100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting PB0602 - biologische grondslagen cognitie $3.71
Add to cart

Summary

Samenvatting PB0602 - biologische grondslagen cognitie

14 reviews
 801 views  77 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting. Het kan spellingsfouten bevatten.

Preview 4 out of 68  pages

  • No
  • Alle hoofdstukken die geleerd moeten worden.
  • October 26, 2018
  • 68
  • 2018/2019
  • Summary

14  reviews

review-writer-avatar

By: selin_acer • 4 year ago

review-writer-avatar

By: maaikeschrijver2 • 4 year ago

review-writer-avatar

By: mvanseventer • 5 year ago

review-writer-avatar

By: IAA • 5 year ago

review-writer-avatar

By: annemulder17 • 5 year ago

review-writer-avatar

By: dadadub • 5 year ago

review-writer-avatar

By: tessa993 • 5 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
PB0602 - Biologische grondslagen:
cognitie
Jaar 2018-2019

,Inhoud
Introducti van hit briin......................................................................................................................................................................2
Eliktrofysiologischi hirsinin..............................................................................................................................................................7
Afgibiildi hirsinin..........................................................................................................................................................................11
Acti briin...........................................................................................................................................................................................13
Ontwikkilindi briin...........................................................................................................................................................................18
Hit horindi briin...............................................................................................................................................................................24
Attinding brain ihirsintrikkin).........................................................................................................................................................33
Gihiugin............................................................................................................................................................................................41
Exicutivi briin..................................................................................................................................................................................50
Hit sociali in imotonili briin.........................................................................................................................................................57

Introductie van het brein
Structuur en functies van het neuron
 Neuron
 Zenuwcel en cognitieve functie ondersteund
 Bestaat uit:
 Cellichaam (bevat kern met genetische code, dat betrokken is bij eiwitsynthese)
en organellen
 Dendrieten (bevat informatie van andere neuronen)
 Axon (stuurt informatie naar andere neuronen, draagt actiepotentiaal over)
 Synaps
 Opening tussen neuronen waarin neurotransmitters worden vrijgegeven
 Neuron ontvangt informatie van andere neuronen. Beslissing over informatie genomen
door eigen activiteit te veranderen en door te geven aan andere neuronen.
 Twee neuronen vormen synaps
 Presynaptisch (voor synaps)
 Postsynaptisch (na synaps)
 Geeft richting van informatiestroom weer (axon naar dendriet)
 Actiepotentiaal
 Verandering in elektrische eigenschappen van neuronenmembraan in axon (depolarisatie
en repolarisatie).
 Neurotransmitters
 Chemische signalen die door een neuron wordt vrijgegeven. Beïnvloeden eigenschappen
van andere neuronen
 Retinale spleetovergangen signaleert elektrisch en niet chemisch
 Actie vs. passieve geleiding
 Neurotransmitter bindt aan receptor op dendriet of cellichaam van Postsynaptisch
neuron.
 Creëert synaptisch potentieel. Wordt passief uitgevoerd (zonder actiepotentiaal)
door dendrieten en soma van Postsynaptisch neuron
 Passieve stroom sterk genoeg aan begin axon in Postsynaptisch neuron,
actiepotentiaal worden geactiveerd (actieve elektrische stroom)
 Postsynaptisch neuron telt veel synaptische potentialen, gegenereerd op
dendritische locaties
 Passieve geleiding is kort, omdat elektrisch signaal belemmerd wordt door weerstand
van omringende materie.
 Actieve geleiding maakt signalering over lange afstanden mogelijk door actiepotentialen.


Elektrische signalering en de actiepotentiaal
 Celmembraan fungeert als barrière tegen doorgaan chemicaliën. Eiwitmoleculen
fungeren als poortwachter en laten chemicaliën in en uit.
 Geladen natrium- (Na+) en kalium (K+) ionen

,  Balans tussen ionen aan binnen en buitenkant van membraan -70mV
binnenkant is negatief ten opzichte van buitenkant.
 Spanningsafhankelijke ion kanalen van belang bij genereren actiepotentialen
 1. Passieve stroom stroomt over axonmembraan, Na+ kanalen gaan open.
2. Negatieve potentieel aan binnenkant wordt verminderd (depolariseren). -50mV
celmembraan wordt doorlaatbaar en keert lading aan binnenkant van de cel om.
Herpolarisering in elektrische lading over membraan is actiepotentiaal
3. negatieve potentiaal van cel hersteld door uitgaande stroom van K+. Na+ kanalen
sluiten
4. Hyperpolarisatie treedt op (binnenkant negatiever dan in rust), moeilijk voor axon om
meteen te depolariseren en voorkomt dat actiepotentieel achteruitgaat.
 Actiepotentiaal in 1 deel van axon opent spanningsgevoelige Na+ kanalen,
actiepotentiaal beweegt progressief over de lengte van axon, begint cellichaam eindigt
bij axonaansluiting.
 Axon gemyeliniseerd: actiepotentiaal versneld langs axon
 Myeline
 Vetachtige substantie, afgezet rond axon (vooral motorsignalen dragen)
Blokkeert overdracht Na+ en K+. Actiepotentiaal springt via passieve geleiding langs
plaatsen waar geen myeline is (knooppunten van Ranvier)
 Vernietiging myeline gevonden in pathologieën: multiple sclerose

Chemische signalering en de Postsynaptisch neuron
 Actiepotentiaal bereikt axonuiteinde, leidt tot afgifte van neurotransmitters in
synaptische spleet
 Eiwitreceptoren in membraan van Postsynaptisch neuronen binden aan
neurotransmitters. Dit zorgt voor gelokaliseerde stroom van Na + K+ of chloride (CL-) die
synaptisch potentieel creëert.
 Neurotransmitter GABA heeft remmend efect op Postsynaptisch neuron (minder snel
geactiveerd). Bereikt door binnenkant van neuron meer negatief dan normaal te maken,
daardoor moeilijk depolariseren.
 Neurotransmitter Acetylcholine) exciterende efect op Postsynaptisch neuron (sneller
activeren).

