100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Filosofie: Het voordeel van de twijfel H1 en H2 $4.73
Add to cart

Summary

Samenvatting Filosofie: Het voordeel van de twijfel H1 en H2

1 review
 70 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

‘Het voordeel van de twijfel’ door Tim van Mey (filosofie examen scepticisme) H1 en H2 heel duidelijk samengevat. Alles wat je moet weten staat er heel overzichtelijk en goed uitgelegd in. Ik heb hier al een SE over gehad dus kan je vertellen dat als je deze samenvatting kent je sowieso een goe...

[Show more]

Preview 7 out of 38  pages

  • No
  • H1 en h2
  • October 28, 2018
  • 38
  • 2018/2019
  • Summary
  • Secondary school
  • 6

1  review

review-writer-avatar

By: Nadiehblaauw • 5 year ago

avatar-seller
Het voordeel van de twijfel
Voorwoord: fundamentele twijfel
Zeker weten
Hoe komen mensen die ‘iets zeker weten’, tot die stellige opvatting? Waarop zijn ze gebaseerd? Wat
zijn de veronderstellingen ervan? Klopt de redenering wel? Welke rol spelen die overtuigingen
precies? Welke problemen lossen ze op? Bij mensen die bereid zijn hun opvattingen toe te lichten, te
motiveren en te verantwoorden komen die lastige vragen niet meer als vijandig over.
Mensen ervaren die filosofische kritische vragen dus als een last of een lust, afhankelijk van hoe
zeker ze zijn of hoe zeker ze zich willen voordoen.

Zelf kritisch
Een filosoof stelt zulke vragen niet alleen aan anderen, maar vooral en onophoudelijk aan zichzelf en
de eigen overtuigingen en vermeende zekerheden. ‘Hoed u voor wat u gelooft’, is het motto van
deze traditie die met verwonderde en vragende ogen tegen zichzelf en de werkelijkheid aankijkt. Niet
zomaar genoegen nemen met oppervlakkige psychologische bevredigingen maar onvermoeibaar
door blijven twijfelen totdat de onderliggende filosofische vragen beantwoord zijn.
Kritisch zijn is in eerste plaats zelf kritisch zijn: durven twijfelen aan de eigen overtuigingen over
• zichzelf
• hoe de wereld in elkaar zit
• wat we moeten doen en laten
• hoe we met elkaar en de wereld moeten omgaan

Twee soorten vragen
Filosofen stellen twee soorten vragen:
à Kritische vragen: vooral aan zichzelf naar de verantwoording en finaliteit van hun overtuigingen.
à Diepe vragen: inhoudelijk of substantieel, naar de inhoud van de overtuigingen die de betreffende
persoon erop na houdt. Immanuel Kant (1724-1804) zei over de diepste filosofische vragen “Wat
kan ik weten, wat moet ik doen en wat mag ik hopen?”

Verbeelding in filosofie
Om filosofische problemen bevredigend aan te pakken moeten we niet alleen durven twijfelen, maar
ook onze verbeelding durven gebruiken en liefst op een systematische, doelgerichte manier. Films
kunnen daartoe aanzet geven en soms zelfs onze gedachten in een filosofisch relevante richting
sturen.

Twijfel
In het scepticisme wordt alles in twijfel getrokken, zoals:
• Of er wel of geen buitenwereld bestaat
• Of er wel andere personen bestaan
• Of er andere bewustzijnsvormen bestaan
• Of kennis wel mogelijk is
• Of wij ooit echt met elkaar van gedachten kunnen wisselen

,Keerzijde
Het scepticisme heeft ook een keerzijde: het is nogal wat als al die sceptische twijfel tot gevolg heeft
dat we nergens meer van op aan kunnen, dat we nooit meer redelijke overwegingen kunnen maken
of rationele beslissingen kunnen nemen. De sceptische twijfel kan verlammend werken, kan alles wat
we geloven en denken te weten ondermijnen, kan als ons gepieker over ons doen en laten en over
hoe we met elkaar en de rest van de wereld omgaan volstrekt onbelangrijk maken. En dat willen we
niet hebben want we willen ons niet laten verlammen.
We willen handelen en daarvoor hebben we een wereldbeeld nodig, kennis en communicatie.
Kortom precies de zaken die door het scepticisme op de helling worden gezet. We moeten dus op
zoek naar een passende reactie op het scepticisme en die uitdaging wordt in dit boek aangegaan.

