De volledig uitgewerkte toetsmatrijs die je nodig hebt voor het openvragen tentamen van de werkplaats participatie. Alle theorie uit de boeken samengevat en ook de hoorcolleges en lessen zijn er in verwerkt.
Er is nog niks in gemarkeerd dus je kunt hem uitprinten en zelf lezen en markeren zodat je...
Oefenvragen Openvragententamen Participatie Social Work studiejaar 18-19
Flashcards16 Flashcards
$3.214 sales
Flashcards16 Flashcards
$3.214 sales
Some examples from this set of practice questions
1.
Noem 4 veel voorkomende klachten/symptomen van psychische stoornissen
Answer: zich verdrietig of down voelen
zich gedurende langere tijd heel zenuwachtig of gestrest voelen
verwarde gedachten
verstoringen in de geheugenfuncties
verminderd vermogen om zich te concentreren
verhoogde gevoeligheid voor zintuiglijke prikkels
heel impulsieve acties ondernemen
dwangmatig telkens opnieuw dezelfde handelingen verrichten
overdreven emotionele uitlatingen of door emoties gedreven gedragingen
2.
leg uit wat het begrip psychisch functioneren betekent
Answer: Processen die zich voordoen in ons hoofd en waarmee we in staat zijn in het dagelijks leven te functioneren. Ze komen tot uitdrukking in het gedrag van mensen. Het gaat om vormen van het geheugen, het denken, voelen, willen wat nodig is om onze doelen te bereiken en te kunnen samenwerken/samenleven.
3.
Casus
A. is een alleenstaande vrouw van 45 jaar met twee puberzonen. Ze krijgt begeleiding van de praktijkondersteuner ggz omdat ze heel veel problemen ervaart. A. is veel afgevallen afgelopen maanden omdat ze onvoldoende eet, ze is daardoor altijd heel erg moe en het kost haar teveel moeite om haar zonen op te voeden. Dat levert veel stress op omdat ze tot voor kort haar leven helemaal onder controle had, alles ging goed en van nature is ze erg perfectionistisch. In haar omgeving heeft ze weinig vrienden waar ze haar zorgen mee kan delen.
a) De reden waarom de toestand van A. is ontstaan kan worden verklaard vanuit het biopsychosociale model.
Leg uit wat het biopsychosociaal model inhoudt. Benoem in je antwoord op welke wijze de sociaal werker naar de psychische gezondheid van A kijkt en naar welke factoren gekeken wordt.
b) Analyseer bovenstaande casus en koppel de informatie aan het biopsychosociale model.
Sorteer de informatie uit de casus aan de hand van de factoren die je in vraag a hebt benoemd
Answer: a) Een ingewikkeld samenspel van factoren op lichamelijk, psychisch en sociaal gebied die gezamenlijk en in onderlinge wisselwerking van invloed zijn op ontstaan en ontwikkeling van psychische ziekten.
b) Biologisch: slechte voeding, afgevallen, moe.
Psychisch: leven als problematisch ervaren, stress, perfectionisme, controle
Sociaal: alleenstaande moeder, moeite met opvoeden zonen, gebrek aan sociale contacten
4.
Omschrijf wat de herstelbenadering in de psychische gezondheidszorg inhoudt.
Answer: Herstel is gericht op het verbeteren van de kwaliteit van leven Het creëert hoop. Biedt ruimte voor de potenties van mensen om zelf vorm en invulling (zingeving) te geven aan hun leven. De doelen van de cliënt staan centraal.
5.
Welke vier aspecten van herstel beschrijft Van Der Stel?
Answer: klinisch herstel
vermindering van klachten/symptomen
Functioneel herstel
Herstel van vitale functies bijvoorbeeld het kunnen plannen, jezelf motiveren, jezelf aansturen/zelfregie/zelfredzaamheid, problemen oplossen
Maatschappelijk herstel
Het herwinnen van relevante sociale posities, huisvesting, werk, meedoen in netwerken.
Persoon herstel
Ontwikkelen nieuwe positief ervaren identiteit, zingeving, motivatie. De impact van hun aandoening kleiner maken en ervaren dat ze meer zijn dan hun aandoening.
6.
