Kwestie 1: wat is de mens?
1. De kandidaten kunnen de opvattingen van Descartes, Sheets-Johnstone, Plessner, De
Beauvoir en Fanon over de vraag naar de mens, en de verschillende manieren waarop het
lichaam daarbij een rol speelt uitleggen, vergelijken, toepassen en evalueren.
Daarbij kunnen zij de volgende standpunten betrekken:
• mensen zijn een denkend bewustzijn met een mechanisch lichaam (Descartes);
Descartes beschouwt mensen als een denkend bewustzijn met een mechanisch lichaam. Het lichaam
wordt gezien als een apart, materieel aspect dat functioneert volgens mechanische principes, los van
de geest.
Methodische twijfel: welke bron levert ware kennis op?
Stappen in het twijfelexperiment:
1. Twijfel aan kennis van anderen
2. Twijfel aan je eigen waarneming (eerste indruk)
3. Twijfel aan of je in een droom leeft.
4. Twijfel aan logisch / wiskundige kennis -> kwade genius houdt ons voor de gek
5. Ik weet dat ik twijfel -> er is iets wat denkt -> ik denk dus ik ben
Het enige wat je weet is dat er iets moet zijn wat denkt -> ik denk dus ik ben.
Interactieprobleem: Pijnappelklier is de schakel tussen lichaam en geest
• mensen zijn een reflecterend, bewegend lichaam (Sheets-Johnstone);
Sheets-Johnstone benadert het lichaam als een reflecterend, bewegend geheel. Ze legt de nadruk op
de pre-reflectieve gewaarwording van ruimtelijkheid en bewegingen van het lichaam, waarbij het
bewustzijn voorafgaat aan bewuste reflectie.
• mensen staan lichamelijk in verhouding tot zichzelf (Plessner);
Plessner stelt dat mensen in verhouding tot zichzelf staan en introduceert het concept van
'excentrische positionaliteit'. Hij legt de nadruk op de drie antropologische wetten die de menselijke
bestaanservaring kenmerken.
• mensen staan lichamelijk in verhouding tot anderen (De Beauvoir, Fanon).
Deze denkers wijzen erop dat mensen lichamelijk in verhouding tot anderen staan. De concepten
'medewereld' en 'lichaamsschema' spelen hierbij een rol, waarbij de interactie met anderen de
vormgeving van de individuele ervaring beïnvloedt.
, 2. De kandidaten kunnen uitleggen en evalueren dat mensen volgens Sheets-Johnstone een
reflecterend, bewegend lichaam zijn.
Algemeen inleidend:
Maxine Sheets-Johnstone (vanaf nu: S-J) staat in de traditie van de fenomenologie. Het helpt om haar
vanuit deze traditie te begrijpen.
Fenomenologie: een stroming in de filosofie die uitgaat van de ervaring, in de woorden van S-J: “De
mens zoals hij zichzelf en de wereld ervaart, helder en scherp, nog vóórdat enige reflectie
plaatsvindt.” (p. 36) “Wat beschreven wordt, is hoe een fenomeen aanwezig is voor het bewustzijn.”
(p. 37)
Wij leven primair in de wereld van onze ervaringen, waarcxxin dingen betekenis voor ons hebben.
Pas vanuit deze wereld zijn we in staat om de wetenschappelijke wereld te begrijpen, de wereld die
we vanuit “objectief”, derdepersoons perspectief kunnen bekijken. De fenomenologie brengt het
eerstepersoonsperspectief in de filosofie, stelt dat we met de natuurwetenschappelijke visie een
afslag hebben genomen.
Het bewustzijn is altijd een bewustzijn van iets.
Om te ervaren heb je een lichaam nodig
Fenomenologie staat in die zin tegenover het subject-object denken zoals dat wordt ingezet door het
dualisme van Descartes: het idee dat we geesten zijn die min of meer toevallig lichamen hebben,
geesten die vanuit het denken onze lichamelijkheid kunnen begrijpen.
Daarbij betreken:
• een uitleg van Sheets-Johnstones fenomenologische benadering van dans en de pre-reflectieve
gewaarwording van de ruimtelijkheid en bewegingen van het lichaam;
Om een dans uit te voeren moet je je bewust zijn van waar je lichaam zich bevindt, hoe je je
ledematen beweegt in de ruimte. Dat doe je niet door na te denken maar door een pre-reflectief
bewustzijn. De danser kan haar dans niet uitvoeren vanuit reflectie.
De fenomenologische benadering van de dans van Sheets-Johnstone houdt in dat ze de ervaring van
de dans probeert te begrijpen vanuit het perspectief van de danser. Ze benadrukt de pre-reflectieve
gewaarwording van ruimtelijkheid en bewegen van het lichaam. Pre-reflectief (pre – reflectie: voor
het denken) verwijst naar de ervaringen die plaatsvinden voordat we ons er bewust van worden.
- Eerstepersoonsperspectief (subjectief): fenomenologie -> ervaring staat centraal. Vanuit ik-
perspectief. Eigen ervaring.
- Derdepersoonsperspectief (objectief): wetenschappelijk -> beschrijving. Vanuit hij/zij-
perspectief. Leren over jezelf in de derde persoon.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ebnyalcin20. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.68. You're not tied to anything after your purchase.