Sceptische vragen
Sceptische vragen bundelen de krachten van de eerder genoemde twee typisch filosofische vragen.
Sceptische vragen zijn kritische vragen naar de verantwoording en finaliteit van onze opvattingen en
het zijn ook diepe vragen naar de inhoud van onze opvattingen, naar ons wereldbeeld.
Wat maakt die tweede soort vragen, de substantiële filosofische vragen, nu eigenlijk diep? Vragen
die je met ‘ja’ of ‘nee’ kan beantwoorden lijken makkelijk, maar eigenlijk betekent dat op zichzelf
genomen niks. Het is maar een allereerste, prille stap in de beantwoording van de vraag. Stel dat je
zegt “Ja, het kwaad bestaat echt.” Zijn door nog heel veel onbeantwoorde vragen bij zoals:
In welke zin? In welke omstandigheden? Moet je niet verschillende gradaties van ‘het kwaad’
onderscheiden? Kan je daar geen voorbeelden van geven? Zijn daar geen tegenvoorbeelden van?
En dat is het wezenskenmerk van diepgaande vragen: elk mogelijk antwoord op een filosofische
vraag roept meteen een waaier aan andere deels kritische, deels inhoudelijke filosofische vragen op.

Wat voor zin heeft het om jezelf vragen te stellen waarvan je op voorgrond weet dat je het antwoord
nooit zult kennen? Of nog erger: waarvan je op voorhand weet dat er steeds meer vragen bij zullen
komen en steeds minder antwoorden zullen overblijven? Dat is toch tijdsverlies?
Jan Terlouw legt uit waarom dit zin heeft: “Vragen kunnen steeds een nieuwe vorm aannemen, een
nieuw licht werpen op het probleem waaraan ze hun bestaan danken. Antwoorden plegen moord op
het probleem.”

Dat is de reden waarom we ons moeten hoeden voor mensen die ‘iets zeker weten’. Je kan ervan op
aan dat die mensen niet lang genoeg doorgevraagd hebben, dat ze zich niet de wezenlijke vragen
gesteld hebben en dat ze daarmee dus ‘moord plegen op het probleem’.

Dit boek geeft geen definitieve antwoorden. Het geeft een aantal mogelijke antwoorden op de
centrale sceptische vragen en analyseert de voor- en nadelen.

,H1: Scepticisme op scherp gesteld
1.1 Gerede twijfel
Gerede twijfel is gegronde twijfel, wanneer een alternatief scenario mogelijk is.

Voorbeelden van sceptische scenario’s
Met een scenario zoals ‘Zou de verdachte niet een tweelingbroer hebben die deze moord heeft
gepleegd.’ Zou je dat kunnen geloven?
Stel dat de advocaat een andere verdedigingsstrategie kiest: de slagen en schoppen hebben niet de
scheur in de halsslagader veroorzaakt en dus de dood, maar het slachtoffer zou een genetische
verzwakking van de slagader hebben waardoor de dood ook al kan gebeuren door een niesbui.
Welk oordeel zou je als rechter geven?

Door deze alternatieve scenario’s te schetsen probeert de advocaat twijfel te zaaien, want een
rechter mag een verdachte pas schuldig verklaren als er geen gerede twijfel meer bestaat over zijn
schuld. Dus waar ligt de grens van gerede twijfel?

