100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Executieve functies bij kinderen en adolescenten $4.84
Add to cart

Summary

Samenvatting Executieve functies bij kinderen en adolescenten

5 reviews
 1299 views  46 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Een praktische gids voor diagnostiek en interventie

Preview 2 out of 5  pages

  • Yes
  • October 2, 2013
  • 5
  • 2013/2014
  • Summary

5  reviews

review-writer-avatar

By: michellevandissel • 5 year ago

review-writer-avatar

By: Maureenterheegde • 5 year ago

review-writer-avatar

By: loes_stoop • 5 year ago

review-writer-avatar

By: DanielSlijkhuis • 7 year ago

review-writer-avatar

By: gkolk8 • 7 year ago

avatar-seller
Hoofdstuk 1

Hoogontwikkelde cognitieve functies  executieve functies  vaardigheden die ons helpen
om te beslissen op welke activiteiten of taken we onze aandacht richten en welke we kiezen
uit te voeren. Ze maken het ons mogelijk om ons gedrag te organiseren en korte
termijnbehoeften opzij te schuiven ten gunste van langetermijndoelen. Ze helpen ons gedrag
te reguleren op 2 manieren  gebruik van bepaalde denkvaardigheden waarmee we doelen
kiezen en realiseren of waarmee we oplossingen voor problemen bedenken. Vaardigheden 
- Planning  vermogen om plan te bedenken om doel te bereiken of taak te voltooien.
- Organisatie  vermogen om dingen volgens bepaald systeem te arrangeren of ordenen.
- Timemanagement  vermogen om in te schatten hoeveel tijd we hebben, hoe we die
kunnen indelen en hoe we ons aan tijdslimieten kunnen houden en besef dat tijd belangrijk is.
- Werkgeheugen  vaardigheid om informatie in geheugen te houden bij uitvoeren van
complexe taken.
- Metacognitie  vermogen om stapje terug te doen, om jezelf en situatie te overzien, om te
bekijken hoe je een probleem aanpakt.
Om deze doelen te bereiken moeten we andere executieve functies op een 2 e manier
gebruiken om ons gedrag te sturen of aan te passen. Vaardigheden 
- Reactie-inhibitie  vermogen om na te denken voor we iets doen waardoor we tijd krijgen
om situatie te beoordelen en na te gaan hoe ons gedrag deze beïnvloedt
- Emotieregulatie  vermogen om emoties te reguleren om doelen te realiseren, taken te
voltooien of gedrag te controleren en te sturen
- Volgehouden aandacht  vaardigheid om aandacht te blijven schenken aan situatie of taak,
ondanks afleiding, vermoeidheid of verveling.
- Taakinitiatie  vermogen om zonder dralen aan taak te beginnen, op tijd en efficiënt
- Flexibiliteit  vaardigheid om plannen te herzien als zich belemmeringen voordoen, zich
nieuwe informatie aandient of er fouten worden gemaakt  aanpassing aan veranderende
omstandigheden.
- Doelgericht doorzettingsvermogen  vermogen om doel te formuleren dat te realiseren is
en niet afgeleid of afgeschrikt wordt door andere behoeften of tegengestelde belangen.

Executieve functies zijn aangeboren maar nog niet uitontwikkeld bij de geboorte of in de
periode daarna. De groeispurt voorafgaand aan de adolescentie vindt vooral in de frontale
kwabben plaats  hersenen bereiden zich voor op zowel ontwikkeling van executieve functies
als op eisen die tijdens adolescentie aan deze executieve functies gesteld zullen worden. Er
bestaat bij kinderen dus overeenkomst tussen ontwikkeling van hersenen en die van
vermogen om te handelen, denken en voelen. Prefrontale systemen  vormen laatste,
algemene route voor beheer van informatie en nemen van beslissingen over ons gedrag.
Frontale kwabben  beslissen waar aandacht op gericht wordt en wat moeite waard is om te
doen, zorgen voor continuïteit en samenhang in gedrag, moduleren affectief en
interpersoonlijk gedrag zodat aan behoeften voldaan wordt, monitoren en evalueren
omstandigheden en passen zich daaraan aan.
Tijdens de ontwikkeling van de vaardigheden  worden beïnvloed door genen die we van
ouders erven en door biologische en sociale omgeving waarin we opgroeien.

