Samenvatting Verloskunde en Jeugdgezondheidszorg (JGZ), voor de toets van jaar 2, periode 1.
Gebaseerd op de lesstof van de opleiding Verpleegkunde aan de Hogeschool Inholland.
Deelonderwerpen gerelateerd aan: Psychologie, Biomedisch/verpleegkunde/verloskunde, Biomedisch/verpleegkunde/0-18 jaar...
Tentamen Verloskunde en Jeugdgezondheidszorg (JGZ)
Psychologie
Sociale-emotionele ontwikkeling (incl. hechting) van kinderen (0-18 jaar)
Babyfase
Een pasgeborene is in staat om een breed scala van emoties te uiten, zoals
interesse, lachen, walging en pijn. Vanaf twee à drie maanden kan de baby
verdriet en boosheid tonen. Vanaf zes à zeven maanden duikt angst op. Door de
toenemende cognitieve ontwikkeling kan een kind na een jaar meer complexe
emoties tonen, zoals verachting, schaamte, verlegenheid en schuld. Vanaf tien
tot twaalf maanden wordt de rol van emotionele expressie in toenemende mate
sociaal en heeft een belangrijke functie in het organiseren van gedrag.
Peuterfase
Gedurende het tweede levensjaar wordt emotionele expressie in toenemende
mate stabiel en geïntegreerd bij de cognitieve ontwikkeling. In het derde
levensjaar, wanneer zelfbewustzijn en het voorstellingsvermogen ontluiken,
worden zelfbewuste emoties, zoals schaamte, schuld, verlegenheid en trots
gezien. Peuters evalueren zichzelf en reageren emotioneel op succes en falen en
ervaren plezier en ontevredenheid niet alleen bij de opdracht, maar ook over
zichzelf. Een peuter stapt op zijn doel af, ook al druist dat in tegen de wil van zijn
opvoeders. Hij creëert afstand, fysiek en psychologisch. Hij traint zijn
onafhankelijkheid, terwijl hij zich op zijn hechtingsfguur oriënteert als op een
veilige haven. Zijn zelfbesef groeit en uit de begrenzing groeit ook zijn besef van
de ander.
Kleuterfase
Het zelfbeeld en het beeld dat de kleuter van de ander heeft, krijgen vorm. Ze
zijn gesteund op zichtbare kenmerken en activiteiten. Doordat hij de neiging
heeft om zichzelf te hoog in te schatten en hij zijn wensen, verwachtingen en
reële competenties door elkaar haalt, is zijn zelfbeeld weinig realistisch. De
kleuter staat voor de uitdaging om relaties buiten het gezin aan te gaan en zijn
wereld te verruimen. Relaties met leeftijdsgenootjes worden belangrijk en voegen
iets nieuws toe aan zijn ontwikkeling. De kleuter staat voor de uitdaging zijn
gedrag en gevoelens efectiever te reguleren. Zijn emotionele competentie
maakt sprongen en wordt ondersteund door zijn taal, zelfbeeld en
voorstellingsvermogen. Vanuit een groter zelfbesef ontwikkelt hij nieuwe emoties
als schaamte, schuld, verlegenheid en ferheid. Zijn begrip van emoties
verbetert, waardoor hij ze beter kan verwoorden en gepaster kan reageren op
emotionele signalen van anderen.
Lagere schoolleeftijd
Tijdens deze fase verfjnt en verrijkt het zelfbeeld. Nu spelen, naast uiterlijke
kenmerken, ook competenties een rol. Zowel de toenemende cognitieve
vaardigheden van het kind als de feedback van anderen dragen bij tot de inhoud
van zijn zelfbeeld. De vaardigheid om sociale relaties aan te gaan, is nu de
uitdaging. De leeftijdsgroep wint aan belang. Delen, elkaar helpen en ander pro-
sociaal gedrag nemen toe, terwijl fysieke agressie afneemt. Verbale en
relationele agressie blijven in de groep van leeftijdsgenoten aanwezig. Het
verlangen om bij een groep te horen wordt sterk. Vriendschappen dragen bij tot
de ontwikkeling van vertrouwen en sensitiviteit. In de loop van de
,lagereschooltijd worden ze selectiever en stabieler. Binnen vriendschappen leren
kinderen kritiek verdragen en twisten oplossen.