Stel dat de advocaat een nog radicaler pleidooi houdt: niets is zeker, het is mogelijk dat al je
ervaringen een grote droom vormen en dat je er dus niet zeker van kan zijn dat de verdachte echt
bestaat.
à Filosofisch gezien heeft de advocaat een punt, het is onwaarschijnlijk maar theoretisch mogelijk.
à In praktijk hoeven we dergelijke alternatieve scenario’s niet te kunnen uitsluiten, want dan zou er
nooit iemand schuldig verklaard kunnen worden.

Definitie van scepticisme
Volgens het scepticisme illustreren dergelijke alternatieve scenario’s precies het fundamentele
probleem met onze kennis. ‘Scepsis’ betreft geen psychologisch probleem dat te maken heeft met
keuzestress of de onmogelijkheid om de toekomst te voorzien, het gaat om het brede en diepe
probleem dat uiteindelijk niets helemaal zeker is. Zelfs wat we hier en nu met onze eigen zintuigen
waarnemen zou fundamenteel onzeker zijn. Jij denkt dat je nu deze samenvatting leest, maar dat zou
ook een illusie of hallucinatie kunnen zijn.
Sceptische scenario’s worden zo genoemd omdat ze onze zekerheden (opvattingen waarvan we
rotsvast overtuigd zijn en waarop we onze handelingen baseren) wegnemen of ondermijnen.
Scepticus is het daar ook om te doen: hij of zij gelooft dat we niets zeker kunnen weten en dat kennis
onmogelijk is.

1.2 Soorten scepticisme
Bij elke opvatting kan een scepticus eindeloos veel sceptische scenario’s bedenken waardoor die
zekerheid afbrokkelt tot onzekerheid verwordt. Ook omgekeerd: met sommige sceptische scenario’s
kan je eindeloos veel opvattingen, zeg maar hele kennisdomeinen problematiseren.

Complottheorieën
Complottheorie: Sommige historische ‘feiten’ zijn twijfelachtig. Dat komt doordat er lokale
sceptische scenario’s voor zijn, zogenaamde complottheorieën. Die spelen op een bijzondere
creatieve manier in op lacunes in onze kennis, door die lacunes op te vullen met een relatief
eenvoudig, elegant scenario.
Sommige mensen geloven bijvoorbeeld dat de maanlanding helemaal niet heeft plaatsgevonden,
maar in scène is gezet op een geheime locatie met acteurs.

,Vijf-minuten-hypothese
Vijf-minuten-hypothese is een globaler sceptisch scenario die meteen al onze kennis over het
verleden op de helling zet. Deze hypothese zegt dat het denkbaar en dus mogelijk is dat de wereld
vijf minuten geleden geschapen werd. De meeste mensen geloven dat ze langer bestaan, allerlei
herinneringen hebben en dat er een aan hun bestaan een hele geschiedenis is voorafgegaan, maar
dat lijkt alleen maar zo omdat die mensen met al die herinneringen en opvattingen geschapen zijn.
Als het aan de scepticus ligt is de hele geschiedenis dan een grote collectieve illusie.

Realistische scenario’s en vergezochte scenario’s
Soms lijken sceptische scenario’s dus absurt ver gezocht en totaal ongeloofwaardig. Deze zijn alleen
maar denkbaar, alleen maar ‘logisch mogelijk’ maar niet echt mogelijk.
Andere sceptische scenario’s zoals complottheorieën komen daarentegen juist gevaarlijk dichtbij en
lijken wel degelijk echt mogelijk. Hierbij lijkt de verbeelding op een doelgerichte manier te worden
aangesproken en ingezet.
Een terugkerende vraag in dit boek zal dan ook zijn of de scepticus met de vergezochte, groteske
sceptische scenario's waarvan hij of zij zich bedient, niet doorschiet in een manier van redeneren die
binnen 'redelijke' perken wel degelijk productief kan zijn.

