Alle hoorcolleges van het onderdeel 'Vergelijkend Staatsrecht' Radboud Universiteit B2. Duitsland, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Verenigde Staten en de Europese Unie. Hiermee hebben ik en een vriendin een 8 gehaald op ons mondeling! (en zij was nooit bij de HC's ;)).
Gemeenschappelijke kenmerken:
- uitgangpunten ‘
o Democratie met een volksvertegenwoordiging/parlement
o Principe van machtenscheiding (in verschillende vormen)
o Rechtstaat
o Onafhankelijke rechters
o Regering en een staatshoofd (wij en VK koning en VS en FA president)
Soms staat de regering los van het staatshoofd (Du), soms is de president de
regering (VS), president als ceremoniële functie en als regeringsleider
- regeringsstructuur
Collegiaal element (gezamenlijk), resortelement (eigen competentie minister) en
regeringsleider
- vertegenwoordigend lichaam
- onafhankelijke rechter en toetsing
Altijd kijken naar historische achtergrond van de ambten in die landen en bijv. waarom ze
daar dat machtenscheidingsmodel hebben gekozen. VB TT waarom is Franse president veel
sterker in regeringsstructuur dan de Duitse president en hoe is dat te verklaren?
Verschillen:
- verschillende begrippen en verschillende constructies
- verschillende achtergronden
Staatsvorm BRD
Welke zijn de wezenlijke kenmerken van het federalisme?
Hoe zijn de bevoegdheden verdeeld in een federale staat?
Algemeen: Staatsvorm = geheel van de staat. Twee richtingen
- Unitarisme – eenheidsstaat/ centraal gezag (NL,FA). Lagere overheden staan onder het
gezag van de centrale overheid. Sint Eustatius taakverwaarlozing, ingrijpen moet bij wet
worden aangenomen TT bijhouden. Op basis van die taakverwaarlozingswet wordt nu
een regeringscommissaris aangesteld die het hele gezag overneemt. Voorbeeld van hoe in
een eenheidsstaat dat centrale gezag vergaand toezicht kan uitoefenen op de lagere
overheden.
- Federalisme – statenbond (zwak) (EU) op basis van een verdragsconstructie van
soevereine staten
- Federalisme – federale staat of bondsstaat (sterk) > een soevereine federale staat (DU,
Oostenrijk, Zwitserland, Italië, België)
,Algemene kenmerken Duits federalisme:
1. Tweeledige staat: samengestelde staat met 2 niveau’s; een staat als geheel (1)
bestaande uit deelstaten (2). De deelstaten hebben alle kenmerken van een
soevereine staat. Die deelstaten hebben een eigen grondwetten. DU als geheel heeft
het Grundgesetz en elke deelstaat (16) heeft ook een eigen grondwet dus 17
grondwetten. Elke deelstaat heeft een eigen volledige overheidsorganisatie. Die
deelstaten hebben ook substantiële bevoegdheden. De soevereiniteit van de
deelstaten is niet volledig: mag zich bijv. niet afscheiden. Het blijft een onderdeel van
de staat als geheel. Er geldt een eenheid in het constitutionele recht die berust op
een federale grondwet. Federale staat is een staatsrechtelijk samenwerkingsverband,
namelijk op basis van een grondwet. Dus niet een internationaal
samenwerkingsverband op basis van een verdrag. de deelstaten bezitten exclusieve
bevoegdheden (in tegenstelling tot eenheidsstaat), excl. Wetgevingsbevoegdheden,
bestuursbevoegdheden en rechtspraak etc.
2. Statelijkheid deelstaten
3. Eenheid in constitutioneel recht
4. Loyaliteit: verbondenheid. Er wordt van de deelstaten verwacht dat ze samenwerken
binnen de staat en loyaal zijn aan elkaar.
5. Voorrang federaal recht boven wetten van de deelstaatparlementen en werken daar
ook rechtstreeks door.
6. Constitutioneel hof: Er zijn competentiegeschillen in een federale staat. Je moet dan
een rechter hebben die die geschillen beslist. Een speciaal gerechtshof namelijk het
Bundesverfassungsgericht beslist competentiegeschillen en heeft daarin dus het
laatste woord. Wie is bevoegd: deelstaat of federale overheid?
