Samenvatting VD Spelling – Spelling H. Huizenga Taal & Didactiek HFD 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8, 10
Hoofdstuk 1: Ons spellingsysteem
De moeilijkheden in onze spelling hebben voor een belangrijk gedeelte te maken met de manier
waarop wij onze taal weergeven. Op de basisschool moeten we de kinderen de systematiek in ons
spellingsysteem aanleren en er ze bewust van maken.
1.1 Ons schriftsysteem en leren spellen
Het Nederlands heeft een alfabetisch schriftsysteem. De alleroudste manier om de menselijke taal
vast te leggen, is om woorden weer te geven middels tekeningen en pictogrammen pictografisch
schriftsysteem (nu ook nog bij verkeersborden).
Voordeel pictografisch schrift: een vrij ingewikkelde boodschap op een simpele manier
weergeven. Op de basisschool kunnen leerlingen ook met het pictografisch systeem hulp
krijgen bij het leren van woorden. Pictogrammen geven concrete dingen aan, maar kunnen
geen abstracte dingen uitbeelden.
Om ook abstracte dingen weer te geven, ontwikkelde een schrift waarbij één afbeelding ook
één ding zou weergeven. Als elk plaatje voor één woord staat, is dat logografisch
schriftsysteem. De taal wordt dan op een systematische manier weergegeven waarbij zelfs
voor-/achtervoegsels aparte symbolen krijgen. Het Chinees kent nu nog een logografisch
schrift.
Rond 1000 v. Chr. ontdekten de Feniciërs dat alle woorden aan een beperkt aantal klanken
worden gekoppeld. Dit leidde tot de ontwikkeling van ons alfabet. Ze schreven alleen
medeklinkers op (zoals nu @ Hebreeuws). De Grieken ontwikkelden het alfabet verder en
voegden klinkers aan het systeem toe. Het gaat dus om het weergeven van afzonderlijke
spraakklanken van een woord: het alfabetisch schriftsysteem.
! In de praktijk niet voor elke spraakklank een apart teken. Het verschil in klanken tussen
been /ee/ en beer /i/ is te klein om er een apart teken voor te gebruiken: alleen een aparte
spraakklank bij verschil in betekenis = foneem. Bij beer is er puur sprake van een
uitspraakvariant van het foneem /ee/.
Het Nederlands gebruikt het Latijnse alfabet, maar het NL heeft 34 fonemen en het Latijns 26 letters.
Toevlucht gevonden in combinatie van letters zoals /oo/. Grafeem = schriftelijke weergave (letter of
lettercombinatie) die verwijst naar een foneem. NL heeft 36 grafemen omdat er voor sommige
fonemen twee mogelijke grafemen zijn (ij/ei en ou/au)
Alfabet heeft ook letters die niet één foneem weergeven, maar een combinatie van fonemen zoals de
x en q voor /ks/ en /kw/ en de c voor /s/ en /k/.
Problemen alfabetisch schriftsysteem:
Fonemen zijn lastig te herkennen
o Foneem is een abstract begrip
o Het herkennen ervan is een abstract denkproces
Grafemen die uit twee verschillende letters bestaan zijn lastig. Dit zorgt voor spellingen als
peos en tiun.
o Het onthouden van de volgorde van de letters binnen het grafeem is lastig.
1
, Koppeling tussen fonemen en grafemen is niet
eenduidig. Elk foneem wordt in principe door één
grafeem weergeven, maar in de loop der eeuwen
is er een ontwikkeling gewest waarbij spelling
steeds meer los staat van de uitspraak.
o Tegenwoordig voor grafeem /aa/ zowel
de aa als de a.
o Voor het grafeem /u/ vijf mogelijkheden
in de woorden put, een, de, lelijk, aardig.
Binnen één woord op drie
manieren gespeld: gelukkig.
In vergelijking met Engels en Frans heeft het NL een
redelijk systematische spelling zoals de /oo/ in het Frans
met tien mogelijke grafemen: au, aux, eau, Renault,
Peugeot, Talbot, zéro.
