• Het brein is een orgaan en bestaan uit zenuwweefsel. De cellen in dit weefsel noemen we
zenuwcellen. Zenuwcellen bestaan uit neuronen of gliacellen.
Wat is gedrag?
• Gedrag is elke vorm van observeerbare actie of reactie van een mens of dier in reactie op
externe of interne stimuli.
• Voorbeelden: beweging, spraak, houding, blozen, gedachten.
• De meeste vormen van gedrag bestaan uit een mix van aangeboren en aangeleerde
reacties/ acties.
o Voorbeelden: zuigreflex in baby’s is aangeleerd, eten op latere leeftijd is sterk
beïnvloedt door leerprocessen en cultuur.
• Mix varieert sterk tussen diersoorten( dus niet binnen de soort zelf).
o Kleiner/ eenvoudig zenuwstelsel -> kleiner gedragsrepertoire ( hoeveelheid
handelingsmogelijkheden), simpelere gedragingen, veelal aangeboren.
o Groter, meer complex zenuwstelsel -> groter gedragsrepertoire, meer complexe
gedragingen, beïnvloedt door leer processen ( meer aangeleerd gedrag)
Evolutie van hersenvolume
• Zuidelijke aap heeft een hersenvolume van 0.4 kg. De handige mens heeft een hersenvolume
van 0. 8 kg. De rechtopstaande mens heeft
een hersenvolume van 0.89 tot 1.18 kg. De
wetende mens heeft een hersenvolume van
1.48 kg. Hersenvolume heeft dus
toegenomen.
• Encefalisatiequotiënt ( EQ)= feitelijk
hersengewicht/ verwacht hersengewicht op
basis van lichaamsgewicht.
o De moderne mens heeft het
grootste brein in verhouding tot
lichaamsgewicht.
• In 4 miljoen jaar tijd is het relatieve hersengewicht verdrievoudigd.
• Hoe komt het dat ons brein zo groot is geworden?
o Leefwijze -> fruit eten is meer complex dan gras eten. Door gebruik van vuur om te
koken ( voorverteren) bleef er meer tijd over voor sociale interactie.
o Eficiënte koeling -> bloedcirculatie in het brein werkt als een radiator, hierdoor kan
het brein een hoog metabolisme handhaven.
o Neotenie: vertraagde ontwikkelen ( ten opzichte van eerdere soorten) ->
eigenschappen uit juveniele fase van voorouders blijven behouden in volwassen
afstammelingen. Bijvoorbeeld: moderne mens lijkt op jonge versies van de
, voorouders, met een disproportioneel groot hoofd in verhouding tot
lichaamsgroottse, weinig gezichtsbeharing.
• Een groter brein is niet een beter brein( binnen de soort). Intelligentie draait waarschijnlijk
meer om het aantal verbindingen tussen de verschillende hersengebieden.
,Hoofdstuk 2
• De hersenen zijn flexibel: hersenweefsel heeft het vermogen om zich aan te passen aan de
omgeving -> neurale plasticiteit.
• Voorbeelden: leren voor tentamen, omgaan met life events, stress
Anatomische aanduidingen van locaties in het brein
• Brain – body orientation -> locatie van hersengebieden met het gezicht als referentie. Een
medial view is bijvoorbeeld gericht naar het midden.
• Spatial orientation-> locatie hersengebieden in relatie tot andere onderdelen van het
lichaam. Dit hangt af van lichaamshouding.
• Anatomische orientation-> de richting van doorsnedes of secties van het brein vanuit het
perspectief van de toeschouwer.
• Meninges -> de drie lagen die
bestaan uit beschermd weefsel,
bestaande uit dura matter,
arachnoid en pia matter. De
meninges omhullen de hersenen en
het ruggenmerg.
• Dura matter-> sterke draagbare
laag weefsel die aan de schedel vastzit en de hersenen en ruggenmerg omhullen als een
soort zak.
• Arachnoid laag -> is het spinnenwebvlies, is een heel dun stuk weefsel dat contour van
de hersenen mee volgt.
• Pia laag -> sterk membraan wat aan het oppervlak van de hersenen vast zit.
• Cerebrospinale vloeistof -> zit tussen de arachnoid laag en de pia laag. Dit zorgt ervoor
dat de hersenen kunnen uitzetten zonder gelijk tegen de schedel aan te drukken.
Bloedtoevoer
• De hersenen zijn sterk doorbloed en krijgen veel voedingstoffen en zuurstof ( hoog
metabolisme)
• De hersenen krijgen bloed van de cerebrale slagaders vanuit de nek.
• Ischemische CVA/ herseninfarct -> afsluiting van bloedvat door bloedprop of vernauwing,
wat leidt tot een lokaal zuurstof tekort.
• Hemorragisch CVA/ hersenbloedding -> bloeduitstorting in de hersenen door opengebarsten
of gescheurde bloedvat
De hersenen gezien vanaf de buitenkant
• Cerebrum de grote hersenen
• Cerebellum de kleine hersenen
• De hersenstam
o Algemeen principe: hoe hoger een
structuur fysiek in de hersenen ligt,
hoe complexer de functie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller delanakroon. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.94. You're not tied to anything after your purchase.