100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Cumulus - Economie H1 $6.83   Add to cart

Summary

Samenvatting Cumulus - Economie H1

 42 views  1 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

samenvatting van paragraaf 1.

Preview 2 out of 7  pages

  • No
  • 1
  • March 10, 2024
  • 7
  • 2023/2024
  • Summary
  • Secondary school
  • 3
avatar-seller
Samenvatting Economie h1 vwo3

Paragraaf 1:

Economie gaat voer kiezen. Bij het maken van keuzes ben jij betrokken maar ook producenten
(ondernemingen). Eten dat op je bord ligt is onderneming

Consumenten:

Om de keuzes die een mes maakt te begrijpen, kijken we naar behoeften en de middelen

Behoeften: betekent dat je een goed of dienst nodig hebt of graag wilt hebben

Eerste levensbehoeften: zij goederen en diensten die een mens nodig heeft om te overleven

Luxe producten: zijn goederen en diensten die een mens koopt om het leven comfortabeler te
maken.

Middelen: zijn tijd en geld voor een mens

 Geld dat iemand verdient door te werken heet inkomen
 Ook geld bv zakgeld van je ouders
 Dat geld kun je op een sparrekening zette,
 Je kunt je geld één keer uitgeven en tijd één keer besteden

De mens heeft onbeperkte behoeften en beperkte hoeveelheid geld en tijd dit word ook schaarste
genoemd.

Kenmerk goederen: je kunt ze aanraken, tastbaar, het is materiaal. Diensten kun je niet aanraken,
ontastbaar of immaterieel. Diensten kan je geen voorraad aanleggen en productie consumptie vallen
samen.

Het kopen van goederen heet consumptie. Omdat consument moet betalen ontstaat er op moment
van consumptie een geldstroom. Van consument naar product.

Goederenstroom gaat van de producent naar de consument op het moment van de aankoop van het
goed. Vaak staat er tegenover en geldstroom. Andersom is dat niet altijd het geval. Geld dat je op
een spaarrekening zet, leidt niet tot een goederenstroom.

Producenten:

Producenten produceren goederen en diensten die consumenten kopen. Grondstoffen is iets dat je
nodig hebt om iets te produceren. Om iets te maken heb je ook elektriciteit nodig dat is een
hulpstof. De middelen die nodig zijn om te produceren zijde productiefactoren. Tijdens de productie
worden de grond en hulpstoffen met inzet van productiefactoren omgezet in het eindproduct. Er zij 4
productiefactoren:

 Arbeid: de werkemers
 Kapitaal(goederen): bv fabriek, machines en vrachtwagens
 Natuur: de grond waar de fabriek op staat
 Ondernemerschap: de eigenaar van de fabriek

Het verschil tussen de omzet en de koste nvan de grond en hulpstoffen noemen we de toegevoegde
waarde.

, De werkemers ontvangen loon en leveren daarvoor arbeid. De Beloning voor de inzet van de
productiefactoren noemen we de primaire inkomens. Er zijn er 5

Productiefactor beloning

 Arbeid: loon
 Kapitaal(goederen): Rente en huur
 Natuur: Pacht
 Ondernemerschap: winst

Door in een land in een jaar alle primaire inkomens bij elkaar op te tellen, bereken je het nationaal
inkomen.

Grondstof legt lange weg af voordat een consument een product koopt onderweg komt de grondstof
verschillende bedrijven tegen als je die onder een rijtje zet is het een bedrijfskolom

Er zijn twee soorten goederen die de overheid produceert collectieve goederen en quasi collectieve
goederen. Collectieve goederen: bv politie, rechtspraak en defensie van een land. De overheid
‘’produceert’’ deze goederen omdat veiligheid belangrijk is voor de inwoners. Een vb van quasie
collectief goed is onderwijs. De overheid is verantwoordelijk voor onderwijs omdat ontwikkeling van
burgers belangrijk is. Omschrijving voorbeelden

Individuele goederen Het moet aan twee Bijna alle goederen
voorwaarden voldoen: je moet Bv een appel bij lidl
betalen voor het goed, anders
kun je het goed niet gebruiken
Als jij het goed koopt, kan een
ander het niet kopen. We
noemen dit rivaliserend
Collectieve goederen Moet aan twee voorwaarden Dijken
voldoen: - het is niet mogelijk Rechtspraak
mensen uit te sluiten van het Politie
gebruik van het goed. Ook als Defensie
ze er niet voor betalen. straatverlichting
- het gebruik door de één gaat
niet ten koste van de andere
gebruiker. We noemen dit niet
rivaliserend
Quasi-collectieve goederen Is een individueel goed dat Onderwijs
door de overheid Snelwegen
geproduceerd en geleverd bibliotheek
wordt.
- bv om maatschappelijke
redenen (controleren van de
kwaliteit of het belang voor de
samenleving_
Toen er nog geen geld bestond deden mensen aan directe ruil. Mensen ruilden goederen tegen
andere goederen. toen er weinig beroepen waren was dit handig toen er meer kwamen werd dit
moeilijker want hoeveel broden betaal je voor een broek mensen zochten een oplossing en dit was
geld. Met de komst van geld spreken we van indirecte ruil. Er worden goederen geruild tegen geld.
Eerst was er alleen chartaal geld. Dit is contant geld. Later werd dit ook op bankrekening digitaal
geld word giraal geld genoemd.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ridderdesanne. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.83. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73918 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.83  1x  sold
  • (0)
  Add to cart