100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
IBO deel 1 bestuurlijke kaart openbaar bestuur $3.75
Add to cart

Class notes

IBO deel 1 bestuurlijke kaart openbaar bestuur

 100 views  10 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

IBO deel 1 bestuurlijke kaart openbaar bestuur hoorcolleges en delen van het boek. Cijfer 8.3 gehaald voor tentamen

Preview 4 out of 44  pages

  • October 30, 2018
  • 44
  • 2018/2019
  • Class notes
  • Unknown
  • All classes
avatar-seller
Inleiding bestuurs- en organisateeetenschappen

Deel 1: De bestuurlijke kaart
Wat is het? – sterk feitelijke beschrijving – instantessffnctese taken en bevoegdheden
Hoe hangen ze met elkaar samen?
Hoe transparant is de regering

Centrale vragen?

1. Welke bestffrlijke organisates zijn er?
2. Hoe ziten ze in elkaar?
3. Welke verbanden zijn er met andere bestffrlijke organisates?

Kenmerken openbaar bestffr van Nederland

1. Nederland kent als staatsvorm een consttutonele monarchie
A. Koning als staatshoofd
B. Daarnaast diverse ambten met eigen bevoegdheden
C. Macht van koning wordt ingeperktsgebaseerd door de grondwet – rechten en plichten
2. Rechtsstaat: geen bestffrlijke willekefr – de macht wordt geregfleerd en beperkt door het
rechte het bestffr wordt fitgevoerd via bepaalde weten staat vast). De bevolking beschikt
over grondrechten
3. Trias politca – scheiding der machten
A. Wetgevende macht die weten opstelt) parlement)
B. Uitvoerende macht die het dagelijks bestffr van de macht fitoefent) regering)
C. Rechtsprekende macht toets fitvoering aan de wet)
D. Onafankelijk van elkaar en elkaar controleren
4. Scheiding van kerk en staat – vrijheid van godsdienst
5. Parlementair stelsel representateve democrate) – de fitvoerende macht is
verantwoording schfldig aan het parlement; rechtstreeks het hoogst beslfitvormende
orgaan kiest
A. Ministeriële verantwoordelijkheid – koning onschendbaar en ministers verantwoordelijk
B. Vertrofwensregel – heef f ons goed geïnformeerd
C. Dfalistsch stelsel – landelijke provinciaal en gemeentelijk gescheiden)
6. Bestuurders eorden niet gekozen – president wordt niet gekozen
7. Kiesstelsel met evenredige vertegeneoordiging
A. Evenredige vertegenwoordiging – aantal zetels is in overeenstemming van de aanhang
van de partj
8. Gedecentraliseerde eenheidsstaat medebewind-aftonomie) – staatsvorm waarbij
territoriale eenheden binnen een eenheidsstaat zelfstandige bevoegdheden hebben.
Eenheid moet ook zichtbaar zijn
9. Geen consttutoneel hof en geen juryrechtspraak – centraal rechtscollege dat fitspraken
doet over de grondwetelijkheid van de weten of andere wetskrachtge normen en
verdragen; weten worden niet getoetst aan de grondrecht laten alles aan de rechter)
10. Uitgebreid functoneel bestuur – waterschappen en bedrijfslichamen; dit zijn bestffrslagen
die fitslfitend op een bepaald terrein hfn ffncte fitoefenen netwerk met specifeke taken)

,Nederlands bestffr is inclfsief (6 C’s) – Nederlandse bestffrsstjl hoe we met elkaar omgaan)

1. Coalite – geen regering door meerderheid van één partje altjd samenwerking nodig voor
meerderheid
2. Collegialiteit – elkaar iets gfnnen
3. Compromis – iedereen moet er zich in kfnnen vinden
4. Consensus =overeenstemming) – zich fjn in voelen; waar kfnnen we elkaar vinden
5. Coöptate – niefwe groepen betrekken; niefwe spelers in het speelveldssysteem kom er
maar bij; nadenken en meebeslissen)
6. Coöperate – samenwerken is belangrijk

Nadeel – gebrek aan daagkracht en daadkracht lfllige compromis; wat lost het op?)

De drie bestffrslagen

1. Natonaal – rijksniveaf en ministeries
2. Territoriaalsffnctoneel – provinciese gemeentene rechterlijke machte politee waterschappen
en zelfstandige bestffrsorganen
3. Internatonaal vb. EU)

Natonaal
Kenmerken van een staat

o Territorifm – specifek grondgebied; begrensd door andere staten
o Bevolking
o Wetelijke ordening en bestffrlijke organisates die wet en regelgeving kfnnen handhaven
o Erkend door andere staten

UNPO = Unrepresented Natons and People Organizaton
= Wie niet erkend als land kan wordene maar wel aanstalte maken maar bijv. door de regering
worden gezien als minderheidsgroep. Vb. Washington DC= zelfstandige eenheid volgens de
grondwete inwoners geen enkele zeggenschap over de gemeente.