7. Zeggenschap deelstaten op federaal niveau: deelstaten zijn vertegenwoordigd in het
parlement.
Waarom is Duitsland een federale staat? De Geallieerden eisten in 1948 dat Du een federale
staat zou worden. Ze wilden geen Du meer met een sterk centraal gezag maar juist een Du
waarin het gezag meer verdeeld zou worden. Het gezag is verticaal heel sterk verdeeld nu.
Maar dat is een vertekening van de werkelijkheid. Duitsland kent namelijk een hele sterke
federale traditie. Duitsland was een federale staat voor 1933. In feite is in 1948 teruggekeerd
naar de oorspronkelijke staatsvorm. Het gevolg is spreiding van staatsmacht en dus een
vorm van machtenscheiding (verticaal). Het bevordert ook de democratie want je brengt de
overheid dichter bij de burgers in de deelstaten. De burger krijgt meer zeggenschap.
Verankering in het Grundgesetz (GG):
-art 20 GG: Die BRD ist ein demokratischer und sozialer Bundesstaat hierin staat dat
Duitsland een federale staat is. Geeft een aantal belangrijke principes van de Duitse
rechtstaat
o Lid 1 Bundesstaat = bondsstaat = federale staat
o Daarna naar art. 79 Grundgesetzes gaan! Naar lid 3. Als je 20 noemt.
-art 79.3 GG:(3) Eine Änderung dieses Grundgesetzes, durch welche die Gliederung des
Bundes in Länder, die grundsätzliche Mitwirkung der Länder bei der Gesetzgebung oder die
in den Artikeln 1 und 20 niedergelegten Grundsätze berührt werden, ist unzulässig
, een wijziging van de Grondwet waarbij de federale staat wordt opgeheven is niet mogelijk/
toelaatbaar. Het principe van federalisme, zoals vastgelegd in art. 20 wordt hier herhaald en
is eeuwig: eeuwigheidsclausule. Is natuurlijk ook een reactie op de Nazitijd: je kan de
federale staat niet meer opdoeken op basis van noodwetgeving. Die van art. 1 zijn ook
onaantastbaar. Kan je daar dan nooit vanaf? Art. 79 mag ook niet gewijzigd worden want
anders heeft die bepaling geen enkele zin. Dat veronderstelt dat artikel. Als de Duitsers zich
bij een referendum uitspreken voor een andere staatsvorm is het wel mogelijk! Maar niet via
een reguliere grondwetswijziging. Het volk heeft het hoogste gezag = volkssoevereiniteit (20
lid 2).
Deze artikelen spelen een hele belangrijke rol in het kader van de EU. Want volgens dit
artikel kan Du nooit opgaan in de federale staat Europa want kan zijn
soevereiniteit/federaliteit niet verliezen door die twee artikelen!!
- Welk uitgangspunt geldt voor verdeling van bevoegdheden?
art. 30 GG:Die Ausübung der staatlichen Befugnisse und die Erfüllung der staatlichen
Aufgaben ist Sache der Länder, soweit dieses Grundgesetz keine andere Regelung trifft oder
zuläß
Legt het principe vast dat bevoegdheden bij de deelstaten liggen. Zij hebben de algemene
bevoegdheid. Tenzij de Grondwet de federale overheid bevoegd maakt. Dat is dus de
uitzondering.
- Hoe zijn de wetgevingsbevoegdheden verdeeld?
Art. 70 GG: Die Länder haben das Recht der Gesetzgebung, soweit dieses Grundgesetz
nicht dem Bunde Gesetzgebungsbefugnisse verleiht.
zegt wat 30 ook doet maar dan op het terrein van wetgeving: deelstaten zijn bevoegd om
wetten te maken, tenzij de grondwet de federale overheid bevoegd maakt.
art. 71 GG uitsluitende bevoegdheden Bond: Im Bereiche der ausschließlichen
Gesetzgebung des Bundes haben die Länder die Befugnis zur Gesetzgebung nur, wenn und
soweit sie hierzu in einem Bundesgesetze ausdrücklich ermächtigt werden
opsomming van onderwerpen waarop de federale wetgever (bondsdag in Berlijn)
exclusief bevoegd is: nationaliteit, defensie, buitenlandse betrekkingen, wetgeving op het
terrein van het internationaal terrorisme (sinds 2017). Zie verder art. 73 GG
art. 72: Concurrerende bevoegdheden: Im Bereich der konkurrierenden Gesetzgebung
haben die Länder die Befugnis zur Gesetzgebung, solange und soweit der Bund von seiner
Gesetzgebungszuständigkeit nicht durch Gesetz Gebrauch gemacht hat
Er is een tussencategorie, dat zijn de concurrerende wetgevingsbevoegdheden.