Hoe neuronen informatie coderen
 Uitslag actiepotentiaal varieert niet, aantal actiepotentialen per seconde
(spikingssnelheid) varieert ononderbroken. Heeft betrekking op informatieve code van
neuronen (spraak of zien).
 Neuronen die reageren op vergelijkbare soorten informatie, worden gegroepeerd.
 Type informatie dat neuron draagt, gerelateerd aan invoer die het ontvangt en de uitvoer
naar andere neuronen.
 Functie van regio wordt bepaald door in- en uitgangen.

Grove organisatie van de hersenen
 Grijze en witten stof en ventrikels
 Neuronen georganiseerd om grijze of witte stof te vormen.
 Grijze massa: neuronale cellichamen
 Hersenschors, daaronder witte stof
 Subcorticale cortex (basale ganglia, limbisch system en diencephalon)
 Witte massa: axonen en glia
 Projecteren tussen corticale gebieden binnen dezelfde hemisferen
(commissuren, corpus callosum belangrijkst)
o Corpus callosum verbindt hemisferen.
o Glia: steuncellen betrokken bij weefselherstel en vorming myeline
 Projecteren tussen corticale gebieden en subcorticale structuren (project
tracts)
 Ventrikels
 Holle kamers met hersenvocht
o 1500 jaar geleden mentale leven.
o Cerebrospinale vloeistof (CSF): voert afvalmetabolieten aan, draagt
berichtsignalen over en bied beschermend kussen voor hersenen.
 Vier ventrikels Laterale ventrikels in beide hemisferen, derde centraal rond
subcorticale structuren, vierde in hersenstam (achterhersenen)

, Hersennavigatieconventies
 Anterieur (rostraal): voren posterieur (caudaal): achteren
 Superieur (dorsaal): top inferieur (ventraal): bodem
 Lateraal: naar buitenoppervlak mediaal: midden of ‘in’
 Coronale doorsnede: verticale vlak door beide hemisferen
 Sagittale doorsnelde: verticale vlak door een van de hemisferen.
Tussen de hemisferen: middellijn of mediale gedeelten
 Axiaal: horizontale vlak.

Hersenschors (cerebrale cortex)
 Hersenschors
 Twee gevouwen vellen grijze materie georganiseerd in twee hersenhelften (links/rechts)
 Gevouwen structuur maakt hoge oppervlaktegebied tot volume verhouding
mogelijk en maakt efciëntere verpakking mogelijk.
 Gyri: verhoogde oppervlakten, Sulci: plooien
 Zes hoofdcortexlagen (neocortex), Mesocortex (cingulate gyrus en insula), Allocortex
(primaire olfactorische cortex en hippocampus.
 Laterale oppervlak cortex verdeeld in vier lobben: frontale, pariëtale, temporale en
occipitale lobben.
 Eiland van de cortex begraven onder de temporale kwab: insula (eiland) genoemd
 Regio’s verdelen
 Patroon van gyri en sulci: hersengebieden die overeenkomstig zijn labelen
 Cytoarchitecture: Brodmann’s gebieden. Basis zijn de celtypen
 Functie: primaire sensorische en motorische gebieden

Subcorticale cortex
 Subcortex
 Onder corticale oppervlak, tussen witte stof: grijze massa kernen
 Basale ganglia, limbisch systeem en diencephalon
 Basale ganglia
 Over de thalamus in midden van hersenen
 Betrokken bij reguleren motoriek en programmeren en eindigen van actie
 Betrokken bij leren van beloningen, vaardigheden en gewoonten
 Stoornissen: hypokinetiek (armoede beweging) hyperkinetiek (overmatig
beweging)
 Ziekte van Parkinson en Ziekte van Huntington
 Hoofdstructuren: caudate nucleus, putamen, globus pallidus
 Verhogen of verlagen de waarschijnlijkheid en intensiteit van gedrag
 Limbisch systeem
 Relateren van organisme aan omgeving op basis van behoeften, huidige situatie
en van eerdere ervaringen.
 Betrokken bij detectie en expressie emotionele reacties
 Amygdala: detectie angstige of dreigende stimuli
 Cingulate gyrus: detectie emotionele en cognitieve conficten
 Hippocampus: belangrijk bij leren en geheugen
 Mammilaire lichamen: betrokken bij geheugen
 Olfactorische bulbs: belang van geur voor detecteren van ecologische opvallende
stimuli. Van invloed op gemoedstoestand en geheugen
 Diencephalon
 Thalamus: sensorische tussenstation voor alle zintuigen (behalve geur) tussen
zintuigen en cortex.
 Bevat projecties voor delen van cortex en basale ganglia. Laterale en
medial geniculaire kernen belangrijkste sensorische tussenstation voor
primaire visuele en auditieve cortex
 Hypothalamus
 Gespecialiseerd voor functies betrekking hebben op lichaam
(lichaamstemperatuur, honger dorst, seksuele activiteit, lichaamsgroei)
 Tumoren kunnen leiden tot eet en drinkproblemen, vroegtijdige puberteit,
dwerggroei en gigantisme.

Middenhersenen en achterhersenen
 Superieure en inferieure colluculi

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ladyxdaisy. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.71. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

59804 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$3.71  77x  sold
  • (14)
Add to cart
Added