Iedereen weet wat een hobby is. Niet iedereen heeft een hobby. En niet voor iedereen is dat even belangrijk. Voor anderen wel. Mensen die herstellende zijn moeten leren leven met beperkingen. Ook wordt het hebben of krijgen van een baan vaak moeilijker. Herstel betekent vaak ook leren omgaan met veel vrije tijd.
Van welke vorm van herstel is sprake in de casus? Licht je antwoord toe.
Answer: Persoonlijk herstel. Zingeving en invulling van het leven.
Maatschappelijk herstel wanneer de hobby ook tot meedoen in sociale netwerken leidt.
7.
Wat wordt er bedoeld met de appèlwaarden van een activiteit of middel?
Answer: In het woord appelwaarde liggen de aantrekkingskracht en beleving de uitnodiging die iemand ervaart tot een activiteit, de aantrekkelijkheid er van, de aantrekkingskracht en beleving van iets, het aanlokkelijke en de uitdaging van het uiterlijk, het soort prikkels en indrukken die van een activiteit uitgaan, besloten.
8.
welke drie soorten appèlwaarden zijn er?
licht alle drie soorten toe met een voorbeeld
Answer: Sensopatische appels: de uitnodiging tot beleving in de directe, zintuigelijke of lichamelijke omgang met het materiaal. Bijvoorbeeld: het Mevrouw Sadiqi boetseert uiteindelijk geen dier zoals de opdracht eigenlijk was. Ze geniet er van om de klei door haar vingers te voelen gaan.
Dimensionale appels: hebben te maken met de ruimte waarin een activiteit zich afspeelt en de mogelijkheden die iemand daarin ziet om te bewegen. Bijvoorbeeld: In de bus op weg naar de gymzaal drukt de juf de kinderen op het hart niet te rennen bij binnenkomst, toch gebeurt dit vrijwel direct bij binnenkomst. De sportzaal maakt de kinderen druk.
Thematische appels: de uitnodiging die van bepaalde activiteiten uit kan gaan op grond van de betekenis die de activiteiten hebben. Iedereen heeft zo zijn associaties bij voorwerpen, materialen, activiteiten. Deze persoonlijke associaties kunnen iemand stimuleren om aan een activiteit mee te doen, maar ook juist een belemmering zijn.
Bijvoorbeeld: Toen zijn begeleider Joris vroeg mee te doen met het toneelstuk, antwoordde hij direct “nee”. Sinds die afgang tijdens de schoolmusical wilde hij nooit meer voor gek staan op een podium.
Content preview
Uitgewerkte toetsmatrijs openvragententamen
Participatie propedeuse Social Work studiejaar 18-
19
10 vragen met elk 2 deelvragen (a en b)
- 1 deelvraag: reproductie van de stof (bijvoorbeeld uitleg van
een begrip).
20 tot 40 procent van de puntentoekenning.
- 1 deelvraag: inzicht in de betekenis van de stof en/of
toepassen door voorbeelden uit te werken.
60 tot 80 procent van de puntentoekenning.
Verdeling van het aantal vragen over de toets onderwerpen:
1 Creatief Agogisch; Behrend, D.
vraag
1 Hoofdstuk 1 Psychische problematiek en diagnose;
vraag Stel, J. van der
2 Hoofdstuk 3 Herstel en ICF; Stel, J. van der
vragen
1 Hoofdstuk 4 Taal en zelfregulatie; Stel, J. van der
vraag
1 Hoofdstuk 5 Ervaringsdeskundigheid; Stel, J. van der
vraag
1 Hoofdstuk 6 Preventie en vroegtijdig handelen; Stel, J.
vraag van der
3 Steekproef uit de te bestuderen stof (Blanken, C.M.)
vragen Hoofdstuk 2 ASS
Hoofdstuk 6 Depressie
Hoofdstuk 7 Psychose
Hoofdstuk 10 Alzheimer en NAH
Hoofdstuk 17 Verstandelijke beperking
Mensbeeld
Creativiteit is een eigenschap die in aanleg aanwezig is en een vaardigheid
die je (weer meer) kunt leren toepassen.
Het creatief proces en het resultaat daarvan worden beïnvloed door ruimte,
(zelf)vertrouwen en omgeving.
