Hoorcollegereeks Burgerlijk Procesrecht 1 2018/2019 Deel 1 (t/m HC4A)
Door: M.D. Datema
28-10-18
Hoorcollege 1 – HC1A -- Een Inleiding en de beginselen van het Burgerlijke
procesrecht.
Enkele belangrijke punten vooraf:
Het is verstandig om, zeker voorafgaande aan het bestuderen van de KEI-procedure (Kwaliteit
en Innovatie binnen het rechtssysteem) het stuk van Van Mierlo & Vonk te lezen. (Op Nestor)
Het procesdossier is in zoverre tentamenstof dat de inhoud begrepen moet zijn, en er geen
verwarring op het tentamen kan ontstaan wat betreft de inhoud van een dossier. Het is
verstandig om voorafgaande aan het tentamen, dit stuk nog een aantal malen goed door te
lezen en de verschillende onderdelen te vergelijken.
Op het tentamen wordt een lijst met de namen van de arresten gegeven.
Het tentamen zal bestaan uit 12 Essay-vragen.
Iedere week kan de Casus van de Week worden ingeleverd.
Het hoorcollege:
Het Burgerlijk procesrecht zorgt er voor dat het materiele recht kan worden verwezenlijkt. Daarnaast
heeft het ten doel om zgn. eigen richting te voorkomen. Dit zijn de belangrijkste functies van het
burgerlijk procesrecht.
Vermogensrecht is ‘echte’ rechtspraak. (Eigenlijke rechtspraak). Personen- en familierecht wordt ook
wel oneigenlijke rechtspraak genoemd. (Niet echt.) Aanleiding hiervoor is dat dit laatste nog niet
bestond bij de totstandkoming van het eerste Burgerlijke wetboek.
Personen- en familierecht wordt met name beheerst door verzoekschriftprocedures. Ook in boek 2 zijn
veel aanleidingen voor deze procedures te vinden.
Het arrest Fiona Shevill = Mw. Shevill eist schadevergoeding omdat in haar ogen een beledigende
tekst is geplaatst in de krant en zij hierdoor schade leidt. De vraag in dit arrest is naar welke rechter zij
toe moet. Antwoord en verdere uitleg van dit arrest wordt gegeven in Hoorcollege 1B.
Het procesrecht kan worden gezocht in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, Wet op de
Rechterlijke Organisatie, Het Burgerlijk wetboek, Algemene Termijnenwet, WGBZ en de Grondwet.
Daarnaast zijn voor internationale zaken het EVRM en BUPO van belang, (verdragen) en de
verordeningen EEX-vo & Bet-VO.
Artikel 6 EVRM bijvoorbeeld is een belangrijkste kapstok.
Burgerlijk procesrecht, met name in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna Rv) draait
om twee soorten procedures. (Met KEI wordt hier nog het een en ander aan toegevoegd &
weggelaten). Namelijk; De Dagvaarding (Tweede titel) & Het verzoekschrift (Derde titel). Hoofdregel;
belangrijk om te onthouden dat iets uit de derde titel niet op de tweede titel kan worden toegepast.
(Oftewel; houdt duidelijk in het oog waar je in de wet zit.0
KEI: Het project Kwaliteit en Innovatie.
KEI ziet op een aantal dingen; Ten eerste heeft de rechtspraak een poging gedaan tot digitaal
procederen. Op dit moment kun je met de meeste gerechten niet eens een e-mail wisselen. Dit is dan
ook de reden dat praktisch alleen nog advocatenkantoren gebruik maken van een Fax.
Ten tweede ziet het op een verval van onderscheid dagvaarding & verzoekschriftprocedure en het
gebruiken van één procesinleiding.
De Kern van de procedure wordt de mondelinge behandeling. Na de mondelinge behandeling is het
ook klaar. (Dit alles leidt dus tot een sterkere regiefunctie van de rechtbank.)
Ondanks dat KEI eigenlijk niet heel goed loopt (verwachte kosten 7 miljoen zijn al opgelopen tot ruim
200 miljoen) is het binnen een aantal rechtbanken en de Hoge Raad al wel regel. Bij Rechtbank
Midden-Nederland, Rechtbank Gelderland en de Hoge Raad moet dus via KEI worden geprocedeerd.
(Met uitzondering van zaken waarbij geen verplichte procesvertegenwoordiging is. Die laatste groep
heeft de keuze.)
, Er zijn vier KEI-wetten. De eerste drie zijn afgedrukt achter het wetboek van Burgerlijke
rechtsvordering (Kluwer). Dit is niet de geldende tekst, maar eventuele fouten worden op het tentamen
niet aangerekend.
