DEEL 5: LOKALE REGULATIESYSTEMEN
FARMACOTHERAPIE VAN INFLAMMATIE
Niet Steroïdale Anti-Inflammatoire Geneesmiddelen (NSAIDs)
• Niet-opioïde analgetica
FYSIOLOGIE VAN PROSTANOÏDEN
• Arachidonzuur (eicasanoïden): 20 koolstofatomen – carboxylgroep ah uiteinde
• Kan verschillende pathways uitgaan
o Via COX (= cyclo-oxygenase) omgezet tot prostanoïden (prostaglandines +
thromboxanen)
▪ Eindproducten die rol spelen in acute inflammatie
o Via LOX (= lipoxygenase) omgezet tot leukotriënen
▪ Eindproducten die rol spelen in chronische inflammatie
• Essentie van NSAIDs = onderdrukken van acute inflammatie DUS remmen van COX
• Rol van COX in ons lichaam: fysiologische productie PG en TX die ndk zijn voor de normale
functie van onze organen
o In heel veel weefsels aanwezig
1) PPG2 en PGH2 (intermediaire PG)
2) Tussenproducten worden verder omgezet in bepaalde eindproducten afh vh weefsel
▪ Bloedvaten: PGI2 (prostacycline) door prostacyclin synthase
• Werkt in op PI-receptor → vasodilatatie
• Andere rol: remming bloedplaatjesaggregatie
▪ PGD2, PGE2, PGF2α … → binden op PG-receptor (GPCR-type)
▪ Bloedplaatjes: thromboxane door thromboxane synthase
• Bloedplaatjesaggregatie + vasoconstrictie
o DUS in normale fysiologische omstandigheden
▪ Prostacycline: anti-aggregerend + vasodilatatie
▪ Thromboxane: pro-aggregerend + vasoconstrictie
o Andere
▪ Centraal zenuwstelsel: PGE2 zorgt voor temperatuur
▪ Luchtwegen: PGI2/PGE2 → bronchodilatatie (stijging diameter)
PGF2α → bronchoconstrictie (daling diameter)
▪ Cardiovasculair: bij endotheelschade (bv roker) is er een overwicht van TX
dus overwicht van pro-aggregatie & vasoconstrictie → acuut hartinfarct
• In utero: connectie truncus pulmonalis en aortaboog (ductus botalli)
→ rechtstreekse shunt naar systeemcirculatie (PGE2/PGI2)
▪ Gastro-intestinaal
• Maag: PGE2 → cytoprotectieve rol
o Verhoogde productie mucus thv maag waardoor maagwand
beschermd wordt en maagzuur minder mucosa afbreekt
o Remmende invloed op HCl productie
o Vaatverwijdend: gunstige invloed op lokale perfusie
(bewaren integriteit maagmucosa)
• Nier: vaatverwijdende PG gaan vaatperfusie bevorderen
, Jan De Hoon
• Geslachtsorganen
o Stimuleren vrouwelijke genitalia
o Menstruatiepijn
o Rol in bevalling (!): dragen bij tot het in gang zetten van de
verweking van de cervix + contracties baarmoeder (in gang
zetten arbeid)
o Vaatverwijdende PG dragen bij tot erectie
• COX-1: constitutief aanwezig (normale fysiologische functies uitoefenen)
• COX-2: induceerbaar (komt tot expressie in situaties van weefselbeschadiging/inflammatie)
o Lokaal verhoogde productie PG bij acute ontsteking
o Vooral lokale weefselbeschadiging leidt tot verhoogde expressie COX-2
o Acute ontsteking: rubor – calor – dolor – tumor
• NSAIDs: het remmen van die COX-activiteit belet de vorming van PG en zo onderdrukken we
de acute inflammatie
o Jammer genoeg zijn de meeste NSAIDs niet COX-2 selectief waardoor ze ook leiden
tot het onderdrukken van de normale COX1-activiteit met als gevolg dat ze
interfereren met de normale fysiologische processen ➔ bijwerkingen!
WERKINGSMECHANISME EN FARMACODYNAMIEK
• Werkingsmechanisme: target van het GNM is een enzyme + inhibitie daarvan
• De meeste NSAIDs = reversibele niet-selectieve COX-inhibitoren
• Inhibitie van het target (COX-1 & 2): we zien een mooie sigmoïdale curve
o IC50 = concentratie waarbij 50% van het effect optreedt (potentie vh GNM)
o Klein verschil voor de inhibitie van COX-1 en COX-2 bij het molecule Meloxicam
▪ Maar het is nog altijd niet-selectief dus je krijgt sws COX-1 inhibitie en dus
bijwerkingen
o Hoe verder de curves uit elkaar liggen, hoe beter het mogelijk is om COX-2 selectief
te inhiberen → dit is de bedoeling van COXIBS (= vrij selectief voor COX-2)
o Voor sommige NSAIDs is de IC50 voor COX-2 veel kleiner als voor COX-1 en gaat het
dus sneller COX-2 inhiberen dan COX-1
• 4 effecten van COX-inhibitie
o Anti-inflammatoir
o Anti-pyrretisch: productie PG in CZS worden stilgelegd
o Analgetisch (pijnstillend)
o Anti-aggregerend
▪ In normale omstandigheden: evenwicht tussen PGI2 en TX
▪ Gebruik NSAID: verminderde productie PGI2 en dus minder anti-aggregatie
en vasodilatatie MAAR ook minder TX en dus minder pro-aggregatie en
vasoconstrictie
▪ Bloedplaatjes zijn kernloze lichaampjes en sterven af na een dag of 10
▪ Endotheelcellen zijn volwaardige cellen met een kern
▪ NSAID: COX-inhibitie in bloedplaatjes → minder TX productie
▪ Endotheelcellen reageren door actief enzym aan te maken wat compenseert
voor inhibitie → we krijgen dus minder uitgesproken remming van PG dan TX
, Jan De Hoon
▪ PG > TX en dus overwicht van anti-aggregantie en vasodilatatie
▪ We zien dit het sterkst bij aspirine: irreversibele COX-inhibitor → blokkeert
dus voor altijd COX in bloedplaatjes en dus TX
• Dit effect duurt 1 week want daarna beginnen zich pas nieuwe bp te
vormen die TX terug aanmaken
FARMACOKINETIEK
• Hoge eiwitbinding: ze spelen een rol in verdringingsinteracties (!)
