, hierbij zijn
geen terreinen uitgesloten voor centrale bemoeienis.

Vredesmonument Oegstgeest:
o Procesverloop: Bezwaar is ongegrond verklaard, beroep bij rechtbank ongegrond verklaard, hoger beroep
ingesteld bij de Raad van State.
o Actoren: Appellant, het college van burgemeester en wethouders van Oegstgeest
o Rechtsvraag: Welke belangen moeten er worden meegewogen bij het nemen van een besluit?
o Feiten: College B&W verleend aan Stichting Beheer en Exploitatie Oud-Poelgeest een
momumentvergunning voor de uitvoering van het wijzigingsplan; zij wilde het desbetreffende monument
verplaatsen naar een buitenplaats (een tuin). De buitenplaats is aangemerkt als een rijksmonument.
o Overwegingen rechter: Het is verboden om zonder (of in afwijking van) een vergunning een beschermd
monument te verplaatsen. Welke belangen er meegenomen moeten worden in het nemen van besluiten, moet
bepaald worden aan de hand van de aanwezige belangen en of deze herleidbaar zijn tot het doel wat de wet
in kwestie beoogt te beschermen. Met juistheid heeft de rechtbank dan ook overwogen dat het college
terecht de belangen van de omwonenden buiten de aan de vergunningverlening ten grondslag gelegde
belangenafweging heeft gelaten.
o Dictum (eindbeslissing): Hoge beroep is ongegrond

, Waar bestaat de Staten-Generaal uit en hoe worden zij gekozen?
De Staten-Generaal bestaat uit de Eerste en Tweede kamer (art 51 lid 1 GW).
 De Eerste Kamer: De leden van de Eerste Kamer worden gekozen door de leden van Provinciale
Staten volgens het stelsel van evenredige vertegenwoordiging (= getrapte verkiezing, en dus niet
rechtstreeks gekozen), art 53 GW. Deze kamer bestaat uit 75 leden (art. 51 lid 3). Ze vergaderen één
dag in de week, maken minder gebruik van moties en schriftelijke vragen aan de Tweede Kamer, er zijn
geen spoeddebatten en voor grondwetherziening moet 2/3 van de stemmen vóór zijn (art 137 lid 4 Gw).
 De Tweede Kamer: De Tweede Kamer heeft 150 leden (art. 51 lid 2 Gw), die worden gekozen door het
volk door een ieder die de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt. De Tweede Kamer heeft het recht van
initiatief (= het aanbieden van een wetsvoorstel) (art. 81 lid 1 Gw) en het recht van amendement (=
wijzigingen doorgeven aan een voorliggend wetsvoorstel). De leden van de Eerste Kamer hebben dit
niet. Mede hierom dient de Eerste Kamer ook minder in detail te treden dan de Tweede Kamer.

De echte reden van het bestaan van de Eerste Kamer is een extra controle van besluiten gemaakt door de
Tweede Kamer. Zij kunnen vragen stellen over (de door de Tweede Kamer goedgekeurde) wetsvoorstellen, dit
wordt het enquêterecht (art. 70 Gw) genoemd. Het parlement kan een minister ter verantwoording roepen: het
recht van interpellatie (art. 68 Gw).
Art 57 Gw geeft een aantal functies aan die niet tegelijk kunnen worden bekleed met het Kamerlidmaatschap.


Waar bestaat de regering en het kabinet uit en hoe worden zij gekozen?
Regering: bestaat uit koning en de ministers, waarbij de koning onschendbaar is en de ministers
verantwoordelijk (art. 42 GW). De regering is dus een samengesteld orgaan dat samenwerkt en samen optreedt.
Er hoeft niet altijd samen opgetreden te worden. Als de regering zonder Koning kan optreden, wordt gewoon
gesproken van beslissingen van de regering. Als de regering met Koning moet optreden, dan wordt er gesproken
van beslissingen bij Koninklijk Besluit (deze besluiten worden door de Koning ondertekend). Alle wetten en
Koninklijke besluiten die ook door de Koning ondertekend moeten worden, moeten ook door een of meer
ministers of staatssecretarissen ondertekend worden (= contraseign, art. 47 Gw) als een soort bewijs. De Koning
in Nederland symboliseert de eenheid van ons land en is actief lid van de regering.

Ministers hebben meestal de leiding van een ministerie (art. 44 lid 1 Gw). Er zijn ook ministers die dat niet
hebben, deze worden minister zonder portefeuille genoemd (art. 44 lid 2 Gw). De minister zonder portefeuille
wordt dan bij een ministerie ondergebracht, zonder daar aan de leiding te staan.

Ministers en de Minister-President worden bij Koninklijk Besluit benoemd en ontslagen (art. 43 Gw). Deze
Koninklijke besluiten moeten dus medeondertekend worden door (in dit geval) de Minister-President, ook als hij
zichzelf daarmee benoemd. De ministers samen worden de ministerraad genoemd (art. 45 Gw). De voorzitter
van die raad is de Minister-President. De taak van de ministerraad houdt in het beraadslagen en beslissen over
het algemeen regeringsbeleid en de eenheid daarvan (te bevorderen). Alle onderwerpen van algemene betekenis
moeten dus door de ministerraad worden behandeld.

Kabinet: Bestaat uit ministers en staatssecretarissen (art 46 GW, art 47 GW). Volgens de grondwet vormen de
ministers samen de ministerraad die besluit over het algemeen regeringsbeleid, en vergaderen ze onder leiding
van de minister-president (art 45 GW). De staatssecretaris ondersteunt een minister bij het politiek leiden van
een ministerie. Soms krijgen staatssecretarissen een specifiek beleidsterrein onder hun hoede, maar de minister
blijft medeverantwoordelijk. Ook de staatssecretaris moet verantwoording afleggen aan parlement (art 46 lid 2)


Wat zijn fracties / politieke partijen en wat is hun rol? (kort)
Partijen spelen een belangrijke rol in de politiek door het stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Zij hebben
een organisatiestructuur waarin meestal democratische besluitvorming plaatsvindt: zij stellen een
partijprogramma met standpunten en verkiezingsprogramma op en stellen kandidatenlijsten vast. Politieke
partijen streven vaak meer dan één doel na. Omdat niet iedereen deze doelen op dezelfde wijze nastreeft, zijn er
meer partijen ontstaan. Er zijn ook partijen die worden gevormd, omdat ze wel één doel nastreven:
belangenpartijen ('one-issue-partijen'). Een voorbeeld hiervan is de Partij voor de Dieren. In de praktijk moeten
ook one-issuepartijen zich uitspreken over allerlei andere onderwerpen, omdat die nu eenmaal in het parlement
aan de orde komen.

Deze partijen en de eraan gelieerde ‘fracties’ (= groepen van partijgenoten) spelen dus een grote rol in ons
staatsbestel. De leden van de Tweede Kamer die door het centraal stembureau op dezelfde lijst gekozen zijn
verklaard, worden volgens art. 11 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer (RvO TK) als een
‘fractie’ beschouwd. De fracties stemmen in belangrijke zaken gelijk. De regering heeft dus met de opvatting
van de fracties rekening te houden.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller GewoonStijnnn. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83750 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.21  2x  sold
  • (0)
  Add to cart