Het gaat over bevoegdheden, besluitvorming en vertegenwoordiging. Er zijn veel open normen in
boek 2, die je allemaal moet concretiseren. Omdat alle BV’s niet allemaal in een keurslijf passen heb
je open normen nodig. Organen binnen een rechtspersoon is een functionele eenheid en geen eigen
rechtspersoon. Het gaat in dit vak om de organen maar om drie aspecten
(besluitvorming/bevoegdheid en vertegenwoordiging). Dit kan dus ook in een maatschap
bijvoorbeeld. Daar moet je de dogmatiek op testen maar je moet de praktijk niet uit het oog
verliezen.
Rechtspersoonlijkheid is niet het criteroum waarop wordt gebasserd of er een geschillenregeling
nodig/mogelijk is. Rechtspersoonlijkheid heeft ook niets te maken met aansprakelijkheid, beperkte
aansprakelijkheuid geldt namelijk allen voor de kapitaalvennootschappen. Bij de toekenning van
rechtspersoonlijkheid o.g.v. art. 2:5 Bw gaat het om de techniek. Men staat in het vermogensrecht
gelijk aan een natuurlijke persoon. Dus partij te zijn bij een rechtshandeling zoals een levering. Speelt
art. 2:5 verder nog een rol in de vennootschapsrechtelijke uitvoeringspraktijk? Art.2:5 heeft niets te
doen met de interne relaties tussen diegene die bij het bedrijf betrokken zijn. De vraag volgens
Prinssen is of rechtspersoonlijkheid in de vennotschapsrechtelijke uitvoeringspraktijk met
uitzondering van de zuiver technische geen rol speelt? Ja die is er wel degelijk omdat boek 2
rechtspersonen vanouds worden beheerst door wet, statuten en reglementen en dus door een
rechtspersonenrecht bepaalde wijze van besluitvorming en niet zozeer een contractuele grondslag
hebben. Drie betekenissen:
1. Rechtspersoonlijkheid is op zichzelf transparant wat betreft normen (open normen) die
gelden tussen de bij de organisatie van de rechtspersoon betrokken personen (vgl. Noot OK
Gucci). Goede voorbeelden zijn art. 7:800 lid 2 en 2:8 BW. Echter rechtspersonenrecht kan
een rechtstreekse actie van partijen binnende de onderneming in de weg staan. Denk
bijvoobeeld aan een minderheidsaandeelhouder die een bestuurder wil aanspreken. Deze
actien kan afstuiten op het feit dat een dergelijke actie alleen is voorbehouden aan de
rechtspersoon doordat er een meerderheid besluit moet zijn in de ava.
2. Eenpersoons-rechtspersoon. Iemand heeft volledige zeggenschap. Als die overlijdt wordt de
rechtspersoon niet ontbonden. Rechtspersoon blijft bestaan.
3. Meerspersonen-rechtspersonen. Die al dan niet gebonden zijn via een contract (OVR) of
zonder contract (NV, Stichting etc).
Dus er is een onderscheid tussen het verbintenissen en het rechtspersonenrecht.
Art. 2:8 BW geeft open normen. Deze norm kan een correctie hgeven in een bepaald verband.
Bijvoorbeeld bij een impasse tussen aandeelhouders. Volgens Prinssen geldt dat hoe een rechter art.
2:8 BW toepast in de concrete casus uitlegt en toepast alles te maken heeft met diens visie op de
rechtspersoonlijkheid en de consequenties die hij in die visie aan het bezit van rechtspersoonlijkheid
verbindt en kan verbinden. Een voorbeeld van rechtspersoonlijkheid zonder correctie via art. 2:8 BW
vindt je in de casus van GRMIC.
Orgaan is een functionele eenheid, geen rechtspersoon. Rechtspersoonlijkheid is niet het criterium
waarop wordt gebaseerd of er een geschillenregeling mogelijk/nodig is. Er zijn rechtspersonen die
verwijzen naar art. 2:5 BW en bijvoorbeeld een maatschap (feitelijk een contract) dat verwijst naar
, nakoming. Dus een contract verwijst naar een contract. Rechtspersoonlijkheid heeft niks te maken
met beperkte aansprakelijkheid, dat geldt namelijk alleen voor de BV en NV.