• Even goed geabsorbeerd met/zonder voedselinname: meestal aanbevolen om ze te nemen
met voedsel omwille vh feit dat ze een effect kunnen hebben op de maag
o Bij acute intense pijn gaan ze wel sneller werken als je ze nuchter neemt
• Korte vs lange t1/2
o Kort (≤ 6u; 3-4x/dag) → bv Ibuprofen
o Lang (≥ 10u; 1-2x/dag)
o Wanneer kiezen we voor wat? → afhankelijk van de situatie
▪ Chronisch: lang
▪ Acuut: kort
INDICATIES
• Locomotorische “beschadiging”
• Pijn (door weefselbeschadiging)
• Dysmenorroe (pijnlijke maandstonden)
• Persisteren ductus arteriosus
o Kindje in utero: openblijven van ductus botalli is essentieel
o Geboorte: belangrijk dat ductus sluit
o Wanneer geboren met peristerende ductus arteriosus, proberen we de ductus te
doen sluiten adhv gebruik NSAIDs
• Koorts
BIJWERKINGEN
• Gastro-intestinaal
o Cyto-protectieve effecten worden weggenomen → vaak aanleiding tot miserie
o Belangrijkste bijwerking: gastritis, maagdarmulcera, perforaties, …, overlijden
o Om lokale intolerantie te verbeteren: aanraden om dit in te nemen met voedsel
o Vooral bij oudere mensen (>65 jaar): grotere kans op ontwikkeling GI-bijwerkingen
▪ Ook bij alcoholgebruikers
▪ Preventief: PPI (proton pomp inhibitor vb. omeprazol)
→ blokkeren zuurproductie
o Combinatie NSAIDs met corticosteroïden (GC) is fout!!! Uitsluitend gedaan met
toevoeging van PPI!!
▪ Verminderde bloedplaatjes-aggregatie: ulcera in de buurt van een bloedvat
→ kans op GI-bloeding wordt groter
▪ Hoog in GI-stelsel: zwarte stoelgang (mylena) = alarmsymptoom!
▪ Laag in GI-stelsel: rode stoelgang
• Renaal/cardiovasculair
o Vocht en zoutretentie → circulerend volume kan stijgen → vervelend bij mensen die
een minder goede hartfunctie hebben
o NSAIDs: verhoogd risico op oedeem, hartfalen
o Vooral bij oudere pt belangrijk!
, Jan De Hoon
• Overgevoeligheid (antibiotica – NSAIDs)
o Mild: banale roodheid, jeuk
o DRESS = Drug Reaction with Eosinophilia and Systemic Symptoms
▪ Ontwikkeling huidafwijking (“rash”) tgv gebruik geneesmiddelen
▪ Door behandeling met trimethoprim-sulfamethoxazole
▪ Eosinofilie - exantheem – koorts (drug fever) – lymfadenopathie –
orgaanaantasting (lever, nier, long…)
o APA-syndroom: nasale polyposis, astma en intolerantie tegenover acetylsalicylzuur
en NSAIDs
• Hepatotoxiciteit = vergiftiging lever
o DILI = Drug Induced Liver Injury (diclofenac)
• Myelotoxiciteit = vergiftiging beenmerg
CONTRA-INDICATIES EN RISICOPOPULATIES
• Zwangerschap
o Eenmalig/af&toe kortdurend gebruik van NSAID in 1e trimester: kan
o Vanaf 2e trimester: langer gebruik van NSAIDs kunnen leiden tot problemen
▪ Kunnen placenta passeren en zo de nierfunctie vh kindje verminderen
▪ → minder plassen en dus een tekort aan vruchtwater (oligohydramnios)
o 3 trimester: PG nodig voor ductus botalli
e
▪ NSAIDs: ductus botalli kan in utero sluiten → circulatie blokkeren → perfusie
vd longen tegen gigantische weerstand → R-hartsoverbelasting → gigantisch
probleem bij/na geboorte
▪ Kindje wilt eruit: cervixrijping en baarmoedercontracties remmen door
inname NSAIDs → arbeid uitstellen = fout
▪ NSAID is zowel bij kind als moeder en zal dus bij beide effecten hebben
• Kind: anti-aggregatie → kindje komt als smurf eruit
• Moeder: anti-aggregatie → ongewenst lange bloedingen
• Oudere mensen
o Meer kans op GI-complicaties
o Verdringingsinteracties want ze nemen meer medicatie
o Hoge bloeddruk
o Vochtdecompensatie
o …
→ preventief: PPI
INTERACTIES
• Geen NSAIDs combineren!! (uitz: paracetamol)
o Bv: SSRI (selectieve serotonine re-uptake inhibitoren) = anti-depressiva die ook een
verhoogde aanleiding kunnen geven tot GI-bloedingen
• Bent u allergisch?
• Bent u zwanger? → tot het tegendeel bewezen is!
• Hoe oud bent u? → PPI
• Voorgeschiedenis GI-ulcera → PPI
• Contra-indicatie met andere GNM → extra voorzichtig zijn!
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller medstudent01. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.26. You're not tied to anything after your purchase.