Koninkrijk der Nederlanden
De Staat der Nederlanden – Rechtspersoon
Het land Nederland

Vanaf 10 oktober 2010

o 4 landen Nederlande Arfbae Cfraçao en Sint-Maarten)
o Bonairee Saba en St. Efstatfs Caraïbisch Nederland) – Openbare Lichamen; vormen
bijzondere gemeente verenigd in Eilandsraad Caribisch Nederland; NL bevoegdheid om
gemeente ter verantwoording te roepen en macht over te nemen.
o Statfft voor het Koninkrijk der Nederlanden = om die 4 landen samen te werken hoe
gedragen ze zich van elkaar en wat zijn de afspraken ? Eigen grondwet; eigen manier van
regelen)

,Koninklijksregering

o Nederlandse ministers
o Gevolgmachtge ministers – vanfit de drie andere landen die in de regering wordt gedfmpts
afgevaardigd; belangen van de andere landen; als er problemen zijn en frgente – er zit een
hele organisate achter organogram)

Nederlandse Grondwet
Bestaat fit 8 hoofdstfkken
1. Grondrechten – klassieke afweerrechten) en sociale)
2. Regering
3. Staten Generaal – bevoegdheden van het parlement
4. Raad van Statee Algemene Rekenkamere Natonale Ombfdsmane vaste colleges van advies
5. Wetgeving en bestffr – hoe komt wetgeving tot stand
6. Rechtspraak – rechterlijke macht
7. Provinciese gemeentene waterschappen en openbare lichamen – verschillende lagen
8. Herziening grondwet – regels

Klassieke grondwetenn

o Art. 1n Gelijkheidsbeginsel s discriminateverbod
o Art. 2 tsm 5n Politeke rechten
o Art. 6 tsm 9n Vrijheidsrechten
o Art. 10 tsm 15n Bescherming individf
o Art. 16 tsm 18n Jfridische bescherming van de bfrger

Sociale grondwetenn art. 19 tsm 23n Sociale grondweten bepalen dat de overheid de zorgplicht
heef tegenover de bfrgers op het gebied vann

o Hfisvestng
o Sociale zekerheid
o Gezondheidszorg
o Onderwijs

Belangrijke fitgangspfnten grondwet 3 hoofdpfnten)

1. Parlementair stelsel
A. Parlement door bevolking gekozen – regering niet bestffrders niet gekozen)
B. Ministeriële verantwoordelijkheid voor het Koninklijk Hfis en ambtenaren apparaat
fitspraken) – en wordt ter verantwoording geroepen  gebaseerd op de
vertrofwensregel; worden gecontroleerd door het parlement
C. Vertrofwensregel – impliciet vertrofwen alles en iedereen met het oog op openbaar
bestffr totdat het tegendeel is bewezen; we gaan altjd fit van vertrofwen) en expliciet
wantrofwen vertrofwen in bestffrslid wordt opgezegd) mote van wantrofwen) – niet
goed geïnformeerd; we vertrofwen je niet meer
2. Rechtsstaat
A. Staat is onderworpen aan regels van het recht – recht is leidinggevende

, B.Overheidshandelen gebaseerd op bevoegdheden in weten geen willekefr)
C.Trias Politca legislatevee execftevee jfrisdfcteve)
D.Vrije en geheime verkiezingen
E.Grondrechten 23) – klassiek vrijheid van het individf) en sociaal rechten die je hebte
maar die je niet kan vergelden; lastg om sterk af te dwingen)
Sociale grondrechten bepalen dat de overheid een zorgplicht heef tegenover bfrgers op
het gebied vann
Werkgelegenheid en vrije arbeide Bestaanszekerheid en welvaarte Leefaarheid en miliefe
Volksgezondheid
F. Persvrijheid
3. Gedecentraliseerde eenheidsstaat
A. ‘Hfis van Thorbecke’ – verschillende aftonome bestffrslagen; natonaale provinciaal en
gemeentelijk. Hfis; dak is natonaal niveaf
B. Autonomie van lagere overheden – Gemeente mag bijv. bepalen hoe ze de gemeente
indelen bijv. APV) vb. Urk en vloeken; vloekverbod in strijd met de grondrecht –
gedragen naar de regels die Nederland afgesproken heef
C. Medebewind – verplicht fitvoerder bijv. WROn bestemmingsplannen) – wanneer hogere
instantes aan lagere een fitvoeringsregeling oplegt – natonaal niveaf; elk gemeente
moet een bestemmingsplan hebben – hoe ze het moeten doen moeten ze zelf weten
D. Toezicht – vernietgen beslfiten door de Kroon wanneer in strijd met wet of algemeen
belang Kroon = koning + regering = hoogst politek fitvoerend orgaan)

Politek – bestffrlijke insttftes

o Regering
A. Koning staatshoofd) – zorgt voor eenheidsgevoel; niet teveel bemoeien met beslfiten
a. Symbolisch
b. Kabinetsformate; sinds 2012 geen rol meer voor staatshoofd vroegern benoemen
informatefr; niet transparant)
c. Troonredee regeerakkoorde gedoogakkoord rol)
d. Informele inhofdelijke invloed? discfssiepfnt) – informeel heef de koning wel veel
invloed Willem Alexandern ‘’doen jfllie dat maar’’)
B. Ministers ministerploeg)
a. Ministeriële verantwoordelijkheid ook voor ambtelijk apparaat
b. Leiding ministerie – hoogste politeke baas
c. Zonder portefefillesprogramma bepaalde beleidsterreinen)
C. Ministerraad gezamenlijke ministers) en onderraden
a. Ministers hoeven niet overal bij te zijn beleidsterreinen)
E. Posite Minister-President
a. ‘’Primfs inter parfs’’ – alle ministers zijn gelijk
b. Algemene Zaken o.a. Rijksvoorlichtngsdienst en WRR)
c. Voorziter ministerraad agenda)
d. Regeringsleider in EU-verband Efropese Raad)
D. Staatssecretarissen zelfstandige verantwoordelijkheid – geen stemrecht; geen deel fit
minsterraadskabinet)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mylenefaas. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.75  10x  sold
  • (0)
Add to cart
Added