Hoorcollegereeks Burgerlijk Procesrecht 1 2018/2019 Deel 1 (t/m HC4A)
Door: M.D. Datema
3--10-18
Hoorcollege 8 -- HC4B -- Over KEI
Het project KEI (Kwaliteit en Innovatie) is reeds ingevoerd bij de Hoge Raad en bij advocatenzaken bij
de rechtbank Midden-Nederland en de rechtbank van Gelderland.
Verder is het zo goed als on hold gezet.
Het belangrijkste punt van KEI is de digitale procedure. Dit is zo goed als mislukt. Overheidsprojecten
met betrekking tot digitalisatie zijn vaker mislukt. Het koste ook drie pogingen voor dat dit bij de
belasting lukte.
KEI bestaat uit vier wetten. De wetgeving ziet met name op de rechtsprocedure en is daarom ook zo
van belang op het Burgerlijk procesrecht.
Op grond van art. 30a Rechtsvordering begint de procedure met één procesinleidend stuk. Het
onderscheid tussen dagvaarding en verzoekschrift zal daarmee komen te vervallen. Eventuele andere
terminologische verschillen zullen door middel van aanvullende wetgeving komen te vervallen.
Op dit moment bestaan er 15 verschillende procesregelingen. Voor het tentamen moet je de landelijke
procesregeling voor burgerlijke rechtspraak kennen. Deze staat in de Kluwer weergegeven. Met KEI
wordt er één landelijk procesreglement ingevoerd. Het landelijk procesreglement rechtbanken en
gerechtshoven. (Stcrt. 2016/39486) Beide reglementen zijn opgenomen.
Op het moment is KEI dus alleen bij de HR en 2 rechtbanken van toepassing. Voorwaarde daarbij is
wel dat er sprake is van een verplichte procesvertegenwoordiging en van een vorderingsprocedure.
Wat nu als je van rechtbank Midden-Nederland naar de Hoge Raad wil? Dan moet men via het Hof
Arnhem-Leeuwarden. Daar geldt KEI niet. In dat geval zul je dus in 2 e aanleg op de normale manier
moeten procederen. Mocht het mis gaan bij de Hoge Raad dan is er op grond van het arrest
Estée/Lauder in plaats van nietigheid ruimte voor een hersteltermijn.
De belangrijkste wijziging vindt plaats in de 1e aanleg.
Om overzicht te houden bij de KEI procedure is het handig om het volgende schema in je hoofd te
houden;
Algemene regel Vorderingsprocedures Verzoekschriftprocedures
De meeste veranderingen. Ze In het bijzonder 111 t/m 117 Er verandert niet veel. Eigenlijk
vinden plaats in onder andere Rechtsvordering (KEI Rv) volstaat de huidige
afdeling 3a (artt. 30A t/m 30o) De artikelen 116 en 117 regelgeving.
de Algemene voorschriften Rechtsvordering staan
voor procedures. bijgeschreven in de normale
wet.
De artikelen 111 t/m 115 staan
achterin.
Om de precieze verschillen te
zien is het makkelijk om bijv.
art. 111 a t/m j naast het
nieuwe artikel te zetten.
Hierna volgt een opsomming van de grootste veranderingen die KEI met zich meebrengt.
Het digitale procederen via een beschermde omgeving.
Dit volgt uit het nieuwe artikel 30c Rechtsvordering.
De procesinleiding
Op grond van art. 30a Rechtsvordering hebben we straks één inleiding. De procesinleiding. (art. 278 &
112-2 op dit moment tegenover art. 30a Rechtsvordering straks. Als je deze artikelen naast elkaar legt
zie je ook veel overeenkomsten.)
De wettelijke termijnen
Op dit moment geldt er bij dagvaardingsprocedure een minimum van zeven vrije dagen tot de
roldatum. Er is geen maximum, de enige verdere regel is dat er sprake is van een woensdag.
Met KEI krijgen we nieuwe termijnen. Er is geen nieuwe vaste dag maar we krijgen en minimum van
vier weken en een maximumtermijn van zes maanden. Anticipatie gaat met dit systeem veranderen.
,(de verweerder kan niet eerder verschijnen door zelf in te brengen. Hij mag straks zelf weten wanneer
hij tussen de 4 weken en 6 maanden verschijnt.) (Art. 30a – 3c Rechtsvordering KEI)
Sterkere regiebevoegdheid van de rechter. Art. 30o Rechtsvordering – KEI
De rechter blijft straks veel korter op één zaak. Dit is efficiënter en dus ook sneller.
