Samenvatting cursus ''samen opvoeden'' van de opleiding Social Work, Hogeschool Rotterdam
111 views 3 purchases
Course
Samen opvoeden (SWOSOP01JV)
Institution
Hogeschool Rotterdam (HR)
Book
Zorg voor onszelf?
samenvatting van alle artikelen en literatuur die vereist zijn in de cursus-reader ''samen opvoeden'' die gegeven wordt in jaar 3 van de opleiding Social work (profiel Jeugd). Aan het eind van de samenvatting is gekozen voor de beroepscode voor de sociaal werker.
Het ouderperspectief, handboek voor professionals in het jeugddomein
Wat is goed ouderschap en wie bepaalt dat? Wanneer is iemand een goede ouder en wordt een kind
goed opgevoed? Jeugdprofessionals baseren hun handelen vaak op deze vragen met gevolgen voor
het gezin. Omdat dit voor ouders bedreigend kan zijn zouden niet de normen van de professional
leidend moeten zijn maar de behoefte van de ouders zelf. Een goede professional durft te luisteren
naar de ouders, hierbij zijn interesse in het perspectief van ouders en een andere houding richting
ouderschap belangrijk.
We weten tegenwoordig niet meer wat ‘’normaal’’ is: Gewoon goed genoeg.
Opvoedingscanon van René diekstra: verzameling van basale feiten uit de wetenschap waar ouders
hun opvoeding op moeten afstemmen.
Ouders zouden wetenschappelijk verantwoorde kennis nodig hebben om hun ouderschap vorm te
geven. De wens van kinderbeschermers: Ouders zouden verplicht een opvoedcursus moeten volgen.
Goed-genoeg-ouderschap is niet meer goed genoeg. De hele samenleving moet uiteindelijk tevreden
zijn (maatschappelijk doel). Dit legitimeert de staat zich ermee te bemoeien (tot aan achter de
voordeur). Ouders voelen zich potentiële mishandelaars in het contact met professionals. Dit is een
reden om niet meer naar een consultatiebureau te gaan bijvoorbeeld.
Een goede professional: herkent zichzelf in de ander. Ouders zijn mensen met wie je een relatie kunt
aangaan. Vanuit hier kan je je als professional verplaatsen in wat het is om ouder van dit kind te zijn.
Ouder ben je van nature met vallen en opstaan. Dit is een wezenlijk aspect van de ouder-kindrelatie.
Volgens Alice van der Pas: ‘’Ouders zijn min of meer zelf groot geworden kinderen die met vallen en
opstaan min of meer een gelukkig kind grootbrengen. Ze willen het beste maar maken dit zelden
waar. Opvoeden is nu eenmaal elke keer opnieuw uitvinden wat goed zou zijn en haalbaar is’’.
Gehoorzaamheidsdialoog/Ruis in huis: ouders en kinderen zijn continue in dialoog om een
juiste aanpak te vinden. Dit gaat door: trekken, duwen, ruziën, redeneren en marchanderen.
Dit proces kan uit de hand lopen als de veerkracht afneemt, belasting toeneemt en steun
vanuit omgeving uitblijft.
Het kan dat je als professional/buitenstaander volstrekt normaal ouder-kind gedrag als
problematisch gaat beschouwen als je niet weet hoe dagelijks ouderschap eruit ziet.
Normaal kind gedrag kan ouders ook onzeker maken: bijvoorbeeld seksueel gedrag (mythe van een
seksloze kindertijd) , druk of ongehoorzaam gedrag. Ouders leven met het ideaal dat kinderen
vlekkeloos door school moeten glijden, gelukkig moeten zijn met ouders die altijd beschikbaar zijn.
,Het ideaalbeeld wordt bevestigd door tv-programma’s met opvoednanny’s en andere deskundigen.
Het beeld van de maatschappij is dat kinderen moeten gehoorzamen en dat je anders iets niet goed
doet als ouders.
Nostalgische paradijsfantasie (van der Pas): in het paradijs ben je als kind omringt door een
maximaal responsieve moeder die zich geheel in dienst stelt van haar kind en om wie het leven
draait.
