- Vak behaald met een 8 - Alles voor week 6 van het vak Inkomstenbelasting voor het MKB 2018/2019. Bestand bevat:
1) De uitwerking van het hoorcollege, inclusief jurisprudentie en relevante sheets. Niet woordelijk meegetypt want in dit vak was er veel ruis en extra informatie die je niet nodig hebt...
HC 6 – 10 oktober 2018 – JAARWINSTBEPALING (1) – GOED
KOOPMANSGEBRUIK EN WAARDERING ACTIVA
Goed Art. 3.25 Wet IB 2001: winst op basis van GKG, bestendige gedragslijn.
koopmans- Bedrijfseconomie is een hulpmiddel (HR 4 Goed koopmansgebruik is in beginsel
gebruik bedrijfseconomie BNB 1957/208), tenzij dat strijd oplevert met:
Wettelijk voorschrift;
Beginselen van GKG;
Opzet belastingwetgeving.
Of iets winst is of niet hangt niet af van GKG, alleen van art. 3.8 Wet IB 2001
(bronkwalificatie). GKG is wanneer is die winst belast (welk kalenderjaar).
Herwaarderen mag fiscaal niet!!
Beginselen GKG:
Baten worden uiterlijk belast:
Levering/dienst verricht: in het jaar waarin levering of dienstverlening heeft
plaatsgevonden.
Geen levering: in het jaar waarin het zeker is geworden dat de baten zullen
worden ontvangen.
Lasten zijn eerst aftrekbaar:
Als er corresponderende baten zijn: in het jaar waarin de corresponderende
baten belast zijn.
Als er geen corresponderende baten zijn: in het jaar waarin de lasten
veroorzaakt zijn.
!! Tentamen: Leer deze regels uit je hoofd! De beginselen hoef je niet toe te passen
want ze zijn een beetje vaag en overlappend.
!! Eenvoudbeginsel wordt bijna nooit toegepast.
Belangrijkste beginsel = balanscontinuiteit: eindvermogen jaar 1 = beginvermogen jaar
2. (Is nodig om vermogensvergelijking te kunnen doen).
VB: Een ondernemer koopt op 2 januari 2016 een winkelpand voor € 1.500.000. Ultimo
2017 is de verkoopwaarde van het pand € 1.600.000. In 2018 wordt het pand verkocht
en geleverd voor € 1.700.000.
In welk jaar wordt de winst belast? 2018. Uiterlijk in het jaar van levering. (Waarom
uiterlijk? Ondernemers willen winst vooruitschuiven, daarom uiterlijk. Ze mogen het wel
eerder, maar het gaat er vooral om dat ze het niet later mogen)
Bestendige gedragslijn = Ziet op de keuze voor een waarderingsstelsel. Ondernemer
mag zelf een stelsel kiezen, zolang dat stelsel in overeenstemming is met GKG.
, Waardering Bedrijfsmiddelen (vast actief): kostprijs minus afschrijving of lagere marktwaarde.
activa Onderhanden werk: overeengekomen vergoeding. (art. 3.29b Wet IB 2001)
Voorraad: kostprijs (a.d.h.v. fifo of lifo) of lagere marktwaarde.
Vorderingen: nominale waarde of lagere marktwaarde.
Effecten: kostprijs of lagere marktwaarde
Liquide middelen: nominale waarde. (Op andere wijze is in strijd met GKG, logisch
ook want euro’s)
VB waardering bedrijfsmiddel:
Aankoop kantoorpand op 2 januari 2018 voor € 25.000.000. De overdrachtsbelasting
bedraagt € 1.250.000. Het wordt in 20 jaar lineair afgeschreven. De restwaarde wordt
geschat op € 16.250.000. Afschrijving is dus € 500.000 per jaar (let op maximum art.
3.30a Wet IB 2001). Wat is de winst (verlies) in dit jaar?
Art. 3.30 Wet IB 2001: kostprijs omvat ook aankoopkosten, zoals
overdrachtsbelasting, makelaar. Hier is dat dus 25 mio + 1,25 mio = 26,25 mio.
Na afschrijving van 2017: 500.000 afschrijving eraf:
VB waardering OHW:
Projectontwikkelaar Bouwfonds begint op 1 januari 2014 met de ontwikkeling van de
Symphony toren met de bedoeling een huurder te zoeken en de toren te verkopen.
Bouw- en ontwikkelingskosten bedragen € 100 miljoen, periode is 3,5 jaar. Bouwfonds
verkoopt de toren aan pensioenfonds Philips voor € 250 miljoen. Levering vindt plaats
in 2017.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rechtsgeleerdheidenfiscaal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.73. You're not tied to anything after your purchase.