Het vormen van je eigen bestaan is een unieke, persoonlijke en creatieve
daad.
Agogiek
Agogiek vraagt erom dat de cliënt zich losmaakt uit bestaande en
vertrouwde verhoudingen met de omgeving en soms ook dat hij zich
losmaakt van zichzelf. Vervolgens kan hij nieuwe, persoonlijke zinvolle
verhoudingen met de omgeving aan.
Muzisch
Het woord wordt hier gebruikt voor activiteiten die afgeleid zijn van een of
andere tak van kunst
Een muzische activiteit is ervaringsgericht (de cliënt onderneemt iets
creatiefs) of belevingsgericht (de cliënt beleeft emotie bij een creatief
aanbod)
Muzische activiteiten geven de cliënt een ervaring en/of beleving die
bijdraagt aan zijn veranderingsproces
Mechanismen
Muzische middelen kiezen een andere invalshoek dan de verbale, cognitieve
benadering, waarbij mensen moeten redeneren, argumenteren en
verwoorden.
Muzisch werken kent vijf specifeke aandachtsrichtingen:
1. Receptief
Appèlwaarden
Wat het materiaal, de omgeving of de activiteit oproept, noemen we de
appèlwaarden van een activiteit of middel.
We maken het volgende onderscheid in de manieren waarop mensen
uitgenodigd worden:
- Sensopathische appèls: de uitnodiging tot beleving in de directe,
zintuiglijke of lichamelijke omgang met het materiaal
- Dimensionale appèls: de ruimte waarin een activiteit zich afspeelt en
de mogelijkheden die iemand daarin ziet om te bewegen
- Thematische appèls: de uitnodiging van bepaalde activiteit die kan
uitgaan op grond van de (symbolische) betekenis ervan. Persoonlijke
associaties met bijvoorbeeld een instrument.
,Hoofdstuk 1 Psychische problematiek en diagnose (Inleiding in de
psychische gezondheidszorg, Stel, J. van der)
Wat zijn psychische problemen en stoornissen?
Psychische problemen zijn problemen in de ontwikkeling of de realisatie van
psychische functies. Hierin zijn verstoringen ontstaan.
Psychische functies: processen die zich voordoen in ons hoofd (onze
hersenen) en waarmee wij in staat zijn in het dagelijks leven te functioneren.
Het gaat om de vorming van geheugen, het denken, het voelen, het willen
en wat maar nodig is om doelen te kunnen bereiken en met andere mensen
te kunnen samenwerken of samen te leven.
Een grof onderscheid tussen psychische functies als processen die zich in de
hersenen afspelen en andere hersenprocessen, is dat psychische functies
zich kunnen ontwikkelen door ervaring op te doen en daardoor te leren.
Wanneer er sprake is van een psychische stoornis, is er meer aan de hand
dan een psychisch probleem en is het vaak niet mogelijk die stoornis snel op
te lossen.
Psychische stoornissen kunnen ontstaan doordat de hersenen op een
bepaalde manier werken waardoor de normale ontwikkeling van de
persoonlijkheid niet goed verloopt of er tekorten ontstaan in het denken, het
voelen, de ontwikkeling van motivatie en/of de manier waarop iemand zich
gedraagt.
Psychische problemen kunnen na verloop van tijd overgaan in een
psychische stoornis, en juist dit geleidelijke proces maakt het zo moeilijk om
een grens aan te geven.
Hoe en wanneer uiten deze zich?
Psychische stoornissen manifesteren zich in klachten die de persoon zelf
uitspreekt en symptomen, zoals een aanhoudende negatieve stemming of
bizarre gedachten.
Een psychische stoornis verloopt bij iedereen weer net iets anders, en ook de
symptomen variëren: per persoon, maar ook bij elk persoon in de loop van
de tijd en afhankelijk van de omstandigheden waarin hij of zij functioneert.
,Het komt voor dat psychische symptomen eerst manifest worden in fysieke
problemen, zoals pijn in de buik, de rug of het hoofd. Ook kunnen ze tot
uitdrukking komen in moeilijk aan somatische (met betrekking tot het
lichaam) oorzaken te relateren lichamelijke klachten. Daarnaast kunnen ook
allerlei plotse of opmerkelijke veranderingen in het sociaal gedrag wijzen op
de aanwezigheid van een psychische stoornis.
