Vraag 1
Bestudeer het arrest HR 14 juli 2017, nr. 16/03578, BNB 2017/188/ en de noot van
Mertens en de conclusie van Niessen.
De heer Fignon, 30 jaar oud, wordt in 2018 door zijn Franse werkgever uitgezonden naar
Nederland. Hij vertrekt met de Thalys op 5 januari naar Amsterdam en verblijft
onafgebroken in Nederland tot 1 juli en keert dan terug naar Frankrijk. Tijdens zijn verblijf
in Nederland worden gesprekken gevoerd over de beëindiging van het dienstverband van
de heer Fignon met zijn werkgever en per 30 juni wordt zijn dienstverband daadwerkelijk
ontbonden. In de maanden dat de heer Fignon in Nederland werkte verdiende hij EUR
200.000, welke kosten niet ten laste zijn gekomen van een vaste inrichting in Nederland
en niet zijn doorbelast aan een Nederlandse werkgever. Hij krijgt een ontslagvergoeding
van EUR 300.000 mee, welke ook niet doorbelast wordt aan een Nederlandse werkgever
of vaste inrichting. De heer Fignon woont in december 2018 nog een huwelijk van een
vriend in Amsterdam bij en verblijft om die reden nog 2 weken in Nederland.
a) Beschrijf hoe de heffing in Nederland en Frankrijk over het salaris van EUR 200.000 zal
verlopen indien in Frankijk het OESO commentaar als leidraad wordt genomen terwijl in
Nederland de jurisprudentie de doorslag geeft.
Stap 1: Wil NL heffen over het inkomen?
Is er sprake van een binnenlands belastingplichtige of buitenlands belastingplichtige? Is hij
inwoner geworden van Nederland? Art. 4 AWR: kijken naar de omstandigheden: waar ligt het
centrum van zijn privéleven? Waar woont je gezin etc. Algemene regel praktijk: minder dan
één jaar leidt niet tot inwonerschap, maar 1,5 jaar kan dus prima. Toch ook dan nog goed
kijken naar de omstandigheden van het geval.
In casu sprake van een buitenlandse belastingplicht. Is er dan ook sprake van Nederlands
inkomen? art. 7.2. IB: belastbaar loon van het ter zake in Nederland verrichten van arbeid of
verricht hebben van arbeid. 1 dag arbeid is in principe al voldoende voor een belastingplicht.
In de praktijk zal dat niet snel opvallen en dus wordt belasting betaald in het buitenland.
Het is geen voorwaarde dat er sprake moet zijn van een Nederlandse werkgever.
Conclusie: Nederland wil heffen o.b.v. nationale regels.
Mag NL ook heffen? Verdrag NL-FRA
We hebben een inwoner van Frankrijk dus er is toegang tot het verdrag, art. 1.
Art. 15 Verdrag: hoofdregel, woonstaat mag heffen over arbeidsinkomen, tenzij inkomen
wordt verkregen ter zake van arbeid in de werkstaat.
→ NL mag dus heffen over het inkomen verdiend in NL.
Art. 15(2) geeft een belangrijke uitzondering: aanvullende voorwaarden. Drie cumulatieve
voorwaarden zodat heffing bij woonstaat (Frankrijk) blijft.
- Werknemer niet meer dan 183 dagen in de werkstaat [NL]
- Beloning mag niet worden betaald door werkgever in werkstaat [NL]
o Materiele werkgever voor verdragstoepassing
o Doorbelasting
o Vragen: is er een werkgever en wie betaalt het loon?
- Beloning mag niet ten laste komen van vi in werkstaat [NL]
, Loon wordt niet betaald door Nederlandse entiteit. Is er sprake van een (materiele)
werkgever in de werkstaat? Gezagsverhouding met Nederlandse entiteit (aansturen wat die
man doet) en hij moet werken voor rekening en risico van de Nederlandse entiteit. BNB
2004/138. Er is geen sprake van doorbelasting door de werkgever is irrelevant.
Er is ook geen vi in NL.
Aan de laatste twee voorwaarden wordt voldaan. Het pijnpunt ligt in de eerste voorwaarde.
Wat is de gedachte achter de laatste twee voorwaarden? Als de kosten in NL in aanmerking
worden genomen, dat vermindert de Vpb-grondslag. Dan is het ook redelijk dat NL mag
heffen over de baten (salaris).
1e voorwaarde: 183-dagen-regeling. Hoeveel tijd heeft hij in NL doorgebracht? Er is een
OESO opvatting en HR-opvatting.
Frankrijk volgt de OESO-opvatting.
OESO: er moet sprake zijn van een fysieke aanwezigheid. Ook al maar een gedeelte van een
dag, dan moet je die dag meetellen in de 183-dagen toets. Er zijn twee dagen die niet
meetellen: dagen van doorreis en ziektedagen dat je terug wilt naar huis/woonstaat maar je
kan niet terug vanwege je ziekte.
Wat is het criterium van de OESO: elke volle dag die je niet in de werkstaat bent verbleven,
die telt niet mee als Nederlandse verblijfsdag.
Als Frankrijk puur dat OESO commentaar volgt, hoeveel dagen is hij dan in NL geweest? 177
dagen werk gerelateerd en 14 niet-werk gerelateerde dagen. OESO maakt daar geen
onderscheid in dus 191 dagen is hij aanwezig volgens Frankrijk.
Conclusie van Frankrijk: Nederland mag heffen, hij is meer dan 183 dagen in NL. Dus wordt
niet aan alle drie de voorwaarden gedaan, de werkstaat mag heffen. €200.000
toerekenbaar aan NL.
NL volgt de HR-opvatting:
De dagen van verblijf moeten enig verband houden met de werkzaamheden in NL BNB
2017/188. Dagen van verblijf van het huwelijk hebben geen verband met de
werkzaamheden. Die 14 dagen tellen niet mee en dan verblijft hij 177 dagen in NL.
Hij verblijft minder dan 183 dagen in NL: aan alle voorwaarden wordt voldaan dus Frankrijk
mag heffen.
Fignon blij: sprake van dubbele niet-heffing. Hoe gaat zijn aangifte er uit zien?
Inkomsten uit NL hoeven niet aangegeven te worden. Zijn inkomen is 0.
Waarom liever inkomen van 0 dan vrijstelling?
Bij een vrijstelling sprake van een progressievoorbehoud. Het inkomen komt binnen tegen het
marginale tarief, 52% en je krijgt een vrijstelling voor het gemiddelde tarief. Maar hij heeft 0
NL inkomen.
Wat zal Frankrijk doen? Belast voor wereldinkomen. Inkomen uit NL opgeven, maar Frankrijk
moet een vrijstelling geven voor €200.000.
Wat als Frankrijk geen vrijstelling geeft omdat het in NL niet is belast. Krijg je pas een
vrijstelling als iets belast is? In Bvdb 2001 een onderworpenheidseis. Maar in verdragen zit
dat in het algemeen niet. Paar uitzonderingen, bijv. met Duitsland en VS maar over het
algemeen niet.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MRang. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.