Vaders en moeders zijn gewone mensen met hun eigen hangups, noden en verplichtingen naast het
ouderschap. De minister van onderwijs liet weten dat ouders in haar ogen te weinig beschikbaar zijn
voor hun kinderen en opperde dat ze minder konden gaan werken om meer betrokkenheid te tonen
bij de schoolopleiding van hun kinderen. Veel ouders vinden blijkbaar dat ze eigenlijk altijd
beschikbaar moeten zijn, wegens de kwaadheid die de opmerking opriep.
De ambitie die ouders hebben voor goed-genoeg-ouderschap maakt ouders kwetsbaar. Het
zelfvertrouwen is broos en door berichten van andere falende ouders (rondom kindermishandeling
e.d.) wordt dit voortdurend ondermijnd.
Het gewone leven zit in de weg om die ambitie waar te maken: ouders die verzorging nodig hebben,
ziekte, verslaving, werk, partnerrelatie etc.
Dit normale leven wordt tegenwoordig ook gezien als risico. Het leven in een gezin is al een
bedreiging voor de veiligheid van de kinderen. Dit is in de laatste jaren wel verruimd: roken in bijzijn
van kind, een vies broodtrommeltje, vuile kleren etc. worden ook al benoemd als
kindermishandeling. Ouders voelen zich steeds meer klemgezet.
Elke ouder is nu een risico-ouder, tot het tegendeel bewezen is. Het beeld van de incompetente
ouder past in de trend om te morrelen aan individuele vrijheden in ruil voor meer veiligheid.
Het belang van ouders wordt gezien als iets dat tegenover het belang van het kind staat, en waar je
dus strijd tegen moet voeren om kinderen te geven wat ze nodig hebben. Het wordt wel algemeen
erkend dat het in het belang van kinderen is dat hun ouders zich goed voelen in hun ouderschap.
Het is een recht van het kind dat de samenleving maximaal investeert in ouders: ‘’Kinderen
hebben er recht op dat ouders gesteund worden zodat ze hun taak als ouder goed kunnen
vervullen’’.
Van der Pas: De staat heeft de plicht om de ouders en familie van een kind te steunen. Steun voor de
individuele ouders, maar ook aan ouders die zich als groep verzetten tegen het gedogen van
zuipketen of tegen het groeiende wantrouwen jegens ouders bij consultatiebureaus.
De recht op steun betekent niet: verplichte opvoedcursussen, maar houdt in dat de samenleving
ouders biedt wat ze zelf nodig hebben om hun ouderschap goed te kunnen vervullen. Hiervoor moet
eerst naar de ouders geluisterd worden.
Goed contact en goede steun aan ouders is dé manier om iets te kunnen doen in het belang van
kinderen.
Luisteren naar ouders
Hun perspectief te durven zien
Jezelf in hen herkennen
Hen zoveel mogelijk te ondersteunen om de goede ouder te zijn die ze willen zijn.
,Ouders willen een plek waar ze met hun vragen en zorgen terecht kunnen zonder daarop beoordeeld
te worden. Ze willen niet ondersteund worden door een professional die hun opvoedvaardigheden in
twijfel trekt.
Ouders online wordt massaal bezocht. Ze kunnen zo met elkaar in gesprek en hierdoor elkaar helpen
en steunen.
Een goede jeugdprofessional biedt oprechte steun wanneer het nodig is, maar durft ouders en
kinderen met rust te laten als het kan. En tot slot kun je als goede jeugdprofessional inzien dat er
veel verschillende manieren zijn om een goede ouder te zijn, ook al zou jij het zelf heel anders
doen.
Onderwijs en opvoeding in een (groot)stedelijke omgeving
Stadsonderzoekers maakten als eerste school met de studie van het leven in de grote stad. Een
belangrijke vraag die gesteld werd: ‘’Mensen maken de stad, maar maakt de stad ook de mensen die
er wonen’’?
Jane Addams: Een van de eerste stadssociologen die zich richtte op de jeugd. Ze waarschuwde voor
de verleidingen en morele gevaren van het opgroeien in de stad.
