Part iv – statistics review, part v – chapter 10, part v – chapter 11, part v – chapter 12, part iv
March 9, 2024
5
2023/2024
Summary
Subjects
experimenteel
toe
nhst
t toets
f toets
quasi experiment
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Psychologie
Toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek (201800055)
All documents for this subject (37)
Seller
Follow
pleunvandenboogaart
Reviews received
Content preview
Experimenteel
Part IV – Statistics Review – Inferential Statistics, p. 479-499
Null hypothesis significance testing (NHST):
Stap 1: aannemen dat er geen effect is (nulhypothese).
Stap 2: data verzamelen.
Stap 3: bereken de probabiliteit van het krijgen van deze of extremere data, als de
nulhypothese waar is.
Stap 4: besluiten of je de nulhypothese verwerpt of niet. Het alfa-level is de p-waarde
die de grens aangeeft waar de nulhypothese wel en niet verworpen wordt.
Twee mogelijke fouten:
- Type I fout: foutief verwerpen van H0. Je zegt dan dat er wel effect is,
wanneer dat er niet is.
- Type II fout: foutief niet verwerpen van H0. Je zegt dan dat er geen effect is,
wanneer dat er wel is.
Voorkomen van een type I fout:
Alfa = de grens, als p hieronder ligt wordt de nulhypothese verworpen. Als p
hierboven ligt wordt de nulhypothese niet verworpen. Alfa is de kans op het maken
van een type I fout, en is meestal .05.
Als de kans dat het resultaat gewoon bij toeval gevonden is kleiner dan alfa is, wordt
nulhypothese verworpen: kleine kans dat het toeval is waarschijnlijk echt effect
nulhypothese verwerpen.
Kans groot dat het toeval is waarschijnlijk niet echt effect nulhypothese
behouden.
Voorkomen type II fout:
Power (onderscheidingsvermogen) = de kans dat het aanwezige verschil ook
daadwerkelijk juist gevonden wordt. Het is de kans op het juist verwerpen van H 0.
Factoren die de power beïnvloeden:
- Grootte van alfa. Hoe groter alfa, hoe groter de power. Grotere alfa zorgt
alleen wel weer voor grotere kans op type I fout.
- Steekproefgrootte. Hoe groter de steekproef hoe groter de power.
- Effectgrootte. Grotere effectgrootte zorgt voor grotere power. Als een drug
bijvoorbeeld een groot effect heeft op schizofrenie symptomen, is dit eerder te
vinden dan als er maar een klein effect optreedt. Bij kleinere effectgrootte
kunnen type II fouten eerder voorkomen.
Als er een kleine effectgrootte is, is het vaak nodig een grote steekproef te
gebruiken. Als de effectgrootte groot is, kan een kleine steekproef voldoende
zijn. En als er een kleinere steekproef wordt gebruikt kan het resultaat niet
repliceerbaar zijn.
- Mate van niet-systematische variabiliteit. Als er meer niet-systematische
variabiliteit gebruikt wordt is de power kleiner. Hierdoor kan er niet meer een
duidelijk effect gezien worden. Measurement error: als meetinstrument niet
heel precies is, of niet voorzichtig genoege coding minder power. Irrelevant
individual differences: verschillen tussen groepen minder power. Situation
noise: vreemde bronnen van variabiliteit in de resultaten minder power.
- Statistische keuzes. Het kiezen van de juiste statistische toets is belangrijk.
Ook is de keuze tussen een eenzijdige of tweezijdige (gerichte of ongerichte)
toets belangrijk. Statistische hypothesen gaan altijd over de populatie.
De t-toets:
Stap 1: constateer de nulhypothese.
, Stap 2: bereken de t-toets voor twee onafhankelijke groepen. De t-toets geeft het
verschil in gemiddelden tussen deze groepen aan: M 1 – M2. Formule t-toets =
M1 – M 2
√
2 2
SD pooled SD pooled
.
( + )
n1 n2
Stap 3: bereken de probabiliteit van het krijgen van dit of extremer resultaat, als de
nulhypothese waar is. Door middel van steekproevenverdeling.
Stap 4: besluiten of je de nulhypothese verwerpt of niet. Gebruik de
steekproefverdeling om de significantie (of p) te evalueren.
Confidence interval: een bereik waarin het waarschijnlijk is de werkelijke
populatiewaarde te includeren.
De F-toets:
Voor als er 2 of meer groepen met elkaar vergeleken worden.
Stap 1: constateer de nulhypothese.
Stap 2: bereken de F-waarde.
Stap 3: bereken de probabiliteit van het krijgen van deze of een extremere F-waarde,
als H0 waar is.
Stap 4: besluiten of je de nulhypothese verwerpt of niet. Gebruik de p-waarde en alfa.
Grasple les PE5
De t-toets en ANOVA zullen niet ernstig beïnvloed worden als:
1. De grootte (n) van de grootste groep maximaal 4 keer zo groot is als de grootte (n)
van de kleinste groep.
2. De grootste variantie maximaal 10 keer zo groot is als de kleinste variantie. De
variantie bereken je door de standaardafwijking (SD in de output) te kwadrateren.
Part V – Chapter 10 – Introduction to Simple Experiments, p. 277-282
Experiment = als er minstens 1 variabele gemanipuleerd is en 1 variabele gemeten.
Gemanipuleerde variabele = kan gecontroleerd worden. Ook wel de
onafhankelijke variabele genoemd.
Gemeten variabele = afhankelijk van de gemanipuleerde. Ook wel de afhankelijke
variabele genoemd.
De levels die een onafhankelijke variabele heeft worden ook wel condities genoemd.
Part V – Chapter 10 – Introduction to Simple Experiments, p. 292-294
Between-subjects design: verschillende groepen participanten doen verschillende
levels van onafhankelijke variabele.
Within-subjects design: elke participant doet alle levels van de onafhankelijke
variabele.
Posttest-only design: participanten random toegewezen aan de groepen en maar
1 keer getest: alleen na blootstelling aan de onafhankelijke variabele.
Pretest/posttest design: participanten random toegewezen aan minstens twee
groepen, getest voor en na blootstelling aan de onafhankelijke variabele.
Part V – Chapter 11 – More on Experiments: Confounding and Obscuring Variables, p. 323-359
One group pretest/posttest design = 1 groep participanten, testen voor en na
interventie.
Bedreigingen in 1 groep studies:
- Maturation threat: verandering die niet komt door de interventie, maar
spontaan gewoon gebeurt over tijd. Voorkomen met controlegroep.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pleunvandenboogaart. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.