- Vak behaald met een 8 - Alles voor week 7 van het vak Inkomstenbelasting voor het MKB 2018/2019. Bestand bevat:
1) De uitwerking van het hoorcollege, inclusief jurisprudentie en relevante sheets. Niet woordelijk meegetypt want in dit vak was er veel ruis en extra informatie die je niet nodig hebt...
HC 7 – 17 oktober 2018 – JAARWINSTBEPALING (2) – WAARDERING PASSIVA
Schulden Waardering:
Op nominale waarde, tenzij de contante waarde aanmerkelijk (10%) afwijkt van de
nominale waarde (BNB1958/342).
Schulden blijf je op nominale waarde waarderen totdat zeker is dat je niet meer
hoeft terug te betalen (BNB 2003/44). (Voorzichtigheidsbeginsel) ook in
faillissement vervalt de betalingsverplichting niet automatisch. Dus pas winst nemen
als het zeker is.
Voor voorwaardelijke schulden en betwiste schulden:
o Waarderen indien en voor zover een redelijke kans bestaat dat ze betaald
moeten worden.
o Waarderen op het bedrag dat redelijkerwijs uit de verplichting kan
voortvloeien, BNB 2011/29 en BNB 2011/264
Voorzieningen Schulden vs. Voorzieningen: Schulden zijn juridisch afdwingbare verplichtingen. Bij een
voorziening gaat het om uitgaven die je verwacht te maken in de toekomst, maar
waartoe (nog) geen juridisch afdwingbare verplichting bestaat.
Zodra het over voorziening gaat op tentamen: Baksteenarrest + 3 voorwaarden. Komt
er sowieso in.
Basis voor een voorziening is art. 3.53 Wet IB 2001 (KER), maar belangrijker is
tegenwoordig het HR Baksteen-arrest, BNB 1998/409: “Je mag een voorziening
vormen voor toekomstige uitgaven.”
Voorwaarden:
1. Oorsprongvereiste: Uitgaven moet oorsprong hebben in dit jaar. Moeten zijn
opgekomen n.a.v. feiten en omstandigheden die zich in dat jaar hebben
voorgedaan.
2. Toerekeningsvereiste: Uitgaven moeten aan dit jaar kunnen worden toegerekend.
3. Redelijke kanscriterium: Er moet een redelijke kans zijn dat de uitgaven ook
daadwerkelijk gedaan worden. (Op basis van ervaringscijfers van ondernemers).)
Herinvesterings Als er winst wordt gerealiseerd en die winst wordt opnieuw geinvesteerd in de
-reserve (HIR) onderneming, mag een herinvesteringsreserve worden gevormd. Er moet een
voornemen tot herinvesteren zijn. Herinvesteren hoeft niet in hetzelfde boekjaar.
Auto heeft op 31 december 2016 een boekwaarde van € 40.000. Auto wordt op 31
december 2016 verkocht voor € 50.000. Nieuwe auto wordt in januari 2017 gekocht
voor € 60.000.
, Art. 3.54 Wet IB 2001 zegt: je moet de HIR afboeken op de kostprijs van de nieuwe
auto. Je schuift de boekwinst op de oude auto door op de nieuwe auto. Zelfde idee als
stakings doorschuiving.
Voorwaarden: bedrijfsmiddel, alleen in kalenderjaar + 3 opvolgende (als je dan niets
nieuws hebt gekocht valt de HIR vrij ten gunste van de winst), soms moet het zelfde
economische functie hebben. (Auto mag niet op een pand afgeboekt want auto is kort
en pand is lang).
Lang op lang: mag, mits zelfde economische functie (art. 3.54 lid 3 Wet IB
2001).
Lang op kort: mag
Kort op kort: mag
Kort op lang: mag niet.
(Lang/kort ziet op hoe lang je afschrijft.)
Foutenleer Voorkomen dat winst niet belast wordt of dubbel belast wordt (o.a. BNB 2012/52).
Alleen balansfouten die aan het eind van het jaar er nog op staan.
Hoe herstel je een fout? Stappenplan what to do:
1. Herstellen in het jaar waarin de fout is gemaakt.
2. Afgelopen 5 jaar: navordering (art. 16 AWR) of ambtshalve vermindering (art. 9.6
Wet IB 2001) of vrijwillige verbetering (niet in de wet geregeld), dit laatste is een
soort deal als niemand het meer weet en dan betaalt de belastingplichtige bijv nog
100.000 euro en dan is het weer in orde.
3. Als herstel in het jaar waarin de fout is gemaakt niet mogelijk is, dan foutenleer
toepassen: dan ga je herstellen in het oudste nog openstaande jaar.
Foutenleer stappenplan:
1. Balanscontinutiteit: Basisregel van gkg is toepassen balanscontinuiteit. De
beginbalans van dit jaar moet gelijk zijn aan de eindbalans van het voorgaande jaar.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rechtsgeleerdheidenfiscaal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.71. You're not tied to anything after your purchase.