Drie centrale problemen van scepticisme volgens Gorgias
De drie centrale problemen van scepticisme, en tegelijk de belangrijkste vormen, worden verwoord
in dit beroemde citaat van de Griekse filosoof Gorgias van Leontini (480-376 v.Chr.):

NIETS BESTAAT (1), MOCHT ER IETS BESTAAN, DAN KUNNEN WE HET NIET KENNEN (2), EN MOCHTEN WE HET WEL
KUNNEN KENNEN, DAN KUNNEN WE HET NIET MEDEDELEN (3).


1. Metafysisch scepticisme: het werkelijkheidsprobleem
“Er bestaat niets” stelt Gorgias vooreerst. Metafysisch scepticisme houdt in dat het helemaal
niet zeker is wat er buiten ons en onafhankelijk van ons bestaat, zelfs niet of er überhaupt
een buitenwereld bestaat.
Gorgias volstaat niet met metafysisch scepticisme. Hij gaat verder:
2. Epistemologisch scepticisme: het kennisprobleem
“Als er al iets was, zouden we het niet kunnen kennen.” Volgens het epistemologisch
scepticisme is kennis eenvoudigweg onmogelijk. Voor alles wat we menen te weten zijn
sceptische alternatieven te bedenken. Zolang we de sceptische alternatieven voor wat we
menen te weten niet kunnen uitsluiten, kunnen we dus eigenlijk niets weten.
Gorgias volstaat evenmin met epistemologisch scepticisme. Hij gaat nog een stapje verder:
3. Conceptueel scepticisme: het probleem van andere geesten
“Als wij dat wel zouden kunnen kennen, zouden wij het niet kunnen meedelen.”
Het probleem van andere geesten houdt in dat elk van ons vertrouwd is met zijn eigen
bewustzijnsinhouden (wat wij ervaren), maar dat wij lang niet dezelfde rechtstreekse
toegang hebben tot de bewustzijnsinhouden van anderen. Als iemand anders “Au!” roept, is
het redelijk om aan te nemen dat hij pijn heeft, maar die persoon zou kunnen doen alsof. Het
is zelfs mogelijk dat die persoon helemaal geen bewustzijnsinhouden heeft en veeleer een
soort zombie of robot is die alleen maar doet alsof hij ervaringen heeft. Conceptueel
scepticisme houdt in dat communicatie onmogelijk is, dat we er niet toe in staat zijn om met
elkaar van gedachten te wisselen. Hoe kan nu het probleem van andere geesten aanleiding
geven tot conceptueel scepticisme? Stel dat ik zeg dat ik nu pijn heb. Dan gebruik ik, volgens
de scepticus een begrip van 'pijn' dat ik gevormd heb op basis van mijn eerdere
pijnervaringen. Maar niemand anders heeft mijn pijnervaringen gehad, Als dat ook voor alle
andere begrippen geldt, dan is het onmogelijk om ooit echt met elkaar te communiceren. We
zitten dan, volgens het conceptueel scepticisme, voortdurend naast elkaar heen te praten.

,Activistisch of wetenschappelijk scepticisme
Activistisch of wetenschappelijk scepticisme staat centraal in hoofdstuk 5. In tegenstelling tot de
andere drie sceptici waar de eerste vier hoofdstukken van dit boek over gaan, hebben deze wel heel
wat uitgesproken opvattingen en menen ze heel wat zaken zeker te weten. Bovendien zoeken zij de
confrontatie met rivaliserende overtuigingen juist op, vandaar dat we hen 'activistisch’ noemen.
Meestal onderbouwen zij hun opvattingen op wetenschappelijke bevindingen, vandaar dat we ze
‘wetenschappelijk’ noemen. Ze zijn dan ook tegen pseudo-wetenschappen of zelfs godsgeloof.

