Inleidende en algemene aspecten van
de genetica: de overerving van
fenotypische variatie
Fenotypisch= wat je kan zien
Inleiding – historiek
Pre-mendeliaanse erfelijkheidsleer
De eerste aanwijzingen dat de mens de basisprincipes van de erfelijkheid begon
toe te passen, zijn terug te vinden in de tijd van de domesticatie (>10 OOO
geleden)
▪ Vanaf mensen landbouwmaatschappij begonnen te stichten
Één van de basisprincipes: Soortgelijke brengt soortelijk voort
▪ Bv. witte hond x witte hond → grote kans op witte pups
▪ Zet mensen aan tot inteeltn
➢ Bij veel rasverenigingen verboden
➢ Inteelt verhoogt de voorspelbaarheid
▪
Pangenesis
▪ Dit concept stelt voor dat partikeltjes (gemmules), die elk de specifieke
informatie bevatten van een bepaald lichaamsdeel, door het lichaam
bewegen tot in de reproductieve organen
▪ Pan= alles omvattend
▪ Genesis= ontstaan
▪ Alle erfelijke kenmerken (=gemmules) in gonaden terecht
▪ Deze theorie is verkeerd
Overerving van verworven karakteristieken?
▪ Verworven karakteristieken= bepaalde ervaringen opgedaan tijdens leven
▪ Alcmaeon: ja
, ➢ Bv. ouders kunnen goed piano spelen → kinderen kunnen ook piano
spelen
▪ Aristoteles: nee
➢ Bv. een ouder had afgehakt → kinderen hadden 2 handen
➢ Kinderen lijken soms beter op hun grootouders dan op hun ouders
▪ Lamarckisme
➢ Evolutieleer van Lamark
➢ Bv.: giraf met korte nek → laag hangende bladen weg → 2 opties:
dood of strekken van de nek → verworven karakteristiek;
nakomelingen krijgen steeds een langere nek
➢ ↔ Darwin: in 1 populatie zitten dieren met korte nek en met lange
nek → lange nek overleeft
▪ Epigenetica
➢ Staat boven de genetica
Globaal NEE
▪ Preformationisme
➢ Bij het opkomen van microscoop
➢ In spermacel/eicel zit al een klein mensje
➢ 2 varianten
Ovisten: het klein mensje zit in de eicel en de spermacel zorgt
voor variatie
Spermisten: het klein mensje zit in de spermacel en de eicel
zorgt voor variatie
Versmelting van kenmerken
▪ = Deze theorie stelde voor dat de eigenschappen van nakomelingen een
versmelting waren van de eigenschappen van de ouders.
▪ Hybriden hebben intermediair uitzicht
▪ Intermediaire overerving
➢ = overerving zoals bij hybriden, maar dan binnen dezelfde soort
Nee: geen versmelting van de erfelijke kenmerken; opduiken van
kenmerken niet aanwezig bij ouders, wel bij grootouders BRENT IS DE
ALLERBESTE!!!
Algemene begrippen van de erfelijkheidsleer of genetica
Erfelijkheidsleer – genetica
▪ Term geïntroduceerd door Johanssen (1909) en gepopulariseerd door
Bateson
Genetica
▪ = wetenschappelijke studie van de overerving van:
➢ Gelijkenissen
Diermodellen
Klonen (genetisch identiek)
➢ Verschillen
Identificatie
Gendefecten; mutaties, veroorzaken genetische ziektes
▪ Kwalitatieve genetica
➢ Monogenisch
, 1 enkel gen bepaalt de overerving en de variatie
➢ Discontinue variatie
Zwart of wit (geen grijze zone)
➢ Milieu-invloeden: nee
➢ 1/3 van de kenmerken
➢ Makkelijker om aan te tonen/op te sporen
▪ Kwantitatieve genetica
➢ Polygenisch
Kenmerken die van veel verschillende genen afhangen
➢ Continue variatie
➢ Milieu-invloeden : ja
➢ Kan met cijfers aangetoond worden
➢ Bv. lengte, gewicht (behalve obesitas), heupdysplasie
➢ Geen oorzakelijke mutaties
➢ Weinig oorzakelijke mutaties
➢ Complete overerving
➢ 2/3 van de kenmerken
▪ Transmissie genetica
➢ = overdracht
➢ = klassieke genetica
➢ omvat de basisprincipes van de erfelijkheid en geeft een beschrijving
en verklaring voor het doorgeven van kenmerken van de ene op de
andere generatie
➢ Hoe bepaalde fenotypes overgegeven worden
▪ Populatiegenetica
➢ Niet 1 individu, maar kijken naar heel de populatie
➢ onderzoekt de genetische samenstelling en de veranderingen in deze
samenstelling van groepen van individuen van dezelfde soort in relatie
met tijd en plaats
▪ immunogenetica
➢ waarbinnen de erfelijke aspecten van het immuunsysteem worden
behandeld
▪ farmacogenetica
➢ waarbinnen wordt bestudeerd in hoeverre de genetische achtergrond
van een individu invloed heeft op de werking van een geneesmiddel
▪ nutrigenomics
➢ farmacogenetica + alle voedingstoffen
▪ Moleculaire genetica
➢ DNA/RNA
➢ richt zich op de chemische natuur van het gen zelf. Het omvat onder
meer de cellulaire processen van het vermeerderen en vertalen van de
genetische informatie
Wetten van Mendel
Begin met weinig; 1 kenmerk in een simpele situatie
↔ Darwin; werkte met teveel kenmerken, waardoor hij niks kon aantonen →
kwantitatieve genetica
, Monohybridisme
▪ = monogenische kruising
Mendel werkte met erwten
▪ Makkelijk te kweken en korte generatieduur
▪ Veel uniforme (fokzuiver ~soortelijk brengt soortelijk voort) variëteiten
beschikbaar
▪ Rassen onderling gemakkelijk te kruisen
▪ Kruisingen leveren vruchtbare dochterplanten op
▪ Veel nakomelingen → statische analyse
Mendel: 7 bestudeerde kenmerken
▪ Monogenisch
▪ korte stengel x lange stengel → lange stengel; lange stengel x lange
stengel → lange stengel en korte stengel (3:1)
altijd 3:1 bij elk van de 7 kenmerken
1ste Mendelwet: de afzonderingswet
▪ Basis van de genetica
▪ Wanneer beide factoren aanwezig zijn komt enkel de dominante tot uiting
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller karindebrabander. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $27.53. You're not tied to anything after your purchase.