De titel rechtspersoon heb je in beginsel nergens voor nodig, het is ook op een andere wijze te
regelen. Rechtspersoonlijkheid is een waanidee. In de Flex BV is het mogelijk om verbintenissen
tussen aandeelhouders onderling in statuten te regelen. Nu is dat nog niet mogelijk, dat geeft aan
dat rechtspersoonlijkheid een waanbeeld is. Oorspronkelijke gedachte is het een contract en dus
geen rechtspersoonlijkheid. Het typische van opzeggen is dat het sterk verbonden is met het idee dat
je een persoon hebt gekozen met wie je dat contract aangaat. Is het nodig dat je een reden hebt om
op te zeggen? Nee, tenzij het in strijd is met de redelijkheid en billijkheid. Maar als een van de
personen niet meer wil, dan kun je het niet afdwingen dat het doorgang vindt. In de
geschillenregeling bij de BV staat een verwijtbaarheids-toets. En dat is raar want wat men doet in een
maatschapbakkerij is precies hetzelfde als in een BV-bakkerij. Waar het op neer komt is dat het
fenomeen rechtspersoonlijkheid overtrokken is.
HC 2
Rechtspersoonlijkheid is blanco, niet normatief. Het staat aan een normaal persoon gelijk, maar kleur
hem niet. Wij kleuren de rechtspersoon pas doordat we artikelen maken die op de
rechtspersoonlijkheid slaan. Als er bijvoorbeeld een bestuur is, dan moet het bestuur zich behoorlijk
gedragen(anders wellicht aansprakelijkheid). Geldt ook voor de jaarrekeningen etc. We kijken er op
een normatief gekleurde manier naar, een voorbeeld is art. 2:8 BW. De normatieve lading zit in de
voorschriften en niet in de rechtspersoon an sich. Dit is namelijk alleen een drager van rechten en
plichten. Wat Prinsen zegt is dat rechtspersoonlijkheid iets vluchtigs is. We onderscheiden de
contracten van de rechtspersonen in boek 2. Dat is niet terecht om dat in de praktijk het verschil niet
groot is.
Je bekijkt een contract vanuit twee kanten net zoals het ondernemingsrecht. Als het goed gaat is het
prima, als het fout gaat dan moet je het geschil oplossen. Dit wordt duidelijk aan de hand van de
GRMIC BV casus.
Laudij Beheer BV werkzaam op grond van een managementovereenkomst, deze persoon heeft ook
een deelbelang van 10 % in de BV. De andere 90% is in hand van Sabelspoort Holding. Op basis van de
managementovereenkomst worden er fee's betaald. Laudij heeft de aandelen gekocht voor 137950
betaald voor 10%, krachtens leenovereenkomst met Sabelspoort. Een lening verstrekt aan Laudij
beheer. In de statuten staat een blokkeringsregeling met betrekking tot overdracht van de aandelen.
Deze bepalingen staan bijna in iedere statuten van een BV, dit doordat notarissen standaardstatuten
voor gebruiken. De ultieme test is of de statuten ook sluitend zijn als het spaak loopt in de
onderneming. Dat is de ultieme lakmoesproef. De prijs van de aandelen wordt bepaald onderling, dit
is nu juist wat er fout is aan dergelijke statuten. De aandeelhouders, in casu Sabelspoort Holding en
Laudij Beheer staan met de koppen tegen elkaar en zullen daar nooit uit komen. De aandelen worden
door de accountant geschat op een kleine 40000 euro, daarom is Laudij niet bereid de aandelen voor
dat bedrag aan te bieden aan Sabelspoort Holding.
Wat speelt er nou op de achtergrond. De managementovereenkomst is komen te vervallen en de
grootaandeelhouder wil dat de aandelen door de minderheid worden overgedragen. Laudij heeft de
aandelen 'gekregen' juist doordat Sabelspoort in Laudij een persoon zag die gekwalificeerd was voor
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller thombeenen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.