Hoofdstuk 1: de ontwikkenining van let kind
§1. Ontwikkeniningsysholonoingie (nevensnooyysholonoingie): de wetenschappelijke studie naar
patronen van groei, verandering en stabiliteit vanaf de concepte tot aan de ouderdom.
Onderzoekers houden zich het meeste bezig met de periode van de geboorte tot aan de
adolescente, waarin veranderingen elkaar het snelst opvolgen. De ontwikkelingspsychologie
richt zich op de menselijke ontwikkeling. Alle ontwikkelingspsychologen beschouwen
ontwikkeling als een contnu proces.
Tlematisole ingebieden binnen de ontwikkeniningsysholonoingie:
1. Fhsieke ontwikkenining: kijkt naar de invloed van het lichaam (hersenen, zenuwstelsel,
spieren en de behoefe aan eten, drinken en slaap) op ons gedrag.
2. Coingnitieve ontwikkenining: kijkt naar de invloed van de groei en verandering van de
intellectuele vermogens (leren, geheugen, probleemoplossing en intelligente) op ons
gedrag.
3. Sooiane ontwikkenining: kijkt naar de ontwikkeling van de sociale relates en de
interactes met anderen
4. Persoonnijkleidsontwikkenining: kijkt naar de ontwikkeling van
(karakter)eigenschappen die de ene persoon van de andere onderscheiden.
- Specialisten op het gebied van persoonlijkheidsontwikkeling en sociale ontwikkeling
houden zich ook bezig met de sociaal-emotonele ontwikkeling van kinderen en
adolescenten.
De vier neefijdsingroeyen zijn:
1. De babhtijd (0 - 2 jaar)
2. De yeuter- en kneutertijd (2 - 6 jaar)
3. De soloontijd (6 - 12 jaar)
4. De adonesoentie (12 - 20 jaar)
- Er is ook nog een groep vóór de geboorte, deze heet de prenatale periode en dit is de
periode van concepte tot de geboorte.
,Hoofdstuk 2: tleoretisole yersyeotieven en onderzoek
§1. De vijf yersyeotieven:
1. Psholodhnamisol yersyeotief
2. Belavioristisol yersyeotief
3. Coingnitief yersyeotief
4. Shstemisol yersyeotief
5. Evonutionair yersyeotief
- Elk perspectef heef een eigen mening over de ontwikkeling van de mens.
1. Psholodhnamisol yersyeotief: foous oy innernijke kraolten
Het ysholodhnamisol yersyeotief heef vooral betrekking op de yersoonnijkleids-
ontwikkeling van kinderen. Volgens dit perspectef word je gedrag gemotveerd door
innerlijke krachten, herinneringen en conficten waarvan je jezelf niet bewust bent. Deze
innerlijke krachten (oorsprong van de kindertjd) blijven iemands gedrag beïnvloeden.
Het verschil tussen Siingmund Freud en Erik Erikson is dat Freud denkt dat de ontwikkeling
min of meer compleet is als het individu de adolescente heef bereikt, terwijl Erikson van
mening is dat groei en verandering gedurende het hele leven doorgaan. De adolescente is
volgens hem het startpunt van de ontwikkeling van een eigen identteit.
De ysholoananhtisole tleorie van Freud gaat ervan uit dat onbewuste krachten bepalend
zijn voor iemands persoonlijkheid en gedrag. Elke persoonlijkheid heef drie aspecten:
- ID (duiveltje): het primiteve, ongeorganiseerde, aangeboren deel van de
persoonlijkheid dat aanwezig is bij de geboorte. Het staat voor primiteve drifen die
verband houden met honger, seks, agressie en irratonele impulsen. Het ID opereert
vanuit het genotsprincipe en bevindt zich in het onbewuste.
- Ego: het ratonele en redelijke deel van je persoonlijkheid. Het ego opereert vanuit
het realiteitsprincipe. Het ego is hetgeen dat het ID en het superego aanhoort en
uiteindelijk bepaald welk gedrag je vertoont. Het ego werkt dus als een soort
bemiddelbaar.