Andere onderzoekers volgde haar voorbeeld en wilden weten hoe de stedelijke omgeving het
opgroeien en de ontwikkeling van kinderen/jongeren beïnvloedde en andersom: Hoe beïnvloed en
kleurt de omgeving van de stad de opvoeding en het onderwijs.
Belangrijke vraag: Wat betekent dit voor urban professionals die zich bezighouden met onderwijs
en opvoeding?
Deelvragen:
Voor welke uitdagingen staan professionals die actief betrokken zijn bij het welbevinden en
de ontwikkeling van jeugdigen in de stad?
Welke specifieke kennis en vaardigheden hebben pedagogen en leerkrachten nodig in een
grootstedelijke omgeving?
De grote stad stelt specifieke eisen aan professionals in het pedagogisch-onderwijskundig werkveld.
Voor het opleiden van de urban professionals zijn dan ook aangepaste opleidingscurricula nodig.
‘’Stedelijk’’ op 3 niveaus:
Extensive urban: Metropolen die meer dan een miljoen inwoners kennen
Emergent urban: grote steden met minder dan een miljoen inwoners
Characteristic: verstedelijking op kleine schaal
Rotterdam en Amsterdam – Extensive urban
Utrecht en Den Haag – Emergent urban
Steden worden ook getypeerd aan de hand van:
De grote diversiteit van hun bewoners
De rijke omgeving met een hoge concentratie van instellingen op het gebied van: kunst,
cultuur, onderwijs en economie.
, Steden als Rotterdam, Amsterdam, Den Haag en Utrecht verschillen niet alleen van andere steden
door het aantal inwoners maar ook door: meer diversiteit op het vlak van bevolkingsgroepen en
scherpere contrasten tussen wijken en stadsdelen. Dit leidt tot een grotere dynamiek in de G4 dan
andere steden.
Amsterdam is sinds 2011 officieel een:
Majority-minority city: Een stad zonder etnische meerderheid.
Grootstedelijke scholen tellen soms meer dan honderd nationaliteiten. Leven in diversiteit is een van
de hoofdkenmerken van grootstedelijkheid in de 21e eeuw.
In de grootstedelijke context is er sprake van:
Diversification of diversity: Er bestaan niet alleen significante verschillen tússen de minderheden,
ook leden binnen deze groepen laten onderling grote verschillen zien.
Er is dus geen sprake van diversiteit maar superdiversiteit.
Ook de stedelijke omgeving is uniek: rijke, kosmopolitische omgeving met zeer diverse
kennisinstellingen, centra voor sport, cultuur en vrijetijdsbesteding in diverse stadsdelen. Dit biedt
unieke mogelijkheden voor de ontwikkeling van jongeren.
Overzicht van inhoudelijke domeinen binnen urban education, gekoppeld aan uitdagingen van de
urban professional:
Diversiteit jeugd Diversiteit ouders Diversiteit omgeving
Vereist een professioneel Vereist een nieuw Vereist intensieve
perspectief op identiteit perspectief op ouders interprofessionele
Vraagt om meer Vraagt om extra samenwerking
differentiatie in inspanning bij het Vraagt om een bredere blik
pedagogisch en vormgeven van educatieve op de rijke omgeving
onderwijskundig opzicht samenwerking binnen de gemeenschap
Superdiversiteit van jeugd:
Kinderen/jongeren in de stad laten grote verschillen zien in: etnische, culturele, religieuze en talige
identiteit. Dit blijken voorspellers van leerprestaties, probleemgedrag en schooluitval.
Leerlingen in de grote stad doen het gemiddeld minder goed dan leerlingen in de rest va het land.
Leerlingen ervaren vanuit hun thuissituatie soms meer afstand tot school: andere taal, eigen cultuur
met andersoortige regels.
Acting white: ‘’wit doen’’. Je best doen op school is iets waarmee je jezelf buiten de eigen
groep plaatst.
Verschillen in de klas eigen groepsdynamiek: wordt voelbaar bij spannende onderwerpen: religie,
seksualiteit, actuele gebeurtenissen rondom discriminatie etc.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller imkevn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.95. You're not tied to anything after your purchase.