Digitaal procederen kan slechts in het geval van procesvertegenwoordiging.
Enkel vrijwillig indien de natuurlijke persoon zélf als burger zonder professionele vertegenwoordiger
procedeert.
In het geval dat er sprake is van een gemachtigde of een advocaat, dan is er wel sprake van een
verplichting.
De roldatum verdwijnt
Dit wordt vervangen door MijnRechtspraak
Enkele terminologische wijzigingen, rechtstreeks uit de PowerPoint
Dagvaarding: procesinleiding of oproepingsbericht
Dagvaardingszaak: vorderingszaak
Gedaagde: verweerder
Eis in reconventie: tegenvordering
Terechtzitting: zitting
Rol: vervallen, vervangen door Mijn rechtspraak
Verzoekschrift: procesinleiding of verzoek
Vz-procedure: verzoekprocedure
Nieuwe regelgeving
Invoering van nieuwe Afdeling 3A in boek 1, Titel 1 Rechtsvordering. (Artt. 30a – 30q KEI-
Rechtsvordering)
Wijzigingen binnen titel. Onder andere in de opbouw van artikel 111 Rechtsvordering (Van een
dagvaarding naar een oproepingsbericht 112 Rechtsvordering), een alternatieve route (art. 113 KEI
rechtsvordering) en over het verschijnen van de verweerder.
De procesinleiding in KEI-zaken (30a-30b) begint met procesinleidend stuk. Zowel voor de vorderings-
als de verzoekschriftprocedure. De gegevens die in deze procesinleiding moeten staan zijn genoemd
in art. 30a-3. Het komt er op neer dat je een bepaald model invult, inclusief je bewijzen en andere
stukken, dit als PDF print en inlevert langs de elektronische weg.
Advocaten kunnen inloggen op deze beveiligde omgeving.
Indiening is in het nieuwe recht het aanhangig maken bij de rechtbank. Het lijkt dus veel meer op de
verzoekschriftprocedure. Na indiening krijgt de eiser een oproepingsbericht en hij moet dit doorsturen
naar de eventuele gedaagde of verweerder.
Bepaal dus eerst wat het doel is van het stuk.
Is er sprake van een vordering? Dan is er sprake van een procesinleiding. De eiser stuurt daarop een
oproeping naar de verweerder. (Er is ook een andere mogelijkheid). Het oproepingsbeding mag
eventueel ook via de -email worden verzonden. De deurwaarder lijkt dus niet nodig te zijn.
Of het verstandig is om geen deurwaarder in te schakelen is een ander verhaal. Bewijstechnisch
levert een betekening van de deurwaarder meer op. Daarnaast wordt er bij niet-betekenen geen
verstek verleend maar wordt de opdracht gegeven alsnog te betekenen. Dan kun je beter direct
betekenen.(art. 112-2 KEI-Rv)
Na de betekening moet je het stuk uploaden bij de rechtbank zodat eventueel verstek wordt verleend.
Óf.. als je een vordering hebt ga je direct naar de deurwaarder. Deze laat je een oproepingsbeding
opmaken en betekenen aan de verweerder. Dit moet je dan uploaden bij de rechtbank en tegelijk de
procesinleiding inleveren. Daarmee is de zaak dan aanhangig.
De rechtsingangen zijn daarmee dus art. 113 KEI-Rv, art. 30a, 30b, 30x en 112 jo. 113!
Er zijn dus twee manieren om op te roepen. Enerzijds door het doorsturen van het oproepingsbericht
(art. 111 KEI-Rv.) binnen twee weken. Eventueel door betekening, maar dit is niet verplicht. Anderzijds
door de route van 113 KEI-Rechtsvordering te volgen.
Als er sprake is van een verzoekschrift moet de procesinleiding worden verstuurd naar de griffie. Deze
stuurt de oproeping aan de verweerder en eventueel belanghebbende.
Hoorcollege 9 -- HC5A -- Over de Alternatieve Geschillenbeslechting (ADR)
, In beginsel is alternatieve geschilbeslechting, ook wel Alternative Dispute Resolution in strijd met het
fundamentele recht. Op basis van art. 6 EVRM (zie ook 17 Grondwet) kennen we een recht op
rechtspraak van een onafhankelijk gerecht. Toch kan het fijn zijn om hier gebruik van te maken. Het
wordt tot nog toe met name gebruikt bij grote commerciële geschillen.
Onder ADR worden drie groepen verstaan; (1) Arbitrage, (2) Mediation en (3) Bindend advies. Bij
Arbitrage en Bindend advies leidt ADR tot een uitspraak. Er is daadwerkelijk sprake van
geschilbeslechting. Bij mediation ga je onder leiding van een mediator in gesprek.