Determinanten psychische stoornissen/problemen
Wetenschappers maken onderscheid tussen mechanismen en determinanten
in het onderzoek naar de werking en de ontwikkeling van systemen.
Determinanten hebben betrekking op de omstandigheden waarbinnen of
waaronder een systeem functioneert. Kennis van deze omstandigheden is
essentieel om te kunnen voorspellen of een systeem naar behoren zal
functioneren of het risico loopt op falen of ontsporing. Determinanten zijn
niet op te vatten als oorzaken maar ze spelen wel een onmisbare rol in het
vinden van een oorzakelijke verklaring.
Biologische determinanten:
- Stoffen in het milieu (zoals lood of bestrijdingsmiddelen) kunnen een
ongunstige invloed hebben op de ontwikkeling van de hersenen van
jonge mensen
- Gebruik van bepaalde stoffen tijdens de zwangerschap
Sociale determinanten:
- Trauma
- Stress
Psychologische determinanten:
- De manier waarop mensen gedachten ontwikkelen en deze wel of niet
al naar gelang hun ervaringen corrigeren
- De waarderingen die mensen ontwikkelen over de gevolgen van hun
gedrag en de vraag of ze van de gevolgen kunnen leren
Indelingsmodel DSM-5
De DSM-5 is een uitgebreid handboek dat is opgesteld door de vereniging
van psychiaters in de VS en dat systematisch alle psychische stoornissen
beschrijft die nu bekend zijn en worden geaccepteerd.
Het accent hierbij ligt op de symptomen, de duur ervan en/of de frequentie
waarin ze optreden.
Kritische kanttekening op DSM-5
- De categorieën ervan zijn niet valide (niet overeenkomen met de
werkelijkheid) en de criteria die worden vermeld zijn onbetrouwbaar,
zodat niet elke psychiater of klinisch psycholoog tot eenzelfde
diagnose komt
, - Praktisch nut van de categorieën: wat kun je doen in termen van
behandeling als je iemand hebt onderzocht die voldoet aan de criteria
voor bijvoorbeeld een bepaalde eetstoornis?
- Het profel van groepen patiënten in eenzelfde diagnosecategorie kan
enorm verschillen. Ook kan het uitmaken in welke fase de aandoening
zich bevindt en wat de ziektegeschiedenis is van de persoon in kwestie
- De categorieën in de DSM-5 suggereren dat er echt sprake is van
aparte ziekten. Dit is echter een misverstand: er zijn weliswaar goede
redenen om clusters van symptomen van elkaar te onderscheiden, en
deze te benoemen als een bepaalde stoornis. Maar om te kunnen
beslissen of er daadwerkelijk sprake is van een ‘aparte ziekte’, met
specifeke oorzaken, en die zich duidelijk onderscheidt van een andere
psychische stoornis, is nu vaak nog onvoldoende informatie
beschikbaar.
- De onderscheidingen in de DSM-5 zijn gekunsteld, dat wil zeggen, dat
ze door mensen zijn bedacht en niet overeenkomen met reëel
bestaande patronen.
- De DSM-5 brandmerkt mogelijk normaal en hoogstens opmerkelijk
gedrag als ziek, als pathologisch.
Ontstaan van psychische problemen/stoornissen
- Biologisch perspectief: erfelijke kenmerken die van invloed kunnen
zijn op het functioneren van het individu; voeding, verzorging en
veiligheid; algemene fysieke leefomstandigheden
- Psychologisch perspectief: psychische stress (te zware belasting
ten opzichte van de voor dit individu mogelijke belastbaarheid),
traumatische ervaringen, ongunstig opvoedingsklimaat en ongunstig
algemeen leefklimaat;
- Sociaal perspectief: een relatief lage opleiding en overeenkomstig
een gering inkomen, sociaal isolement, uitsluiting en discriminatie;
- Cultureel perspectief: de wijze waarop in de desbetreffende cultuur
wordt gedacht over en gehandeld naar psychische klachten en/of door
psychische problemen of een psychische stoornis beïnvloed gedrag.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller KimReijntjes. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.46. You're not tied to anything after your purchase.