Barkleys model  5 elementen:
- Gedragsinhibitie  tussen 5 en 12 maanden  dominante reactie afremmen, huidige reactie
onderbreken, verstoringen controleren.
- Werkgeheugen  gebeurtenissen in gedachten houden, gebeurtenissen manipuleren of erop
reageren, complexe gedragssequenties starten, retrospectieve functie (terugkijken),
toekomstgerichte functie (vooruitkijken), anticipatie, zelfbesef, tijdgevoel, non-verbaal door
regels bepaald gedrag, gedrag door de tijd heen organiseren.
- Internalisatie van spraak  beschrijving en reflectie, zelfreflectie/probleemoplossing, door
regels bepaald gedrag (instructie), productie van regels en metaregels, leesbegrip, moreel
redeneren.

, - Zelfregulatie van affect/motivatie/activatie  zelfregulatie van affect,
objectiviteit/perspectief van anderen innemen, zelfregulatie van motivatie, zelfregulatie van
activatie in dienst van doelgerichte handelingen.
- Reconstitutie  analyse en synthese van gedrag, verbale
taalbeheersing/gedragsbeheersing, creatief regelgebruik, doelgerichte gedragsmatige
creativiteit en variatie, gedragssimulatie, syntax van gedrag.
- Motorische beheersing/vloeiendheid/syntax  inhibitie van taakirrelevante reacties,
doelgerichte reacties uitvoeren, nieuwe/complexe motorische gedragssequenties uitvoeren,
doelgerichte volharding, gevoeligheid voor feedback op reactie, gedragsmatige flexibiliteit,
taakhervatting na verstoring, gedragsbeheersing door intern gerepresenteerde informatie.

Hoofdstuk 2

Het is moeilijk om executieve functies te evalueren in de context van een formele beoordeling
omdat veel van de factoren die de leerling aanzetten tot het gebruik van executieve functies
niet in de vergelijking worden opgenomen. Maar tests geven ons wel informatie over het
cognitief functioneren en ze stellen ons in staat om het kind structureel te observeren tijdens
de uitvoering van taken die op het eerste gezicht een betrouwbare indicatie geven van
executieve functies. Je moet eerst beoordelingsschalen afnemen en gesprekken hebben met
ouders en/of leraren voordat we met kinderen aan het werk gaan.

Informele beoordelingsmaten 
- Gevalsbeschrijving/interview  informatie vragen aan degenen die het kind het best kennen
(ouders, leraren). Bij oudere kinderen kun je het ook aan hun zelf vragen. Het doel is
complete minibeoordeling van het functioneren te verkrijgen  gedrag waaruit sterke/zwakke
executieve functies blijken, omstandigheden waarin problemen het meest/minst waarschijnlijk
optreden, eerder succesvolle/onsuccesvolle interventies, vermogen/ontvankelijkheid van
mensen en/of omgeving om te veranderen.
- Observaties in de klas  executieve functies aan het werk zien in de belangrijkste context.
Observatie in de klas maakt het mogelijk om duidelijke omschrijving te formuleren van
executieve functie als specifiek gedrag, geeft indicatie van interventie en vormt gouden
standaard voor beoordeling van effectiviteit.
- Voorbeelden van werkzaamheden  bijv toetsen, schrijfopdrachten en bijhouden van
agenda kunnen helpen bij beoordeling van bepaalde vaardigheden.

Checklists voor gedrag  gebruik geeft algemeen beeld van sociaal-emotionele aanpassing
van het kind, leveren beeld op van executief functioneren van kind tijdens alledaagse
activiteiten
- Behavior Rating Inventory of Executive Functions  tussen 6 en 18 jaar  ouder of leraar
wordt gevraagd om op driepuntenschaal aan te geven hoe vaak leerling probleemgedrag
vertoont.
- Brown Attention-Deficit Disorder Scales voor kinderen en adolescenten  ontworpen voor
allerlei doelen.
- Child Behavior Checklist  Teacher Report Form  Achenbach  items uit checklist worden
gescoord volgens algemene clusters en als afzonderlijke schalen.
- Behavior Assessment System for Children  verzameling beoordelingsschalen die is
ontworpen om gedrag en emotioneel functioneren te meten.
- Executive Skills Questionnaire voor ouders/leraren en leerlingen  informatie met
betrekking tot zwakke en sterke executieve functies kan worden achterhaald.

Formele beoordelingsschalen  NEPSY-II / de Porteus-doolhoven / Trailmaking Tests /
Wisconsin Card Sorting Test / Mesulamtests met betrekking tot gerichte aandacht / Conners
Continuous Performance Test-II / Test of Everyday Attention for Children / Delis-Kaplan
Executive Function Scale / Cognitive-Assessment System.


Hoofdstuk 3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NikkiSes. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.84. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.84  46x  sold
  • (5)
Add to cart
Added