Hoofdstuk 1: De media-explosie – een eerste verkenning
1.1 Media zijn belangrijk en overal
Media zijn onmisbaar om gegeven, ideeën, plannen en emoties uit te wisselen.
Communicatienetwerken geven maatschappelijke veranderingen weer en ze maken zelf deel uit van
deze veranderingen. Media maken een enorme ontwikkeling door en veranderen voortdurend. Dat
geldt voor de inhoud van de media – de content – en voor de organisaties die deze berichten in ons
leven binnenbrengen.
De enorme groei is niet alleen kwantitatief maar ook kwalitatief. De kwalitatieve veranderingen blijkt uit
de toenemende invloed van tweerichtingsverkeer: zender en ontvanger kunnen veel gemakkelijker
stuivertje wisselen. Er is spraken van een media-explosie, een ware uitbarsting van vele communicatie
mogelijkheden. De media-explosie is geen ramp, maar mensenwerk.
1.2 Ons mediagebruik in cijfers
De mobiele telefoon is bij de meeste jongeren een verlengstuk geworden van het eigen lichaam en de
eigen identiteit. In Nederland zijn er meer dan 15 miljoen internetgebruikers, dat betekend dat
iedereen boven de 10 jaar zijn weg via internet gevonden heeft. Jongeren zitten momenteel 4 uur per
dag op hun mobiel. Volwassenen gebruiken gemiddeld 7 uur per dag aan media, maar hier zit ook het
lezen van kranten, radio luistere, televisie kijken etc. bij.
De cijfers van het mediagebruik geven aan hoe immens groot de kwantitatieve omvang van de media-
explosie is. De hoeveelheid mediaorganisaties, -kanalen en -producten is explosief gegroeid.
1.3 Zes kenmerken van de media-explosie
1. Groei van communicatiemiddelen en communicatieaanbod in aantal en verscheidenheid
(diversificatie).
De groei begon met de komst van de printmedia. Door de communicatietechnologie van de drukpers
was het mogelijk media op grote schaal te verspreiden. Later werd de overheersende positie veel
minder door de komst van: film, radio, televisie, computer en de smartphone. In 1995 kwam het
internet op en dit zorgde in combinatie met de mobiele telefoon voor een explosie van het media-
aanbod. De groei van het aantal communicatiemiddelen zorgt ook voor een toename van de
diversificatie. Door het grote aanbod krijgen mediaproducten een steeds kortere levenscyclus, de
mediaconsumenten krijgen steeds meer keuzemogelijkheden.
2. Digitalisering van de media door toepassing van informatie- en communicatietechnologie.
De term digitalisering verwijst naar het elektronisch verwerken van informatie. Meer dan 93% van de
informatie is beschikbaar via internet en 7% alleen via papier. Deze digitale opslag zal alleen nog
maar groter worden. De motor van de informatiemaatschappij is de informatie- en
communicatietechnologie. Dankzij de telematica – het samengaan van computernetwerken en
telecommunicatie – kun je waar ook ter wereld supersnel het laatste nieuws horen en doorgeven.
3. Convergentie: ineenvloeien van informatiedragers, informatiekanalen en
communicatiemedia.
Als gevolg van digitalisering ontstaat er convergentie. Convergentie is het ineenvloeien van
informatiedragers (computer, dvd, cd, smartphone), informatiekanalen en communicatiemedia
(telefoonnet, ether, kabel, satelliet). De grenzen tussen de informatiedragers en communicatiekanalen
vervagen. Communicatiemedia als televisie en radio waren sinds hun ontstaan gebonden aan
omroepzenders en kabeltelevisie zat vast aan het kabelnet. Tegenwoordig raken al deze
communicatienetwerken door digitalisering aan elkaar gekoppeld. Zonder ICT zijn deze
ontwikkelingen ondenkbaar. Verschillende mediatype vullen elkaar crossmediaal aan. Bedrijven en
consumenten maken steeds meer gebruik van alle mogelijkheden die crossmediale communicatie
biedt.
, 4. Uitbreiding van de zintuigelijke ervaring in multimedia contacten.
De relatie tussen tekst en vormgeving is voortdurend veranderd. Het tekstbeeld heeft gezelschap
gekregen van geluid en visueel beeld. Bij de huidige ontwikkeling van multimedia zie je dat al onze
zintuigen tegelijkertijd worden aangesproken. Hoe meer zintuigen er door een medium worden
aangesproken hoe rijker dat medium is. De technologische convergentie maakt een multimediale
virtuele wereld mogelijk. Die virtuele wereld komt steeds dichter in de buurt van onze gewone
zintuigelijke werkelijkheid.
5. Verdwijnen van scheiding tussen interpersoonlijke communicatie en massacommunicatie.
Kenmerkend voor de klassieke massacommunicatie was het eenrichtingsverkeer met een grote groep
ontvangers. Contacten tussen zender en ontvanger waren vrij onpersoonlijk, omdat de
mediaboodschap niet op de individuele ontvanger was afgestemd. Bij interpersoonlijke communicatie
zijn de ontvangers wel bekend en verlopen de contacten veel persoonlijker en directer.
6. Professionalisering: groei van het aantal professionele communicatiebanen en
mediaberoepen.
Niet alleen de mediaboodschappen en -middelen zijn in aantal gigantisch gegroeid, maar ook de
werkzaamheden van communicatiespecialisten.
Hoofdstuk 2: Van spraak naar schrift: de eerste mediarevolutie
2.1 De orale samenleving
Orale traditie: cultuurpatroon wordt mondeling doorgegeven
- Memoriseren en imiteren
- Soort samenleving: jagers- en landbouwsamenlevingen.
- Cultuur: grotschilderingen, beeldhouwkunst (Griekenland), architectuur (piramides).
- Oude China en Egypte: ontwikkeling van beeldtalen.
- Grote afstand tussen gesproken en geschreven teksten.
Taaltekens zijn typisch voor de mens, via taaltekens geven we onze gedachten en gevoelens weer.
Naast taaltekens zijn er visuele tekens, zoals rotstekeningen. Prehistorische tekeningen zijn iconische
tekens, dit is een afbeelding van een werkelijkheid die vroeger bestaan heeft. De rotstekeningen
waren het begin van een visuele massacommunicatie want iedereen kan hier naar kijken.
2.2 Het ontstaan van beeldtekens
Een aantal jaar later kwamen er visuele tekens wat ook wel een pictografisch schrift wordt genoemd.
Het zijn een paar krassen die naar iets verwijzen in de werkelijkheid. De tekens staan los van de
realiteit dus een streepje voor een koe en twee puntjes voor een geit. Je kunt niet meteen uit de
streepjes herkennen wat het is. Je moet snappen waar de puntjes en streepjes naar verwijzen. Ruim
2000 jaar later kwam het spijkerschrift. Dit was een schrift gebaseerd op klanken uit de werkelijkheid
beeldtekens werden hier gekoppeld aan gesproken woorden. De spijkercode was het begin van de
schriftcultuur. De laatste revolutionaire stop was het combineren van beeldtekens en lettertekens. In
plaats van woorden en lettergrepen zochten mensen naar een visuele weergave van afzonderlijke
letters. Dit lukte door de ontwikkeling van het alfabet.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lmhop. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.25. You're not tied to anything after your purchase.