Dagvaarding & verzoekschrift
Dagvaarding of verzoekschrift: art. 261- 2 Rv; ‘Voor zover uit de wet voortvloeit.’
Staat er in de tekst ‘Verzoek’ dan wordt er gedoeld op een verzoekschriftprocedure.
Staat er in de tekst niets bijzonders, of uitdrukkelijk ‘Op Vordering van’, dan wordt daarmee de
dagvaardingsprocedure bedoeld.
Art. 78 Rv; ‘Deze titel is van toepassing op alle zaken waarop niet ingevolge artikel 261 de derde titel
van toepassing is, en voor zover daarop niet een andere, bijzondere wettelijke regeling van toepassing
is.’ (Artikel 78 is het eerste artikel van titel 2. – De titel van de Dagvaarding.)
Wat als de verkeerde procesinleiding gebruikt is? Dan kan de rechter bevelen om dit om te zetten.
Hier stelt de rechter dan een termijn voor in. (Artikel 69 Rechtsvordering).
Wat maakt het verschil uit?
(1) De rechtsingang
(2) De bevoegde rechter
(3) Het procesverloop
(4) De uitspraak: In het geval van een dagvaarding kennen we de volgende volgorde:
1e aanleg: 2e aanleg: 3e aanleg:
Vonnis Arrest Arrest
In het geval van het verzoekschrift is het als volgend:
Beschikking Beschikking Beschikking
In Nederland kennen we 11 Rechtbanken (10 Arrondissementsparketten), 4 hoven en 1 Hoge raad.
De rechtbanken zijn;
(1) Amsterdam (2) Noord-Holland (3) Midden-Nederland (4) Noord-Nederland (5) Oost-
Nederland (Rechtbanken gesplitst in Overijssel en Gelderland) (6) Den Haag (7) Rotterdam
(8) Limburg (9 ) Oost-Brabant (10) Zeeland & West-Brabant
Al deze rechtbanken kunnen overigens zijn onderverdeeld in verschillende vestigingsplaatsen.
De Hoven zijn;
(1) Amsterdam (2) Arnhem-Leeuwarden (3) Den Haag (4) ’s-Hertogenbosch
De beginselen van het burgerlijk procesrecht:
Op grond van art. 6 EVRM zijn er 5 belangrijke beginselen te onderscheiden. Deze beginselen zijn de
kapstok voor weer andere beginselen. Deze 5 worden hieronder genoemd;
1) Eenieder heeft het recht op toegang tot de rechter;
Dit is de kapstok voor onder andere het verbod op eigen richting & het verwezenlijken van het
materiële recht.
Airey/Ierland: Mw. Airey wil graag scheiden. In Ierland is het verplicht om daarbij een sollicitor in de
arm te nemen (advocaat). Deze advocaten kosten geld en dat heeft mw. Airey niet. Zij klaagt daarom
dat de Ierse republiek haar niet de toegang tot de rechter geeft waar zij op grond van art. 6 EVRM
toegang toe heeft. Het hof zegt het volgende; ‘Het recht op toegang tot de rechter moet praktisch &
realiseerbaar zijn. Staten mogen zelf weten hoe dit wordt ingevuld, mits dit praktisch uitvoerbaar is.
Ierland zou bijvoorbeeld de rechtsbijstand kunnen financieren. Andere mogelijkheid is om de
verplichte rechtsbijstand in bepaalde zaken te laten vervallen.
2) Het recht op toegang tot een onafhankelijke en onpartijdige rechter
Onpartijdigheid en onafhankelijkheid zijn twee verschillende begrippen ondanks dat ze vaak in
samenhang worden uitgesproken;
Onafhankelijk: Ten overstaan van andere staatsmachten (art. 116 GW, 117 GW/ Montesquieu
machtenscheiding). De uitvoerende & wetgevende macht mogen niet van invloed zijn op de
rechtspraak (Naast dat de wet natuurlijk wel gewoon van belang is)
Onpartijdigheid: Er bestaat zoiets als subjectieve & objectieve onafhankelijkheid.
Op het moment dat een rechter subjectief partijdig is is duidelijk zichtbaar dat de rechter voorkeur
heeft voor één van beide partijen, één van beide partijen krijgt bijvoorbeeld geen recht meer om te
spreken of de rechter spreekt zelfs duidelijk uit dat hij voorshands de andere partij niet meer gelooft.
Objectieve partijdigheid gaat nog een stapje verder. Om objectieve partijdigheid te voorkomen moet
de rechter alle schijn van partijdigheid vermijden. In Nederland is het zo geregeld dat alle rechters hun
nevenfuncties openbaar hebben staan. Partijen kunnen voorafgaand aan de zaak dus kijken of
rechters eventuele belangen hebben.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MathildeD. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.89. You're not tied to anything after your purchase.