Toegevoegde waarde de waarde die wordt toegevoegd tijdens productie door de
productiemiddelen
Voorbeeld:
1. Cacaoplantages (verbouwt de cacao)
Stap 1: cacaoplantages verkopen cacao voor 20 cent per kilo
2. Cacaofabrikant (verwerkt de cacao)
Stap 2: cacaofabrikant verkoopt de cacao voor 80 cent per kilo
3. Nestlé (maakt chocoladerepen)
Stap 3: Nestlé verkoopt chocoladerepen voor 1 euro per reep
4. AH (verkoopt de repen)
Stap 4: AH verkoopt de chocoladerepen voor 1,50 per stuk
De AH voegt 0,50 cent toe aan 1 chocoladereep. De AH voegt waarde toe aan de repen,
omdat het de repen makkelijk beschikbaar stelt voor de consumenten.
Nestlé toegevoegde waarde:
Grondstoffen
Diensten van derden
o Transportbedrijven
o Beveiligingsbedrijven
Arbeid (loon) mensen die in de fabrieken werken betalen
Kapitaal (machines) de huur van de fabriek betalen
Land (stukken grond) de rente op de grond die wordt gebruikt betalen
Ondernemerschap werknemers die op het hoofdkantoor werken betalen
Dit is de toegevoegde waarde van 1 bedrijf.
Nationaal product alle toegevoegde waarde van alle bedrijven in 1 land bij elkaar opgeteld
(bijvoorbeeld alle bedrijven in Nederland)
Alle primaire inkomsten (loon, pacht, rente en winst) in 1 land bij elkaar opgeteld.
Het nationaal product is gelijk aan het nationaal inkomen.
, Prijselasticiteit (concept markt)
Prijselasticiteit hoe de vraag naar een product verandert na een prijsverhoging of prijsverlaging
De prijselasticiteit geeft dus aan hoe de gevraagde hoeveelheid van een product reageert op een
verandering in de prijs van datzelfde product
Dit verschilt per product. Een prijsverhoging van een pak melk zou bijvoorbeeld een minder sterke
reactie hebben op de gevraagde hoeveelheid melk, terwijl een prijsverhoging van een luxe auto een
sterke reactie heeft op de gevraagde hoeveelheid luxe auto’s.
Voorbeeld:
Hoeveel meer tv’s worden er verkocht als er 20% korting wordt gegeven?
Vraaglijnen als we naar de vraaglijn kijken kunnen we zien hoe gevoel een product is voor een
prijsverhoging
Dit zie je aan hoe de vraaglijn loop, stijl of vlak.
Aan de linker kant is een stijle
vraaglijn te zien voor brood. Aan de
rechterkant is een wat vlakkere
vraaglijn te zien voor chocola. Er is in
beide gevallen een gelijke
prijsstijging. De vraag naar brood
verandert minder dan de vraag naar
chocoladerepen. Dit komt, omdat
brood meer een noodzakelijk product
is.
Dus: hoe stijler de vraaglijn, hoe minder gevoelig de vraag naar een product is na verandering in de
prijs.
Nieuwe waarde−oude waarde
Procentuele verandering= x 100
oude waarde
Voorbeeld:
De prijs van een smartphone stijgt van 400,- naar 450,-. De vraag daalt van 600 naar 500.
450−400
Procentuele verandering prijs= x 100= 12,5%
400
500−600
Procentuele verandering hoeveelheid= x 100= -16,67%
600
−16,67
Prijselasticiteit= = -1,33 Prijsinelastisch
12.5 Waarde tussen de -1 en 0
Vraag naar een product reageerde
niet zo sterk van een prijsverhoging
of prijsverlaging.
Noodzakelijke producten
,Prijselastisch
Waarde kleiner dan -1
Vraag naar een product reageerde sterk van een prijsverhoging
Luxeproduct
Invloed op omzet
Omzet= verkoopprijs x afzet
Verkoopprijs=12,5%
Afzet= -16,7%
We zien dus dat de producent liever niet de verkoopprijs verhoogt, omdat de daling van de afzet
groter is dan het effect van de verkoopprijs verhoging. Dit heeft namelijk slechte gevolgen voor de
omzet.
Break-even punt (concept markt)
Break-even punt de productieomvang waarbij de totale kosten gelijk staan aan de totale opbrengst
Productieomvang het aantal producten dat geproduceerd wordt
Op dit punt wordt er geen winst of verlies gemaakt!
Voorbeeld:
Het aantal geproduceerde producten q:
0, 500, 1000, 1500
Formule voor de totale opbrengst TO:
TO= 500 x q
q TO
0 0
500 25000
1000 50000
1500 75000
Formule voor de totale kosten TK:
TK= 25 x q + 25000
25000=constante vaste kosten
25 x q= variabele kosten
q TK
0 25000
500 37500
1000 50000
1500 62500
Totale winst= totale opbrengst – totale kosten
, Voorbeeld:
De producent van laptops wil het break-even punt weten.
Prijs 1 laptop= 625,-
Formule totale kosten:
TK= 75 x q + 1100.000
Formule totale opbrengst:
TO=625 x q
TO=TK
625 x q = 75 x q + 1100.000
(herleiden)
q=2000
Break-even punt is bij 2000 laptops
Moreel wangedrag, averechtse selectie en asymmetrische informatie
Moreel wangedrag risico veroorzaken door oneerlijk en onverantwoordelijk gedrag
Oplossing:
Eigen risico dit zorgt ervoor dat je een bedrag eerst zelf moet betalen voordat de
verzekeraar iets uitkeert
Bonus-malussysteem korting op je premie krijgen als je goed gedrag vertoond
Averechtse selectie
Slechte risico’s mensen die roekeloos zijn
Goede risico’s mensen die voorzichtig zijn
Dit betekent als de goede risico’s vinden dat zij te veel premie betalen door het roekeloze
gedrag van de slechte risico’s zij waarschijnlijk naar een andere verzekeringsmaatschappij
zullen overstappen. Dit betekent dat de eerste verzekeraar met alle slechte risico’s komt te
zitten. Hierdoor worden de kosten voor de verzekeraar hoger. Hierdoor zullen de premie’s van
de eigenaren ook omhoog gaan. Dit kan er voor zorgen dat meer eigenaren overstappen naar
een andere verzekeraar. De verzekeraar kan hierdoor failliet gaan.
Averechtse selectie slechte risico’s blijven in de verzekering en goede risico’s vertrekken,
omdat ze de premie te hoog vinden.
Asymmetrische informatie één partij heeft een informatienadeel
Oplossing:
Zorgen dat je achter extra informatie komt om dit nadeel op te heffen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laurawindesheim. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.