Het onderliggende probleem in hoofdstuk 5 zal het waarheidsprobleem zijn, waarbij het gaat om de
vraag wat waar is en wat niet, wat we mogen of moeten geloven, en of wij over on afhankelijke en
betrouwbare middelen beschikken om dat uit te maken. Voordat we de verschillende vormen van
scepticisme goed kunnen bestuderen, moeten we eerst een scherper beeld te vormen van de
problematiek als zodanig. Daarvoor zullen we in de rest van dit hoofdstuk drie verschillende
manieren bekijken om het scepticisme aan te kaarten:
à pyrronistische problematiek van Sextus Empiricus
à problematiek van Descartes
à problematiek van Hume

1.3 De pyrronistische problematiek
Pyrronistische scepsis houdt in dat het onmogelijk is voor eindige wezens zoals de mens om
verantwoorde overtuigingen te hebben.
In ‘Hoofdlijnen van het pyrronisme’ stelt de antieke filosoof Sextus Empiricus (160-220 na Chr.) dat
wanneer mensen iets zoeken er drie mogelijkheden zijn: of ze vinden het, of ze zeggen dat ze het niet
gevonden hebben en dat het onvindbaar is, of ze blijven zoeken.
Volgens Sextus is dat in de filosofie ook zo:
1. dogmatici menen de waarheid gevonden te hebben
2. academici (naar Academie van Plato) verklaren dat niets zeker is en waarheid ongrijpbaar is
3. sceptici blijven zoeken naar de waarheid

Sceptici
Sextus sympathiseert met de sceptici, de skeptikoi of ‘onderzoekers’. Hun grondhouding is: Wie wat
vindt, heeft slecht gezocht!
Sceptici zeggen dat voor elk standpunt wel goede argumenten vóór en tegen zijn te verzinnen. Het
probleem is dan dat voor elk argument wel iets te zeggen valt. Een beetje filosoof kan dan ook elke
mogelijke mening overtuigend beredeneren en onderbouwen. Er zijn geen onafhankelijke middelen
om te bepalen welke mening juist of verkeerd is. Het gevolg is dat we dus niet zo stellig kunnen zijn.
En als het nu eenmaal toch zo is dat we niet kunnen beslissen wat juist of waar is, kunnen we net zo
goed een attitude (houding) aannemen waarbij we al onze oordelen ‘opschorten’ (epochè). Dat geeft
rust, innerlijke rust. We zijn niet langer stellig in onze opvattingen, we onthechten ons als het ware
van onze opvattingen. Dat is zowel een praktisch als een psychologisch voordeel: zielsrust.
Dus: bedenk een goed argument voor én tegen en de slotsom is ‘isothenie’ (isotheneia).
Isothenie: de gelijke kracht of gelijkwaardigheid van tegengestelde/rivaliserende argumenten. Het is
dus onmogelijk om een goede en doordachte keuze te maken voor een argument en daarom kun je
het net zo goed laten. We maken geen keuze en maken ons niet langer druk. Dat is psychologisch of
praktisch gezien de kern van het pyrronisme. De epochè overkomt ons vanzelf.
Kort samengevat: ‘Gelijkwaardigheid’ leidt tot ‘opschorting’ van een oordeel en vervolgens leidt
‘opschorting’ tot ‘onverstoorbaarheid’.

De filosoof Henri Oosthout noemt als een belangrijk verschil tussen academici en pyrronisten, hun
beider opvatting over epochè. Academici van destijds vinden opschorting van instemming een bewijs
van hulpeloosheid.