Adolescentiefase
De ontwikkelingstaken waarmee hij in de preadolescentie geconfronteerd wordt,
zijn individuatie, identiteit en seksualiteit. Tussen dertien en zeventien jaar wordt
hij onafhankelijker van het gezin en vormt hij intieme relaties. In de late
adolescentie volgen keuzes in verband met doel en zin van het leven en smeedt
hij langdurige afectieve relaties. Tijdens de adolescentie zijn emoties meer
extreem, meer vluchtig, waardoor zij erg humeurig kunnen zijn. Anderzijds zijn
adolescenten door hun cognitieve ontwikkeling zich meer bewust van de sociale
impact van hun emotionele uitingen. Zij zijn in staat om gevoelens te
onderdrukken wanneer zij een relatie kunnen schaden of gevoelens te
communiceren wanneer zij verbindingen met anderen trachten te verbeteren. Er
vormt zich in deze fase een persoonlijke identiteit. Het autonomiestreven bereikt
opnieuw een hoogtepunt. De jongere streeft ernaar om meer op zichzelf en
minder op zijn ouders te steunen bij het nemen van beslissingen.
Hechting
Een cruciale ontwikkelingstaak van de babytijd is het tot stand brengen van
veilige hechtingsrelaties. De kwaliteit van de hechting speelt een rol in de
verdere ontwikkeling. Hechting die gepaard gaat met een gevoel van veiligheid,
levert een stevige basis voor een gezonde emotionele, persoonlijke en sociale
ontwikkeling. Hechting die gepaard gaat met onveiligheid, maakt de baby tot een
kwetsbare peuter en kleuter. Het vermindert zijn bekwaamheid om toekomstige
ontwikkelingstaken op het vlak van initiatief en sociale relaties de baas te
worden. Toch kan sensitieve zorg achteraf dit risico terug verkleinen. Bij het
afsluiten van deze periode staat het kind voor het dilemma tussen vasthouden en
loslaten. Als het in wisselwerking met zijn omgeving dit dilemma niet heeft
opgelost, kan het een rigide, controlerende en oppositionele houding
ontwikkelen.
Problemen die voorkomen bij de hechting van moeder en kind wordt
hechtingsproblematiek genoemd of hechtingsstoornis. Deze problemen kunnen
zich ontwikkelen in de eerste vijf jaar van het kind. Dit komt door
omstandigheden zoals adoptie, verlies van ouder of wanneer ouders niet volledig
kunnen zorgen voor het kind, waardoor de natuurlijke hechting niet goed op gang
gekomen is. Uit recent onderzoek (Nederlands Jeugdinstituut, 2009) blijkt dat een
onveilige gehechtheid niet per defnitie leidt tot een hechtingsstoornis.
Er zijn ook kinderen die niet gehecht zijn en een zo genoemd ‘bodemloosheid’ of
‘geen-bodem-syndroom’ (GBS) ontwikkelen. Dit zijn kinderen die bijvoorbeeld op
hele jonge leeftijd geadopteerd zijn. Letterlijk betekent dit zonder bodem, zonder
voeten om op te staan. Het gevolg hiervan is dat kinderen voortdurend omvallen
en misstappen ondergaan, omdat zij de basis missen. In recent onderzoek
concludeert (Bibiana, 2013) dat vijftien procent van alle kinderen te maken heeft
met een vorm van bodemloosheid, waarvan 1/3e ernstige vormen aanneemt. Als
gevolg hiervan ontstaan er gedragsstoornissen en is er weinig liefde en afectie
zichtbaar.
