Opdracht: waar denk je aan bij stofwisseling?
- Eiwiten -> enzym -> a inozrren
- Koolhymdraten
- Dissi ilatie en assi ilatie ( catabolis e en anabolis e)
- Organellen
- Stofwisseling ko t op gang bij rrst
- Lipiden
- Ato en
- Ionen
- Glymcolymse
Ele ent – srbstantie dat niet kleiner ge aakt kan worden dan het is.
Co pornd is een engsel van verschillende ele enten
In het periodiek symstee staan alle ele enten weergegeven en heef andere karakteristieken als een
ele ent.
Een atoo is opgeborwd rit nerronen elektronen en protonen
Ato en stoppen in hrn schil zo veel ogelijk elektronen (tot axi aal 8)
Nerronen geen lading en is gelijk aan het aantal protonen
Protonen positieve lading
Elektronen negatieve lading
Opborwen van stofen is het akkelijkst als er elektronen issen, drs et de inste elektronen
reageert het akkelijkst.
Het atoo nr er geef aan hoeveel elektronen er in de schil ziten. Dit geldt alleen voor de A-
groepen.
Zelfde rij in het periodiek symstee heef hetzelfde aantal elektronen in de britenste schil. (van alle A
groepen, B groepen verschillen)
De periode van het periodiek symstee geef aan hoeveel schillen de ele enten hebben.
Orbitaal is waar het elektron op de schil zit. Dit geef weer waar de zwevende elektronen zich
bevinden (rote appel en frritvliegen)
Edelgassen ziten vol (8 elektronen) en halogenen hebben er nog een vrij, drs kan er nog een kleine
verbinding ge aakt worden.
Vragen:
1. Zoek rit welke ele enten er in ons lichaa aanwezig zijn:
Zrrrstof (O2) , koolstof, waterstof, stikstof, calcir , fosfoor, kalir , zwavel, natrir , agnesir ,
flror, chloor, angaan (nn) , ijzer (ee) .
2. Wat geef het atoo nr er van een ele ent weer: het aantal protonen.
3. Een atoo van zrrrstof heef een anato isch nr er van 8. Hoeveel elektronen zijn er in
de eerste de tweede en derde schil?
, a. 2,6,0 , er is na elijk geen 3e schil aanwezig en in de eerste schil kan ax 2
elektronen.
4. Wat is een edelgas confgrratie?
a. Dat elke stof wil lijken op een edelgas, drs een britenste schil et 8 elektronen
waardoor de britenste schil vol zit.
5. Waaro wordt er altijd naar een edelgasconfgrratie gestreefd?
a. O dat een schil et 8 elektronen zich niet eer kan binden aan een ander atoo
en er drs geen engsels ontstaan.
Hoeveel che ische verbindingen trssen ato en zijn er?
- Waterstofindingen
- Ionbindingen
- Koolstofinding
- H- brrggen
- Covalentbinding atoo binding, polaire en a polaire binding
Ionogeen -> afstaan van elektronen
Covalent -> ontstaan van een elektronen paar.
Vor ing van een covalente binding: het proces waarbij twee ato en twee of eer elektronen delen.
Wat ontstaat doordat de nrcers-electron aantrekking groter is dan de nrclers-nrclers afstoting.
Ato en et inco plete valentie (drs het aantal elektronen in de britenste schil) krnnen elektronen
gaan delen of afstaan aan andere ato en. Deze interacties resrlteren eestal in ato en die dicht
bij elkaar blijven waardoor er chemical bonds ontstaan.
De afstand trssen ato en is in balans wanneer ze elkaar aantrekken. Wanneer de afstand te dichtbij
is zrllen ze elkaar afstoten en wanneer ze ver van elkaar weg zijn is de aantrekkingskracht te zwak
o ze bij elkaar te brengen.
Filmpje in PowerPoint dia 29.
Electro negativiteit is de ate waarin een atoo trekt aan de ge aakte verbinding trssen de twee
ato en. Het ele ent et het hoogste getal trekt het hardst aan de verbinding en de elektronen
zrllen drs eer naar die kant liggen. Bij een even getal liggen ze in het idden.
Polair -> eentje trekt harder (dipool) polaire covalente binding
Apolair -> trekken allebei even hard (geen dipool) nonpolaire covalente binding
Dipool -> sprake van een polaire binding aar is ook asym etrisch.
- Geen dipool o dat de bindingen tegenover elkaar staan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BovIngen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.35. You're not tied to anything after your purchase.