,Keuzes maken
Volgens dogmatici is het wijs om geen oordeel te vormen over wat onzeker is (je hebt nog geen
antwoord gevonden). En volgens academici is alles per definitie onzeker. Als academici vinden dat
een oordeel goed genoeg is om mee te kunnen leven, hoeven ze dus niet meer op te schorten.
Het klinkt heel mooi om rust te krijgen door geen oordeel te vormen, geen keuze te maken voor één
van de rivaliserende opvattingen of mogelijkheden. Maar hoe zit dat in de praktijk, in ons dagelijks
leven? Zal ik rechten of geneeskunde gaan studeren? Als je voor die keus staat, hebben we geen
innerlijke rust maar keuzestress!
Keuzestress: psychologische problemen bij het moeten kiezen uit mogelijkheden. Dit ontstaat door:
à Gebrek aan informatie waardoor we niet kunnen inschatten wat de gevolgen zijn van de keuzen.
à Alle informatie is wel aanwezig, maar er hangt zoveel van af.
Keuzezwakte: het niet kunnen maken van een keuze.
Keuzezwakte vormt niet alleen een psychologisch probleem, maar ook een filosofisch probleem:

Gedachte-experiment van Buridan
Buridan geeft met zijn gedachte-experiment een voorbeeld van filosofische keuzezwakte:
Een volkomen rationele ezel staat tussen twee even aanlokkelijke balen hooi. Doordat de ezel zo
rationeel is, heeft hij geen enkele grond, geen enkel criterium om tussen de twee balen hooi te
kiezen. Gevolg is dat hij niet kan kiezen, verlamd blijft staan en dus dood gaat van de honger.
Een vreemd resultaat: rationaliteit levert in dit gedachte-experiment niet het optimale resultaat op.

Drie interpretaties van het pyrronisme volgens Markus Lamaranta
Markus Lamaranta maakt een indeling op basis van drie interpretaties van het pyrronisme:
• Praktische of psychologische kern: niet kiezen levert innerlijke rust op.
Besproken onder kopje ‘keuzes maken’
• Dialectische kern: volgens Lamaranta de vruchtbaarste interpretatie.
Bij meningsverschillen over hoe de wereld in elkaar steekt is het met name moeilijk om een
keuze te maken. Ze kunnen namelijk niet rationeel beslecht worden. De neutrale observator
treft daar een probleem. Hij wil een rationele keuze maken. Maar omdat voor iedere
opvatting over de wereld goede argumenten voor en tegen zijn aan te dragen kun je op basis
van isothenie (gelijkwaardigheid van alle argumenten) niet neutraal kiezen.
• (Kennis)theoretische of epistemologische kern: de dialectische kern van het pyrronisme.
De kerngedachte van de pyrronistische problematiek is niet psychologisch, praktisch of
dialectisch, maar (kennis) theoretisch van aard. Waarom? Het is onmogelijk voor eindige
wezens zoals de mens om verantwoorde overtuigingen te hebben. Het klassieke argument
daarvoor is ‘Agrippa ’s trilemma’.

Agrippa’s trilemma
Agrippa was een Griekse filosoof (eind 1e eeuw v Chr.), een sceptisch filosoof aan wie de vijf tropen
of vijf gronden van twijfel (Pente Tropoi) worden toegeschreven die de basis zijn voor de sceptische
theorie die de mogelijkheid van echte kennis ontkent. De uitgangspunten van het trilemma:

Optie één: opvattingen worden meestal verantwoord in termen van andere opvattingen.
Bijvoorbeeld: Sjaak gelooft dat Columbus Amerika heeft ontdekt (1e overtuiging). Waarom gelooft
Sjaak dat? Sjaak gelooft dat hij dat op school heeft geleerd (2e overtuiging). Maar hoe verantwoordt
Sjaak die 2e overtuiging? Nog een verdere overtuiging en nog één en nog één. Uiteindelijk een
‘oneindige regressie’ dus en dat is onmogelijk voor eindige wezens zoals de mens.
Terzijde: filosoof Peter Klein (2011) vindt de oneindige regressie geen probleem. Klein verdedigt het
infinitism: een overtuiging kan wel degelijk worden verantwoord door een oneindige keten van
andere overtuigingen.

