Thema 1: Inleiding in de biologie
1.1 Wat kun je met biologie?
Organismen (levende wezens): planten, dieren, schimmels, bacteriën —> vertonen
levensverschijnselen (voortplanten, groeien, ontwikkelen, stofwisseling).
Levensloop begint direct na het ontstaan van het organisme en eindigt met de dood van het
organisme
Levenscyclus: de opeenvolging van levenslopen van organismen in dezelfde soort, de
levenscyclus eindigt met het uitsterven van de soort.
Stofwisseling: alle chemische reacties in een organisme
Individuen behoren tot dezelfde soort als zij zich onderling kunnen voortplanten en daarbij
vruchtbare nakomelingen kunnen voortbrengen.
Organisatieniveaus
1. molecuul (kleinste bouwstenen van stoffen)
2. celorganel (deel van cel, te onderscheiden op bouw + functie)
3. cel (bevat celorganellen)
4. weefsel (groep cellen met dezelfde bouw en functie)
5. orgaan (deel van organisme met 1 of meer specifieke functies)
6. organenstelsel (groep samenwerkende organen met gezamenlijke functie)
7. organisme (levend wezen, dieren, planten, bacteriën, schimmels)
8. populatie (groep individuen van dezelfde soort in bepaald gebied, die voortplanten)
9. Levensgemeenschap (alle populaties in bepaald gebied)
10. ecosysteem (min of meer begrensd gebied met bepaalde biotische eigenschappen)
11. biosfeer = systeem aarde (alle ecosystemen bij elkaar)
Als er op een hoger organisatieniveau een nieuwe eigenschap ontstaat die er op het lagere
organisatieniveau niet is, noem je dat een emergente eigenschap.
1.2 Organen, weefsels en cellen
Bij meercellige organismen ontstaan bij de ontwikkeling verschillende soorten cellen. Deze
cellen hebben allemaal een eigen vorm en functie.
3 soorten weefsels
- Dekweefsel bekleedt en beschermt inwendige en uitwendige lichaamsoppervlakken.
Alle typen dekweefsels hebben gemeenschappelijke kenmerken, de cellen zijn vaak
rechthoeken en liggen heel dicht tegen elkaar.
- Zenuwweefsel vind je in de organen van je zenuwstelsel, het bestaat uit zenuwcellen
en gliacellen. Zenuwcellen geven informatie door, gliacellen voorzien zenuwcellen
van voeding.
- Spierweefsel bestaat uit cellen die kunnen samentrekken en zo beweging mogelijk
maken.
Bij veel weefsels liggen de cellen niet direct tegen elkaar aan, maar komt tussencelstof
voor. De tussencelstof kan voor versteviging dienen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauradumont09. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.