Het arbitragerecht is opgenomen in 1020 e.v. van het boek 4 Rechtsvordering. Ook wel de
arbitragewet. Ondanks dat de basis in strijd is met het fundamentele recht op een onafhankelijk
gerecht is de verdere uitwerking wel geregeld door fundamentele beginselen. Zo moet ook hier het
arbitragegerecht zo volledig mogelijk worden ingelicht.
Het belangrijkste instituut wat betreft Arbitrage is het Nederlands Arbitrage Instituut. Verder ken je nog
het zgh. Unum en wordt Arbitrage veel bij problemen met spelers- en trainerscontracten gebruikt. Dat
wordt binnen de sport meestal dan ook zelf geregeld. Het voordeel van dit soort geschilbeslechting is
dat je dan altijd iemand met verstand van zaken tegenover je hebt zitten. Mocht er een geschil zijn
over een bepaalde speler die wel of niet goed speelt dan is dit moeilijk te bewijzen. Het kost dan voor
de rechter ontzettend veel tijd om hier een goed oordeel over te vellen als hij of zij hier geen verstand
van heeft.
Voor arbitrage binnen Nederland gelden de artikelen 1020 tot 1073.
Voor arbitrage buiten Nederland 1074 tot 1076 Rechtsvordering. Hierin staan de gevolgen met
betrekking tot buitenlandse arbitrage voor de Nederlandse rechtssfeer. De competentieregeling wordt
beschreven in artikel 1074 Rechtsvordering.
De erkenning en tenuitvoerlegging van vreemde arbitrale vonnissen wordt geregeld in 1075 en 1076.
De plaats van arbitrage kan anders zijn dan de plaats van zitting, omdat in arbitrage afgeweken wordt
van art. 17 Grondwet.
De basis van arbitrage ligt in artikel 1020 Rechtsvordering. Er moet een overeenkomst tot arbitrage
zijn. In het contract staat dit meestal onder het kopje Forumkeuze. Bij een forumkeuze kan er gekozen
zijn voor een bepaalde sector van de rechtbank of voor een bepaald arbitragegerecht. Er zijn dus
meerdere mogelijkheden.
De overeenkomst van Arbitrage moet los worden gezien van de gewone overeenkomst. Dit heet de
separabiliteit. Als de overeenkomst nietig is, kan de arbitrage wel blijven bestaan!
Vaak wordt nadat aangegeven is dat er een overeenkomst tot arbitrage is, ook dat het reglement van
de Nederlandse arbitrage van toepassing is verklaard. Dat geldt dan vóór de normale wetgeving. Dit
hoeft echter niet. Arbitrage kan dusdaning worden ingericht dat partijen dit totaal zelf bepalen.
Als er geen arbitrage is afgesproken kan dit niet gedwongen worden doorgevoerd.
De totstandkoming van de overeenkomst tot arbitrage is zodoende consensueel. Dit hoeft niet formeel
opgeschreven te zijn. Ter bewijs geldt echter gewoon artikel 150 Rechtsvordering. Als iets
weersproken wordt moet het worden bewezen. Het systeem hiertoe is open, tenzij de wet anders
bepaald! In dit geval bepaald de wet anders. Er moet een afspraak op geschrift zijn! (Artikel 1020
Rechtsvordering).
Arbitrage wordt ook wel een scheidsgerecht genoemd. Het staat onder art. 6236n op de zwarte lijst.
Het is daarmee onredelijk bezwarend om dit te bedingen, tenzij de wederpartij een termijn krijgt van
ten minste een maand waarin zij nog kan besluiten voor de door de wet bevoegde rechter te kiezen.
Als je wordt betrokken binnen een arbitrage overeenkomst en je mond houdt geldt de overeenkomst
ook. Op grond van art.1052 Rechtsvordering moet een beroep op onbevoegdheid vóór alle weren
gedaan worden. Volgens de Hoge Raad betekent dit dat je dit moet noemen bij de eerste keer dat je
aan zet bent. (Memorie van Antwoord.) Niet per sé het allereerste wat je zegt, maar wel binnen de
eerste keer dat je je woord doet.
Het scheidsgerecht kan er voor kiezen om de procedure in een formele en materiële procedure op te
knippen (zgn. Bifurcage).
Waar de wet NIET aangeeft dat je voor alle weren moet aanvoeren wat je over de procedure te
zeggen hebt moet er ook ten principale worden verweerd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MathildeD. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.89. You're not tied to anything after your purchase.