Cognitieve ontwikkeling van kinderen (0-18 jaar)
Baby 0 tot 12 maanden
,Bij de cognitieve ontwikkeling leren baby’s om informatie uit hun omgeving te
verwerken, op te slaan, om vervolgens deze verworven vaardigheden en kennis
op een later moment weer te kunnen gebruiken. Kinderen komen spelenderwijs
in aanraking met allerlei verschillende situaties in hun omgeving en verkennen
deze omgeving door middel van kijken, horen, ruiken proeven, voelen en van
alles uit te proberen. Cognitie is niet iets wat direct zichtbaar is voor de
buitenwereld. Maar doordat je baby bijvoorbeeld gebruik maakt van bepaalde
geluiden, gezichtsuitdrukkingen of motorische gedragingen, kan hij wel duidelijk
maken dat hij nieuwe kennis heeft opgedaan.
Dreumes 1 tot 2 jaar
De woordenschat wordt razendsnel uitgebreid. Met het kind praten en samen
lopen wordt het spelletje in deze periode. De dreumes wil sneller zijn dan zijn
ouders. Lopen aan de vaders hand of achter een loopwagentje vindt het kind
geweldig. Hij worstelt echter nog wel met zijn evenwicht, dit levert af en toe een
bult en een traan op. Het zinnetje 'zelf doen' wordt erg populair bij de dreumes.
Hij wil alles zelf uitproberen. Zelf de trap opkomen en zelf eten. Het kind leert
hier ontzettend veel van.
Peuter 2 tot 3 jaar
Tussen de 2 en de 3 jaar van cognitieve ontwikkeling begint de peuter
gewetensvorming te krijgen. Hij begrijpt waarom sommige dingen niet mogen,
maar houdt zich hier niet altijd aan. Zijn woordenschat wordt ook steeds groter
en er kunnen al echte gesprekjes gevoerd worden. Het ongeremde van het kind
kan hem veel leren, maar ook helemaal uitputten. De peuter begint nu kleuren te
herkennen en kan bijvoorbeeld blokjes van dezelfde kleur bij elkaar zoeken. Hij
kan ook sorteren en krijgt begrip van tijd. Hij snapt dat morgen dus niet vandaag
is. De peuter wil ook maar al te graag naar buiten om nieuwe dingen te
ontdekken en te beleven. Tekenen, schilderen en legpuzzels zijn leuke spelletjes
op deze leeftijd en zorgen er mede voor dat de motoriek verder ontwikkeld
wordt.
Peuter 3 tot 4 jaar
In het derde levensjaar van het kind neemt het zelfbewustzijn toe. De
buitenwereld wordt een vertrouwde plek voor hem. Echter, in deze periode
kunnen de nieuwe dingen in die wereld vragen oproepen en de peuter
beangstigen. In deze periode is het meer dan ooit belangrijk dat de ouder het
goede voorbeeld geeft. In de peuterperiode kan ook een koppigheidsfase
voorkomen. Dingen die eerst heel normaal en vanzelfsprekend waren, kunnen nu
een drama zijn. De strijd van individualiteit staat hierbij centraal. In deze periode
is de motoriek van de peuter verder ontwikkeld. Hij kan al goed knippen en ook
klei uitrollen en tandenpoetsen is geen probleem meer. Lopen blijft nog steeds
erg leuk en inmiddels kan hij ook zonder problemen kleine hellingen oplopen.
Kleuter 4 tot 6 jaar
De motoriek van de kleuter gaat erg vooruit. Hij kan al hinkelen, touwtje springen
en misschien zelfs al zonder zijwieltjes fetsen. Daarnaast kan het kind ook al met
mes en vork eten, zichzelf wassen en zijn eigen naam schrijven. Bepaald soort
speelgoed is erg geschikt om kinderen van deze leeftijd ontdekkingen te laten
doen over snelheid, zwaartekracht en taal. Denk hierbij aan auto's op een helling,
een knikkerbaan, of prentenboekverhalen. Ook memorie of spelletjes op de
computer kunnen goed zijn voor de denkontwikkeling.