Voordelen alfabetisch schriftsysteem:
Het aantal tekens dat iemand moet leren, is veel
minder dan bij een logografisch schriftsysteem: NL
24 fonemen en Chinees 40.000 karakters
o Spellen van NL woorden is relatief eenvoudig
o Nieuwe woorden zijn gemakkelijk te spellen als je juiste grafeem en foneem koppelt
1.2 Hoofdregels van de Nederlandse spelling
Er zijn verschillende principes/beginselen van onze spelling: fonologisch, morfologisch, syllabisch en
etymologisch principe.
De principes van onze spelling zijn vastgelegd in de Woordenlijst Nederlandse Taal = Groene Boekje.
In 2005 is de nieuwste versie verschenen met daarin een kleine aanpassing van de regels die in 1996
officieel van kracht zijn geworden. Dit leidde tot heftige reacties met als reactie een alternatieve
spelling gepubliceerd in Witte Boekje.
Fonologisch principe = elk foneem wordt door een apart grafeem weergegeven = het beginsel van de
standaarduitspraak. Standaarduitspraak = een uitspraak die niet gekleurd is.
- Elk grafeem staat voor één en hetzelfde grafeem.
- Woorden die alleen volgens het fonologisch principe gespeld worden, zijn klankzuiver = de
spelling geeft meteen de uitspraak weer (kat, vaas, struik, bank). Niet klankzuiver: labiel, plein,
swingen.
- Het is het basisprincipe van het Nederlands en als we kinderen leren spellen, moeten ze als
eerste het fonologisch principe onder de knie krijgen.
- De uitzonderingen op het fonologisch principe zijn niet geheel willekeurig, maar hebben vaak te
maken met andere regels van de NL spelling zoals paard met een d, omdat hetzelfde woord in
paarden(stal) terugkomt niet alleen op losse spraakklanken letten, maar ook op de vorm van
een woord.
2
,Morfologisch principe = uitgaan van de vorm van woorden in plaats van de klank = het beginsel van
de vormovereenkomst.
- Woorden zijn opgebouwd uit kleinere elementen met elk een eigen betekenis. Deze
betekenisdragende elementen heten morfemen.
o ‘onwijs’ heeft twee morfemen: ‘on’ en ‘wijs’
- Er bestaan twee soorten morfemen: vrije morfemen en gebonden morfemen (voor- /
achtervoegsels)
- Het morfologisch principe is op te splitsen in twee regels:
1. De regel van gelijkvormigheid
a. = we schrijven een woord of voor- of achtervoegsel steeds op dezelfde manier. We
schrijven web omdat we in het meervoud webben een b-klank horen (oppas)
= elk woord wordt volgens dezelfde woordvormingsregels gespeld zoals breedte –
lengte, schoenendoos.
b. Deze regel treedt vooral op bij klanken die aan het eind van een woord anders
worden uitgesproken dan middenin een woord en bij klanken die in de uitspraak
wegvallen (kastje) of veranderen door de klank die ernaast staat (werkzaam).
c. Deze regel bepaalt dat een morfeem altijd op dezelfde manier wordt gespeld. Het is
ook logisch om een woord op dezelfde manier weer te geven, omdat het dan sneller
voor een lezer te herkennen is.
d. Deze regel wordt niet consequent toegepast in de NL spelling, anders: huiz, liev. Dit
gebeurt niet omdat de –v en –z in het NL nooit aan het eind van een LG staan.
2. De regel van de overeenkomst
a. = de opbouw van een woord wordt in de spelling duidelijk. Als woorden op dezelfde
manier gevormd worden, dan worden ze ook op dezelfde manier geschreven (hij
vindt – hij werkt).
b. Deze regel wordt niet consequent toegepast, zoals bij (hij +t, hij zett, hij schiett). Dit
gebeurt niet omdat we nooit een dubbele medeklinker aan het eind van een woord
schrijven.
c. Nieuwe druk Groene Boekje is deze regel geen basisprincipe van de NL spelling meer.