, Als deze eerste optie (doorgaan van de verantwoording tot in het oneindige) inderdaad onhoudbaar
is, dan blijven er volgens Agrippa nog twee andere opties open:

Optie twee: de regressie kan wel ver doorlopen, maar stopt bij overtuigingen die uit zichzelf
verantwoord zijn en dus geen verdere verantwoording nodig hebben.
Dit roept natuurlijk gelijk weer vragen op: wat zijn die basisovertuigingen dan? En hoe komt het dat
zij in tegenstelling tot ander overtuigingen ‘uit zichzelf’ verantwoord zijn?
Deze benadering van verantwoording heet in de hedendaagse epistemologie foundationalism.

Optie drie: overtuigingen kunnen elkaar wederzijds ondersteunen wanneer ze ‘coherent’ zijn,
wanneer ze elegant of anderszins wenselijk samenhangen.
Nadeel van optie drie is dat talrijke overtuigingen bij elkaar een mooi elegant, coherent geheel
kunnen vormen, maar toch een foutieve theorie oplevert.
Deze benadering van verantwoording heet in de hedendaagse epistemologie coherentism.

à Conclusie: als Agrippa’s trilemma klopt, is het onmogelijk om onze overtuigingen te
verantwoorden. Dat is (kennis)theoretisch of epistemologisch de kern van het pyrronisme.

Leestekst 1: Sextus Empiricus
Over de hoofdlijnen van het pyrronisme

Inleiding
Pyrronisten zijn bescheiden sceptici. Ze hebben niet echt een doctrine, het is meer een
levenshouding. Pyrronisten zijn geen positieve dogmatici, die iets zoeken tot ze iets vinden. Het zijn
ook geen negatieve dogmatici (academici), die zeggen dat niets zeker is, en dat laatste zeker lijken te
weten! Vandaar de term: negatieve dogmatici.
Pyrronisten blijven gewoon zoeken naar de waarheid. Het probleem van de zelfreferentie hebben zij
niet. De negatieve dogmatici of de academici hebben dat probleem wel.
Wat kan het probleem van zelfreferentie zijn? Een voorbeeld: ’deze zin is vals’. Als de zin waar is, dan
is ze vals (dat staat er immers). Maar als de zin vals is dan is ze waar! (Een logische paradox).

Primaire tekst
IV Wat is scepticisme?
Sextus geeft een definitie van scepticisme en legt vervolgens de begrippen die hij gebruikt uit.
“HET SCEPTICISME IS DE KUNDE (1) OM ZOWEL VERSCHIJNSELEN (2) ALS DENKBARE ZAKEN, OP WELKE WIJZE DAN OOK
(3), TEGENOVER ELKAAR TE PLAATSEN (4), WAARDOOR WE VANWEGE DE GELIJKWAARDIGHEID (5) VAN DE TEGENOVER
ELKAAR GESTELDE ZAKEN EN ARGUMENTEN EERST TOT OPSCHORTING (6) KOMEN EN VERVOLGENS TOT
ONVERSTOORBAARHEID (7).’’
1. Kunde: we noemen het kunde omdat het iets kan.
2. Verschijnselen: zintuiglijk waarneembare zaken (tegenover denkbare zaken).
3. Op welke wijze dan ook: slaat op ‘kunde’, maar ook op ’verschijnselen en denkbare zaken
tegenover elkaar plaatsen’ zodat alle tegenstellingen er in zitten.
4. Tegengestelde argumenten: we bedoelen niet noodzakelijkerwijs ontkennende en
bevestigende argumenten, maar eenvoudigweg ‘tegenstrijdige’ argumenten.
5. Gelijkwaardigheid: gelijkheid in geloofwaardigheid en ongeloofwaardigheid. Niets steekt in
geloofwaardigheid boven een ander argument uit.
6. Opschorting: de stilstand van het verstand , we ontkennen of bevestigen niets.
7. Onverstoorbaarheid: onbewogenheid en kalme rust van de ziel.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isabelvanm. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.73. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

51036 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$4.73
  • (1)
Add to cart
Added