Samenvatting van The Basics of Communication Research, van Earl Babbie & Leslie A. Baxter.
ISBN 9780534507787
Hoofdstuk 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 9.
Ik heb een 8.5 gehaald voor dit vak
COM3706 Assignment 3 (PORTFOLIO ANSWERS) Semester 2 2024 - DUE 17 October 2024
COM3706 Assignment 1 Semester 2 2024
All for this textbook (2)
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Communicatie- en Informatiewetenschappen
Methoden van Communicatieonderzoek (CI2V17002)
All documents for this subject (10)
5
reviews
By: geertje2000 • 4 year ago
By: carlijnkeller • 5 year ago
By: BAFCA • 5 year ago
By: eefjevangelder • 5 year ago
By: renskejverschoor • 5 year ago
Seller
Follow
margotdrullman
Reviews received
Content preview
Empirisch Onderzoek, Tentamen 1
Stof: The Basics of Communicaton esearch, H1-2-3-4-5-6-7-9 (week 1-4)
Week 1
H1: Human Inquiry and Scientic Inquiry about Communicaton
Veel voorkomende fouten bij onderzoek:
Onjuiste observatie: Vaak let je niet volledig bewust op en kun je je bepaalde dingen niet
(goed) meer herinneren.
Overgeneraliseren: Soms zie je vergelijkbare gebeurtenissen als bewijs voor een algemeen
patroon. Je zult dan geneigd zijn om te overgeneraliseren.
Selectieve observatie: Wanneer je een patroon hebt ontdekt in je observatess ben je
geneigd om te focussen op gebeurtenissen die binnen dat patroon vallen.
Onlogische redenatie: Redeneren vanuit uitzonderingen die de regel bevestgen.
Manieren om naar realiteit te kijken:
1. Premoderne kijk: De realiteit is zoals jij hem ziet. (Mensen met een andere visie op de realiteit zijn
gewoon dom.)
2. Moderne kijk: Je accepteert dat er diversiteit bestaat in de ideeën van mensen. Een bloem is
gewoon een bloem. Jij kan hem mooi vindens een ander kan hem lelijk vinden. Dat zijn subjecteve
dingen. Zij hebben geen efect op de bloem zelf. niemand heef het echt goed of fout
3. Postmoderne kijk: De realiteit is alleen datgene wat jij aan beelden binnenkrijgt. Er is geen
objecteve realiteit om te observerens we hebben alleen onze subjecteve kijk
H3: Paradigms of Knowing in Communicaton Research
Atributees zijn de kenmerken of kwaliteiten die een object of fenomeen beschrijven. Voor het
onderzoeken van een het communicateve gedrag van een individu kunnen dit zijn: spraakzaams
hoge toons en snel praten. Variables zijn de logische indelingen van de atributes. De atributes
spraakzaam en terughoudend vallen bijvoorbeeld onder de variabele genaamd: mate van
spraakzaamheid (tabel op blz. 50).
We kunnen gebeurtenissen op twee verschillende manieren uitleggen:
Nomothetisch: Minder verklaringen voor één gevolg. (hoofdoorzaken)
Idiografisch: Veel verklaringen voor één gevolg. (alle mogelijke oorzaken)
Paradigma’s;
Kwalitatef onderzoek:
1. Positivistisch: Positvisten geloven dat er een objecteve realiteit is die onafankelijk is van
de onderzoeker. Kennis hierover kun je alleen maar vergaren door empirische observate.
Positvisten willen zo min mogelijk subjectviteit van de onderzoeker. Ze komen aan hun data door
middel van kwanttateve gegevens (enquêtess experimenten en kwanttateve tekstanalyses). Ze
zoeken naar algemene weten en ontwikkelen theorieën die voorspelling mogelijk maken
, Positvisten bestuderen geen individuen maar hun kenmerken ( variabelen). Positvisten
gebruiken Nomothetsche verklaringen. Positvisten stoppen de empirische cyclus na de
inductefase (dus geen toetsing).
uit WC: Bij kritsch-ratonalistsch probeer je een hypothese op te stellen en een theorie omver te
werpen. Je hebt een idee over hoe het zit en vanuit daar een theorie opstellens een probabilistsche
hypothese opstellen en dat toetsen.
Bij positvisme wordt iets geobserveerd en valt er iets op wat vanuit de literatuur niet wordt
verwacht. Vervolgens wordt er een theorie opgezet (inductefase). Hier stopt hets er wordt niet
getoetst.
2. Systeem(-theoretisch): Onderzoekers uit dit paradigma denken dat alles uit systemen
bestaat. Bijvoorbeeld communicate is een systeem bestaande uit onder andere woordens non-
verbale tekenss etc. Deze stukjes zijn afankelijk van elkaar (interdependence)s wanneer bij het één
iets veranderts verandert dat bij het ander ook. Communicatesystemen worden ook gezien als een
georganiseerd totaal (organized wholes). Je kunt de onderdelen niet los van elkaar verklaren maar je
hebt altjd de context nodig. Het geheel is ook meer dan alleen alle onderdelen bij elkaar opgeteld
(het geheel is meer dan de som van de elementen). Elk communicatesysteem wordt gekenmerkt
door een dynamisch evenwicht.
Positvisten verklaren iets door generaliseerde weten van oorzaken en efecten te
identiceren terwijl de system onderzoekers iets verklaren door te identiceren hoe iets
functoneert.
Kwalitatef onderzoek:
3. Interpretatief: Waar positvisten en systeemtheoreten geloven dat communicate gezien
kan worden als iets ‘natuurlijks’ en een waarheids geloven interpretatvisten dat communicate totaal
los staat van de fysieke en biologische wereld omdat de mens nadenkts een doel heef en
verantwoordelijk gehouden kan worden. Interpretatvisten geloven dus niet dat de mens iets doet
door een externe variabele of omdat ze een bepaalde plaats in de maatschappij innemen. Ze geloven
wel dat de mensen iets doen om een doel te bereiken. Ze willen begrijpen wat de mens ergens mee
bedoelt en waarom ze iets doen. Ze proberen zich in de geobserveerde te verplaatsen (subjectef).
4. Kritisch: Meetbare observate is volgens de critci de enige weg om kennis te vergaren. Ze
accepteren de gegevens niet zodra ze deze hebbens net als hun analyse. Ze zijn erg kritsch op alle
gegevens en ze geven ook meer een kritsche reflecte op de data dan dat ze kennis verkondigen. Het
kriteke paradigma komt in basis neer op reflecte en kritek hebbens meer dan op empirische
observate. Aanhangers geloven dat ideologie en macht de sociale ervaring karakteriseren. Zij
houden zich tjdens een kritsche reflecte bezig met het doel om in sociale praktjken leden van een
maatschappij of groep te verlichten. (ze gebruiken ook kwanttateve data).
Je probeert een probabilistsche hypothese op te stellen en een theorie omver te werpen.
Colleges week 1:
Onafankelijke variabele: dat wat je manipuleert
Afankelijke variabele: meet je om te zien of er efect is van onaf variabele
Probabilistsche hyptohese een hypothese die je kunt toetsen.
Empirische cyclus:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller margotdrullman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.