Schoolkind 6 tot 9 jaar
, School is een plek waar het kind niet alleen kennis opdoet, maar ook leert om
met anderen om te gaan. Ook wordt het duidelijk voor het schoolkind hoe hij
zaken moet uitleggen. Naast lezen en schrijven, leert het schoolkind ook
rekenen. Het concentratievermogen en het geheugen neemt tijdens deze fase
sterk toe. Het schoolkind kan zelfstandig lezen en leest dan ook graag over
onderwerpen die hem interesseren.
Schoolkind 9 tot 12 jaar
In deze periode begint het schoolkind langzaam te veranderen in een puber. Hij
krijgt allemaal hormonen in zijn lijf. Deze hebben ook invloed op zijn gevoelens,
soms is hij somber en het andere moment weer blij. Dit heet prepuberteit. Het
kind krijgt ook steeds meer behoefte aan zelfstandigheid, privacy, een eigen
mening en verantwoordelijkheid. Hij schaamt zich ook steeds meer voor hoe zijn
ouders zich gedragen. Het schoolkind gaat zich spiegelen aan zijn
leeftijdsgenoten. Hij kleed en gedraagt zich net als zij.
Puber 12 tot 17 jaar
De puberteit begint bij meisjes ongeveer 2 jaar eerder dan bij jongens. Een
meisje kan vanaf 11 jaar in de puberteit komen. Jongens daarentegen pas vanaf
13 jaar. De puber wil in deze periode van cognitieve ontwikkeling meer dan ooit
zelfstandig worden en op een gelijkmatige manier behandeld worden. Hij zet zich
tegen zijn ouders af. Het vergt van de ouder verandering in de houding
tegenover het kind. De ouder moet proberen het kind los te laten, maar nog
steeds waardering en liefde te geven.
Morele ontwikkeling van kinderen (0-18 jaar)
De morele ontwikkeling is de ontwikkeling van waarden en normen en het
handelen hiernaar, oftewel de ontwikkeling van wat we goed en verkeerd vinden.
Een klein kind heeft nog geen besef van goed en kwaad. De waarden en normen
worden in de opvoeding aangereikt door de opvoeders, waardoor deze ingeprent
worden in het bewustzijn van het kind en het kind hier langzaam naar leert leven.
Op deze manier krijgt het kind rechtvaardigheidsgevoel en besef van wat goed
en fout is. Deze ontwikkeling komt uiteindelijk tot uiting in zijn of haar gedrag. Op
een gegeven moment beschouwt het kind deze als vanzelfsprekend, nadat hij het
zich eigen heeft gemaakt.
Op deze manier wordt het geweten gevormd. Het geweten is het geestelijk
vermogen tot morele oordelen, het is als het ware je innerlijke stem die zegt wat
goed en kwaad is. Het wordt voornamelijk opgebouwd door geboden en verboden
en door strafen en belonen. Als je eenmaal een geweten hebt ontwikkeld, dan
krijg je last van schuldgevoelens als je hiertegen ingaat. Andersom geldt dit ook;
als je goed handelt krijg je een goed gevoel. Tijdens de morele ontwikkeling gaan
kinderen nadenken over het moreel besef, kinderen komen morele kwesties
tegen.
Aangeboren en verworven psychiatrische ziektebeelden bij kinderen
Aangeboren
Syndroom van Down
Elk mens heeft 46 chromosomen, verdeeld in 23 chromosomenparen (waarbij er
één van de moeder en één van de vader). Maar wanneer iemand het syndroom
van Down heeft, zijn er geen 46 chromosomen, maar 47.
- Lichte tot verstandelijke beperking
- Lichamelijk ontwikkelen ze zich trager
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RosanneRidder. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.05. You're not tied to anything after your purchase.