- Regel van gelijkvormigheid en regel van overeenkomst lijken veel op elkaar. In beide gevallen
wordt de juiste spelling gebaseerd op het vergelijken van woorden met elkaar.
o Bij gelijkvormigheid is er vergelijking met één en hetzelfde morfeem (hoe wordt
morfeem in langere woordvormen geschreven).
o Bij overeenkomst is er vergelijking met een heel ander woord met ook een andere
betekenis.
- Bij het leren van spelling zijn deze twee regels voor kinderen een groot probleem omdat ze nu
niet meer op hun gehoor mogen afgaan zoals ze eerst geleerd hebben. Vooral de regel van de
overeenkomst is lastig, omdat ze hierbij al enig grammaticaal inzicht bij moeten hebben.
Syllabisch principe = heeft betrekking op de spelling van syllaben in een woord. Syllabe = klankgroep,
een gedeelte van een woord.
- Verschil met morfemen is dat morfemen altijd een betekenis hebben,maar syllaben (=
klankstukken) niet, behalve als ze toevallig met een morfeem samenvallen.
3
, - Klankstuk = syllabe = klankgroepen die worden samengevoegd bij het uitspreken: lopen
/loo/ /pun/. Het is dus geen lettergreep! Lettergreep = visuele verdeling van een woord waarbij
je een woord pas kunt verdelen als je de juiste spelling van een woord kent.
o Bakker: lettergreep: bak-ker. Syllabe: /ba/ + /kur/.
- Binnen het syllabisch principe gelden twee regels:
1. De regel voor verdubbeling
a. Als een klankstuk eindigt op een korte klank /a/, /e/, /u/, /o/, dan wordt de
medeklinker die daarop volgt verdubbeld verdubbelingsregel.
2. De regel voor verenkeling
a. Normaal wordt in het NL een lange klank door twee letters weergegeven (oo, ee, uu,
aa). Bij het eindigen van een klankstuk op een lange klank, dan schrijven we maar
één letter verenkelingsregel.
- Uitzonderingen op regel van verdubbeling en verenkeling: de /ee/ wordt aan het eind van een
woord wel met een dubbel teken gespeld: zee, mee. Doel: verwarring met woorden me, ze
voorkomen.
- Het syllabisch principe komt in NL veel voor en kan daarom terecht als dragend principe van de
spelling worden beschouwd. Dit is volgens nieuwe Groen Boekje echter niet meer het geval.
- Voor kinderen zijn deze regels erg lastig omdat het niet aansluit bij wat ze horen. Ze moeten
hiervoor woorden in klankstukken verdelen, spraakklanken kunnen herkennen als een korte of
lange klinker en een regel toepassen.
Woorden volgens morfologisch principe inzichtelijker maken voor kinderen. Tweede woord is hulp:
Eenvoud - eenvoudig
Afgebrande - kleine
Kunstje - kunst
Lelijk - heerlijk
Bekendste - bekend, grootste
Verraden - vertellen
Innemen - inhalen
Heiig - kruidig
Gierigaard - aardig
Aanstonds - stonde
Wedstrijd - wedden
Kastje - kast
Hoe worden de volgende werkwoordsvormen opgebouwd volgens het morfologisch principe:
Wachtte: eerst de regel van gelijkvormigheid wacht vanwege de verlengingsregel.
Vervolgens de regel van de overeenkomst: -te vanwege fietste
Brandt: eerst de regel van gelijkvormigheid brand vanwege de verlengingsregel.
Vervolgens de regel van de overeenkomst: -de vanwege rende
Gebeurd: hier geldt alleen de regel van de gelijkvormigheid gebeurd vanwege gebeurde
Etymologisch principe = de herkomst is bepalend voor de schrijfwijze van een woord/spraakklank.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vogelssanne. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.77. You're not tied to anything after your purchase.