- Superego (engeltje): het geweten, hiermee maak je onderscheid tussen goed en
kwaad en creëer je een ideaalbeeld van jezelf.
Volgens de ysholoseksuene ontwikkenining van Freud doorlopen kinderen een aantal fasen
waarin genot of bevrediging geassocieerd wordt met een andere biologische functe en een
ander deel van het lichaam. Volgens Freud doorlopen kinderen vijf fasen.
- Fixatie: gedrag dat in een eerdere ontwikkelingsfase is blijven steken als gevolg van
een onopgelost confict. Dit kan ontstaan als er iets misgaat in een bepaalde fase.
Het eingo leef afweermeolanismen, maar let eingo kan ook ‘doorsnaan’:
- Verdriningining: je verdringt je drifen, stopt ze heel ver weg, maar uiteindelijk gaat dit
niet goed
- Subnimatie: seksuele drifen die niet geaccepteerd worden zet je om in drifen die
wel geaccepteerd worden, denk aan overdreven veel sporten om je seksuele
behoefes te sublimeren.
, De ysholosooiane ontwikkenining van Erikson omvat veranderingen in de manier waarop we
aankijken tegen onze interactes met anderen, tegen het gedrag van anderen en tegen
onszelf als leden van de maatschappij. De psychosociale ontwikkeling gaat ervan uit dat
ieder kind in elk stadia een crisis beleefd. Volgens Erikson doorlopen kinderen 8 fasen. Deze
8 stadia lopen volgens een vast patroon en lopen min of meer gelijk voor alle mensen
(universeel voor elke cultuur).
Gemiddende Freuds 5 Kenmerken Eriksons 8 stadia Kenmerken
neefijd stadia
0 - 1,5 jr Oraal zuigen, eten, vertrouwen vs wantrouwen steun omgeving vs angst
bijten, etc. bezorgdheid
1,5 - 3 jr Anaal ontlasten, autonomie vs schaamte onafhankelijkheid vs twij
zindelijkheid
3 - 6 jr Fallisch genitaliën, initatef vs schuld ontdekken vs schuldgevo
oedipuscomplex
6 - 12 jr Latente grote drang naar inzet vs minderwaardigheid besef van competentes v
weten zelfvertrouwen
12 - 18 jr Genitaal seksuele identteit vs identteitsverwarring Eigen uniekheid, rol kenn
interesses eigen rol niet kunnen ont
18 - 35 jr intmiteit vs isolement Vriendschappen vs angst
binding en eenzaamheid
35 - 65 jr generatviteit vs stagnate bijdrage leveren vs bagat
65 - -dood integriteit vs wanhoop trots terugkijken vs spijt h
Crisis ans kans betekent dat iemand zich kan ontwikkelen naar aanleiding van bepaalde
levenservaringen. Het is prima om ook de rechterkant (de slechte kant) te leren kennen. Je
moet weten hoe het is om bijvoorbeeld wantrouwen te hebben om te weten hoe je
vertrouwen kan hebben.
De laatste theorie die bij het psychodynamisch perspectef hoort is de tleorie van
identiteitsontwikkenining van James Maroia.
2. Belavioristisol yersyeotief: foous oy waarneembaar ingedraing
Het belavioristisol yersyeotief heef betrekking op de ontwikkelingsgebieden van kinderen.
Dit perspectef kijkt niet naar onbewuste processen, maar legt de nadruk op direct
waarneembaar gedrag. Volgens Joln B. Watson is de omgeving (nurture) belangrijker voor
de ontwikkeling dan erfelijkheid (nature). Het zegt dus eigenlijk dat we leren door waar te
nemen en gedrag te kopiëren. Ook wordt de ontwikkeling binnen dit perspectef gezien als
kwanttatef en niet als kwalitatef. Er wordt dus gekeken naar feiten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gabriellesilven. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.