Uitgangspunt is dat zowel de deelstaten bevoegd zijn als de federale overheid. Constructie:
zodra de federale wetgever regelt, is de deelstaat niet meer bevoegd. Dus zolang er
nationaal nog niks is geregeld dus geen Bondswet is, mogen de deelstaten het regelen.
Federale wetgever mag alleen regelen als er een noodzaak is voor een nationale regeling!
Hij moet dat aantonen. Het constitutioneel hof toetst ook of die noodzaak voor eenheid er
ook echt is. De opsomming van al die onderwerpen vind je in art. 74 GG. Heel veel
onderwerpen kunnen worden overgenomen door de nationale wetgever! Dus eigenlijk
regelen de deelstaten niet bijna alles zelf. Berlijn kan dat allemaal naar zich toetrekken.
De federale wetgever is in de afgelopen tijd in al die onderwerpen actief geworden! Van die
wetgevingsbevoegdheid van de deelstaten is heel weinig overgebleven.
, Art 72.3 GG: Hat der Bund von seiner Gesetzgebungszuständigkeit Gebrauch gemacht,
können die Länder durch Gesetz hiervon abweichende Regelungen treffen über:
- das Jagdwesen (ohne das Recht der Jagdscheine);
- den Naturschutz und die Landschaftspflege;
- die Bodenverteilung;
- die Raumordnung;
- den Wasserhaushalt
Toegevoegd in 2007. Het is een afwijking van die concurrerende wetgevingsbevoegdheid.
Je ziet hier dat op sommige terreinen de deelstaten in hun regeling kunnen afwijken van de
nationale regeling. Het is een inbreuk op het systeem. Vooral milieu en natuurbescherming.
- Hoe zijn de bestuursbevoegdheden verdeelt?
art. 83 GG: deelstaten voeren bondswetten uit
Het bestuur van de deelstaten (dus regering, ministeries, ambtenaren) voert alle
wetgeving uit. Dus zowel de federale wetgeving als de eigen deelstaatwetgeving. Besturen is
in hoofdzaak een deelstaataangelegenheid.
art. 84 GG: toezicht door beleidsregels
Federale overheid stelt beleidsregels voor die uitvoering.
art. 32 GG: (1)Die Pflege der Beziehungen zu auswärtigen Staaten ist Sache des Bundes.
(3) Soweit die Länder für die Gesetzgebung zuständig sind, können sie mit Zustimmung
der Bundesregierung mit auswärtigen Staaten Verträge abschließen
Buitenlandse betrekkingen zijn een uitzondering hierop. Dat blijft een federale
aangelegenheid als bestuurszaak. Daarom zijn ze ook geen soevereine staten. Maar
deelstaten kunnen wel verdragen sluiten en zijn dus wel volkenrechtsubject! Daar hebben ze
altijd de toestemming voor nodig van de federale staat.
- Hoe zijn bevoegdheden van rechtspraak verdeeld?
art. 92 GG:Die rechtsprechende Gewalt ist den Richtern anvertraut; sie wird durch das
Bundesverfassungsgericht, durch die in diesem Grundgesetze vorgesehenen
Bundesgerichte und durch die Gerichte der Länder ausgeübt
De gerechten van de eerste aanleg en de gerechtshoven vallen onder het MvJ van de
deelstaat, en alleen het hoogste gerecht is een federale figuur.
- Conclusie verdeling van bevoegdheden:
Wetgeving: centrale overheid is heel dominant geworden
Bestuur: bijzonder > nog wel sterk geconcentreerd bij de deelstaten (anders dan VS)
Rechtspraak: bijzonder > ook sterk gedecentraliseerd op deelstaatniveau
- Overige principes Duits federalisme
1. loyaliteit
2. Homogeniteit
3. Bondsinvloed
4. art. 31 GG: Bundesrecht bricht landesrecht
5. Medewerking deelstaten in de bond
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bootjeven. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.